Zoeken

Een Scannen naar FTP-profiel instellen

Gerelateerde modellen:DCP‑L2550DN / MFC‑L2730DW / MFC‑L2750DW
Installeer een Scannen naar FTP-profiel om de gescande gegevens rechtstreeks naar een FTP-locatie te scannen en te uploaden.

Wij raden Microsoft Internet Explorer 11/Edge voor Windows en Safari 9/10 voor Mac aan. Zorg ervoor dat JavaScript en cookies altijd zijn geactiveerd, ongeacht welke browser u gebruikt.

  1. Start uw webbrowser.

    Voer "http://IP-adres van de machine" in de adresregel van uw browser (waarbij "IP-adres van de machine" staat voor het IP-adres van de machine of de naam van de afdrukserver). Bijvoorbeeld: http://192.168.1.2

    Standaard is er geen wachtwoord nodig. Als u voordien een wachtwoord hebt ingesteld, voert u dit in en klikt u vervolgens op image.

  2. Klik op het tabblad Scannen.
  3. Klik op het Scannen naar FTP/netwerk-menu in de linkernavigatiebalk.
  4. Selecteer de optie FTP en klik vervolgens op Indienen.
    image
  5. Klik op het Scannen naar FTP/netwerkprofiel-menu in de linkernavigatiebalk.
  6. Selecteer het profiel dat u wilt instellen of wijzigen.
  7. Voer in het veld Profielnaam een naam voor dit serverprofiel in (maximaal 15 alfanumerieke tekens). De LCD van de machine geeft deze naam weer.
  8. Voer in het veld Host-adres het hostadres in (bijvoorbeeld: ftp.example.com; maximaal 64 tekens) of het IP-adres (bijvoorbeeld: 192.23.56.189).
  9. Wijzig de instelling voor Poortnummer die wordt gebruikt voor toegang tot de FTP-server. De standaard voor deze instelling is poort 21. In de meeste gevallen hoeft deze instelling niet te worden gewijzigd.
  10. Voer in het veld Gebruikersnaam de gebruikersnaam in (maximaal 32 tekens) van degene die toestemming heeft om gegevens naar de FTP-server te schrijven.
  11. Voer in het veld Wachtwoord het wachtwoord in (maximaal 32 tekens) voor de gebruikersnaam die u in het veld Gebruikersnaam hebt ingevoerd. Voer het wachtwoord opnieuw in het veld Wachtwoord opnieuw invoeren in.
  12. Voer in het veld Directory opslaan het pad in naar de map op de FTP-server waarin u de gescande gegevens wilt opslaan. Voer geen backslash in het begin van het pad in (zie voorbeeld).
    image
  13. Klik op de vervolgkeuzelijst Bestandsnaam en selecteer vervolgens een voorvoegsel uit een van de vooraf ingestelde namen of uit door de gebruiker gedefinieerde namen. De bestandsnaam die voor het gescande document wordt gebruikt, is het voorvoegsel dat u hebt geselecteerd, plus de laatste zes cijfers van de teller van de flatbed-/ADF-scanner en de bestandsextensie (bijvoorbeeld: "Estimate_098765.pdf").
  14. Klik op de vervolgkeuzelijst Kwaliteit en selecteer vervolgens een instelling voor de kwaliteit. Als u de optie Selectie gebruiker kiest, vraagt de machine de gebruikers een instelling op te geven telkens als deze het scanprofiel gebruiken.
  15. Klik op de vervolgkeuzelijst Type bestand en selecteer vervolgens het bestandstype dat u voor het gescande document wilt gebruiken. Als u de optie Selectie gebruiker kiest, vraagt de machine de gebruikers een instelling op te geven telkens als deze het scanprofiel gebruiken.
  16. Klik op de vervolgkeuzelijst Documentgrootte en selecteer vervolgens de documentgrootte uit de lijst. Dit is nodig om ervoor te zorgen dat het gescande bestand de juiste grootte heeft.
  17. Klik op de vervolgkeuzelijst Bestandsgr. en selecteer vervolgens de bestandsgrootte uit de lijst.
  18. Klik op de vervolgkeuzelijst Achtergrondkleur verwijderen en selecteer het niveau in de lijst. U kunt deze functie gebruiken om de achtergrondkleur van documenten te verwijderen om de gescande gegevens leesbaarder te maken.
  19. Stel de optie Passieve modus in op Aan of Uit, afhankelijk van de configuratie van uw FTP-server en de firewall van het netwerk. De standaardinstelling is Aan. In de meeste gevallen hoeft deze instelling niet gewijzigd te worden.
  20. Klik op Indienen.
    image

    Als u een van de tekens ?, /, \, ", :, <, >, | of * gebruikt, kan dit een verzendfout veroorzaken.

Was deze pagina behulpzaam?

Ja

Nee