Home > Machine-instellingen > De instellingen van het apparaat vanaf het bedieningspaneel wijzigen > Menutabel (voor LCD-modellen) > Instellingentabellen (modellen met éénregelige LCD)
Instellingentabellen (modellen met éénregelige LCD)
[Standaardinst.]
Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | Beschrijving |
---|---|---|---|
Lade-instelling | Papiersoort | - | Stel het papiertype in de papierlade in. |
Papierform. | - | Hiermee stelt u het papierformaat in. | |
Formaat contr. | - | Hiermee selecteert u of een bericht moet worden weergegeven dat u vraagt om de grootte van het papier in de machine en het overeenstemmende papierformaat van de machine te controleren. | |
Handinvoer | - | Selecteer of er vanaf de sleuf voor handmatige invoer moet worden afgedrukt. | |
Resolutie | - | - | Kies een afdrukresolutie. |
Dichtheid | - | - | Verhoog of verlaag de afdrukdichtheid. |
Ecologie | Ecomodus | - | Hiermee schakelt u de volgende machine-instellingen tegelijkertijd in.
|
Toner besparen | - | Hiermee verhoogt u het rendement van de tonercartridge. | |
Tijd slaapstand | - | Hiermee bepaalt u hoeveel tijd verstrijkt voordat de machine naar de energiespaarstand gaat. | |
Stille modus | - | Verminder de afdrukgeluidsemissie. | |
Aut. uitschak. | - | Hiermee kunt u de uren opgeven waarin de machine in de slaapstand blijft staan voordat deze wordt uitgeschakeld. | |
Bediening | Toets herhalen | - | Hiermee stelt u de tijd in voor het wijzigen van het LCD-bericht wanneer of op regelmatige tijdstippen worden gehouden. |
Bericht bladeren | - | Hiermee stelt u de tijd in seconden in dat een LCD-bericht op de LCD zal bladeren. Van Niveau 1=0,2 sec tot Niveau 10=2,0 sec. | |
LCD-Contrast | - | Pas het contrast van de LCD aan. | |
Autom. online | - | Hiermee plaatst u de machine na 30 seconden inactiviteit terug naar de stand Gereed. | |
Instelblokk. | - | - | Hiermee vergrendelt u de instellingen van uw machine met het vergrendelingswachtwoord. |
Interface | Selecteren | - | Selecteer de te gebruiken interface. Als u Auto kiest, wijzigt de machine de interface naar USB of netwerk afhankelijk van welke interface gegevens ontvangt. |
Auto IF-tijd | - | Hiermee stelt u de time-outperiode voor de automatische interfaceselectie in. | |
Input Buffer | - | Hiermee kunt u de capaciteit van de invoerbuffer vergroten of verkleinen. | |
Toner vervangen | - | - | Stelt het apparaat in op continu afdrukken nadat de LCD Toner vervangen weergeeft. |
[Printer]
Voor modellen die printeremulatie ondersteunen
Niveau 1 | Niveau 2 | Beschrijving |
---|---|---|
Afdrukopties | Lettretypelijst | Druk de lijst met lettertypes en voorbeelden af. |
Testafdruk | Druk een testpagina af. | |
Tweezijdig (Voor modellen met automatisch tweezijdig afdrukken) | 2-zijdige afdruk | Schakel tweezijdig afdrukken in of uit en selecteer omdraaien langs lange zijde of korte zijde. |
Eén afbeelding | Voor een afdruktaak waarbij de laatste pagina een enkelzijdige afbeelding is, selecteert u de optie 1-zijd. invoer om de afdruktijd te verminderen. | |
Autom.doorgaan | - | Selecteer als u wilt dat de machine fouten met het papierformaat of fouten met het mediatype automatisch wist. |
Papiersoort | - | Hiermee stelt u het papiertype in. |
Papierform. | - | Hiermee stelt u het papierformaat in. |
Aantal | - | Hiermee stelt u het aantal afgedrukte pagina's in. |
Orientatie | - | Hiermee bepaalt u of u pagina's staand of liggend wilt afdrukken. |
Printpositie | X Offset | Hiermee verplaatst u de afdrukstartpositie (aan de linkerbovenhoek van pagina's) horizontaal tot max. -500 (links) tot +500 (rechts) punten in 300 dpi. |
Y Offset | Hiermee verplaatst u de afdrukstartpositie (aan de linkerbovenhoek van pagina's) verticaal tot max. -500 (boven) tot +500 (onder) punten in 300 dpi. | |
Auto FF | - | Hiermee drukt de machine automatisch overblijvende gegevens af. |
HP LaserJet | Fontnr. | Stel het lettertypenummer in. |
Font breedte | Hiermee stelt u de lettertypepitch in. Het Font breedte-menu verschijnt wanneer u I012 tot I018, I031 tot I037 of I097 tot I109 kiest in Fontnr.-instelling. | |
Font punts | Hiermee stelt u de grootte van het lettertype in. Het Font punts-menu verschijnt wanneer u I000 tot I011, I019 tot I030 of I038 tot I096 kiest in Fontnr.-instelling. | |
Symbolenset | Hiermee selecteert u de symbool- of tekenset. | |
Tabel afdrukken | Hiermee drukt u de codetabel af. | |
Auto LF | AAN: CR -> CR+LF, UIT: CR -> CR | |
Auto CR | AAN: LF -> LF+CR, FF -> FF+CR of VT -> VT+CR UIT: LF -> LF, FF -> FF of VT -> VT | |
Auto WRAP | Hiermee kiest u of een regelinvoer en regelterugloop voorvallen wanneer de machine de rechtermarge bereikt. | |
Auto SKIP | Hiermee kiest u of een regelinvoer en regelterugloop voorvallen wanneer de regelpositie de onderste marge bereikt. | |
Linkerkantlijn | Hiermee stelt u de linkermarge bij kolom 0 tot 70 in op 1 cpi. | |
Rechterkantlijn | Hiermee stelt u de rechtermarge bij kolom 10 tot 80 in op 1 cpi. | |
Bovenmarge | Hiermee stelt u de bovenste margeafstand in van de bovenrand van het papier. | |
Ondermarge | Hiermee stelt u de onderste margeafstand in van de onderrand van het papier. | |
Regels | Hiermee stelt u het aantal lijnen op elke pagina in. | |
Opdracht lade | Selecteer deze instelling als een verkeerde lade wordt gebruikt wanneer u de HP-drivers gebruikt. |
Alle andere modellen
Niveau 1 | Niveau 2 | Beschrijving |
---|---|---|
Testafdruk | - | Druk een testpagina af. |
Tweezijdig (Voor modellen met automatisch tweezijdig afdrukken) | 2-zijdige afdruk | Schakel tweezijdig afdrukken in of uit en selecteer omdraaien langs lange zijde of korte zijde. |
Eén afbeelding | Voor een afdruktaak waarbij de laatste pagina een enkelzijdige afbeelding is, selecteert u de optie 1-zijd. invoer om de afdruktijd te verminderen. | |
Autom.doorgaan | - | Selecteer als u wilt dat de machine fouten met het papierformaat of fouten met het mediatype automatisch wist. |
Printpositie | X Offset | Hiermee verplaatst u de afdrukstartpositie (aan de linkerbovenhoek van pagina's) horizontaal tot max. -500 (links) tot +500 (rechts) punten in 300 dpi. |
Y Offset | Hiermee verplaatst u de afdrukstartpositie (aan de linkerbovenhoek van pagina's) verticaal tot max. -500 (boven) tot +500 (onder) punten in 300 dpi. |
[Netwerk] (HL-L2350DW/HL-L2357DW)
Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | Niveau 4 | Omschrijvingen |
---|---|---|---|---|
WLAN | TCP/IP | Opstartmeth. | - | Hiermee kiest u de IP-methode die het best aan uw behoeften voldoet. |
IP-adres | - | Voer het IP-adres in. | ||
Subnetmasker | - | Voer het Subnetmasker in. | ||
Gateway | - | Voer het Gateway-adres in. | ||
Knooppuntnaam | - | Voer de knooppuntnaam in. | ||
WINS Config | - | Selecteert de WINS-configuratiemodus. | ||
WINS-server | Primair | Specificeer het IP-adres van de primaire WINS-server. | ||
Secundair | Specificeer het IP-adres van de secundaire WINS-server. | |||
DNS-server | Primair | Specificeer het IP-adres van de primaire DNS-server. | ||
Secundair | Specificeer het IP-adres van de secundaire DNS-server. | |||
APIPA | - | Hiermee wijst u automatisch het IP-adres van het link-local-adresbereik toe *1. | ||
IPv6 | - | Hiermee kunt u het IPv6-protocol in- of uitschakelen. | ||
Inst. Wizard | - | - | Hiermee configureert u de draadloze netwerkinstellingen met de installatiewizard. | |
WLAN-assistent | - | - | U kunt met de installatieschijf van Brother uw instellingen voor het draadloos netwerk instellen. | |
WPS | - | - | U kunt uw draadloze netwerkinstellingen eenvoudig configureren met één druk op de knop. | |
WPS met pincode | - | - | Hiermee configureert u de draadloze netwerkinstellingen met WPS en een pincode. | |
Status WLAN | Status | - | Hiermee geeft u de draadloze ethernetlinkstatus weer. | |
Signaal | - | Hiermee geeft u de signaaltoestand weer. | ||
Kanaal | - | Hiermee geeft u het gebruikte kanaal weer wanneer Status op Actief staat. | ||
Snelheid | - | Hiermee geeft u de verbindingssnelheid weer wanneer Status op Actief staat. | ||
SSID | - | Hiermee geeft u de SSID weer. | ||
Comm. Modus | - | Hiermee geeft u de huidige communicatiemodus weer. | ||
MAC-adres | - | - | Hiermee geeft u het MAC-adres van de machine weer. | |
WLAN Activeren | - | - | Hiermee schakelt u de draadloze interface in of uit. | |
Wi-Fi Direct | Drukknop | - | - | Hiermee configureert u uw Wi-Fi Direct-netwerkinstellingen snel met de drukknopmethode. |
Pincode | - | - | Hiermee kunt u uw Wi-Fi Direct-netwerkinstellingen snel configureren met WPS en een pincode. | |
Handmatig | - | - | Hiermee configureert u handmatig uw Wi-Fi Direct-netwerkinstellingen. | |
Groepseigenaar | - | - | Hiermee kunt u uw machine als groepseigenaar instellen. | |
Apparaatinfo. | Apparaatnaam | - | Hiermee wordt de apparaatnaam van uw machine weergegeven. | |
SSID | - | Hiermee geeft u de SSID van de groepseigenaar weer. | ||
IP-adres | - | Hiermee geeft u het IP-adres van uw machine weer. | ||
Statusinfo | Status | - | Hiermee geeft u de Wi-Fi Direct-netwerkstatus weer. | |
Signaal | - | Hiermee geeft u de huidige signaalsterkte van het Wi-Fi Direct-netwerk weer. Wanneer uw machine als Groepseigenaar handelt, geeft de LCD altijd Sterk weer. | ||
Kanaal | - | Hiermee geeft u het gebruikte kanaal weer wanneer de Status Gr.eig. actf of Cliënt actief is. | ||
Snelheid | - | Hiermee geeft u de verbindingssnelheid weer wanneer Status Gr.eig. actf of Cliënt actief is. | ||
Interf. insch. | - | - | Hiermee schakelt u de Wi-Fi Direct-verbinding in of uit. | |
Netw. resetten | - | - | - | Hiermee herstelt u alle netwerkinstellingen van uw machine naar de fabrieksinstellingen. |
[Netwerk] (HL-L2370DN)
Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | Beschrijving |
---|---|---|---|
TCP/IP | Opstartmeth. | - | Hiermee kiest u de IP-methode die het best aan uw behoeften voldoet. |
IP-adres | - | Voer het IP-adres in. | |
Subnetmasker | - | Voer het Subnetmasker in. | |
Gateway | - | Voer het Gateway-adres in. | |
Knooppuntnaam | - | Voer de knooppuntnaam in. | |
WINS Config | - | Selecteert de WINS-configuratiemodus. | |
WINS-server | Primair | Specificeer het IP-adres van de primaire WINS-server. | |
Secundair | Specificeer het IP-adres van de secundaire WINS-server. | ||
DNS-server | Primair | Specificeer het IP-adres van de primaire DNS-server. | |
Secundair | Specificeer het IP-adres van de secundaire DNS-server. | ||
APIPA | - | Wijst automatisch het IP-adres van het link-local-adresbereik toe *1. | |
IPv6 | - | Hiermee kunt u het IPv6-protocol in- of uitschakelen. | |
Ethernet | - | - | Hiermee kiest u de ethernetlinkmodus. |
Status bedraad | - | - | Hiermee geeft u de ethernetlinkstatus weer. |
MAC-adres | - | - | Hiermee geeft u het MAC-adres van de machine weer. |
Netw. resetten | - | - | Hiermee herstelt u alle netwerkinstellingen van uw machine naar de fabrieksinstellingen. |
[Netwerk] (HL-L2375DW)
Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | Niveau 4 | Omschrijvingen |
---|---|---|---|---|
LAN met kabel | TCP/IP | Opstartmeth. | - | Hiermee kiest u de IP-methode die het best aan uw behoeften voldoet. |
IP-adres | - | Voer het IP-adres in. | ||
Subnetmasker | - | Voer het Subnetmasker in. | ||
Gateway | - | Voer het Gateway-adres in. | ||
Knooppuntnaam | - | Voer de knooppuntnaam in. | ||
WINS Config | - | Selecteert de WINS-configuratiemodus. | ||
WINS-server | Primair | Specificeer het IP-adres van de primaire WINS-server. | ||
Secundair | Specificeer het IP-adres van de secundaire WINS-server. | |||
DNS-server | Primair | Specificeer het IP-adres van de primaire DNS-server. | ||
Secundair | Specificeer het IP-adres van de secundaire DNS-server. | |||
APIPA | - | Wijst automatisch het IP-adres van het link-local-adresbereik toe *1. | ||
IPv6 | - | Hiermee kunt u het IPv6-protocol in- of uitschakelen. | ||
Ethernet | - | - | Hiermee kiest u de ethernetlinkmodus. | |
Status bedraad | - | - | Hiermee geeft u de ethernetlinkstatus weer. | |
MAC-adres | - | - | Hiermee geeft u het MAC-adres van de machine weer. | |
Standaard | - | - | Hiermee herstelt u de instellingen van het bedrade netwerk van uw machine naar de fabrieksinstellingen. | |
Bekabeld insch. | - | - | Hiermee schakelt u de bedrade interface in of uit. | |
WLAN | TCP/IP | Opstartmeth. | - | Hiermee kiest u de IP-methode die het best aan uw behoeften voldoet. |
IP-adres | - | Voer het IP-adres in. | ||
Subnetmasker | - | Voer het Subnetmasker in. | ||
Gateway | - | Voer het Gateway-adres in. | ||
Knooppuntnaam | - | Voer de knooppuntnaam in. | ||
WINS Config | - | Selecteert de WINS-configuratiemodus. | ||
WINS-server | Primair | Specificeer het IP-adres van de primaire WINS-server. | ||
Secundair | Specificeer het IP-adres van de secundaire WINS-server. | |||
DNS-server | Primair | Specificeer het IP-adres van de primaire DNS-server. | ||
Secundair | Specificeer het IP-adres van de secundaire DNS-server. | |||
APIPA | - | Wijst automatisch het IP-adres van het link-local-adresbereik toe *1. | ||
IPv6 | - | Hiermee kunt u het IPv6-protocol in- of uitschakelen. | ||
Inst. Wizard | - | - | Hiermee configureert u de draadloze netwerkinstellingen met de installatiewizard. | |
WLAN-assistent | - | - | U kunt met de installatieschijf van Brother uw instellingen voor het draadloos netwerk instellen. | |
WPS | - | - | U kunt uw draadloze netwerkinstellingen eenvoudig configureren met één druk op de knop. | |
WPS met pincode | - | - | Hiermee configureert u de draadloze netwerkinstellingen met WPS en een pincode. | |
Status WLAN | Status | - | Hiermee geeft u de draadloze ethernetlinkstatus weer. | |
Signaal | - | Hiermee geeft u de signaaltoestand weer. | ||
Kanaal | - | Hiermee geeft u het gebruikte kanaal weer wanneer Status op Actief staat. | ||
Snelheid | - | Hiermee geeft u de verbindingssnelheid weer wanneer Status op Actief staat. | ||
SSID | - | Hiermee geeft u de SSID weer. | ||
Comm. Modus | - | Hiermee geeft u de huidige communicatiemodus weer. | ||
MAC-adres | - | - | Hiermee geeft u het MAC-adres van de machine weer. | |
Standaard | - | - | Hiermee herstelt u de instellingen van het draadloze netwerk van uw machine naar de fabrieksinstellingen. | |
WLAN Activeren | - | - | Hiermee schakelt u de draadloze interface in of uit. | |
Wi-Fi Direct | Drukknop | - | - | Hiermee configureert u uw Wi-Fi Direct-netwerkinstellingen snel met de drukknopmethode. |
Pincode | - | - | Hiermee kunt u uw Wi-Fi Direct-netwerkinstellingen snel configureren met WPS en een pincode. | |
Handmatig | - | - | Hiermee configureert u handmatig uw Wi-Fi Direct-netwerkinstellingen. | |
Groepseigenaar | - | - | Hiermee kunt u uw machine als groepseigenaar instellen. | |
Apparaatinfo. | Apparaatnaam | - | Hiermee wordt de apparaatnaam van uw machine weergegeven. | |
SSID | - | Hiermee geeft u de SSID van de groepseigenaar weer. | ||
IP-adres | - | Hiermee geeft u het IP-adres van uw machine weer. | ||
Statusinfo | Status | - | Hiermee geeft u de Wi-Fi Direct-netwerkstatus weer. | |
Signaal | - | Hiermee geeft u de huidige signaalsterkte van het Wi-Fi Direct-netwerk weer. Wanneer uw machine als Groepseigenaar handelt, geeft de LCD altijd Sterk weer. | ||
Kanaal | - | Hiermee geeft u het gebruikte kanaal weer wanneer de Status Gr.eig. actf of Cliënt actief is. | ||
Snelheid | - | Hiermee geeft u de verbindingssnelheid weer wanneer Status Gr.eig. actf of Cliënt actief is. | ||
Interf. insch. | - | - | Hiermee schakelt u de Wi-Fi Direct-verbinding in of uit. | |
Netw. resetten | - | - | - | Hiermee herstelt u alle netwerkinstellingen van uw machine naar de fabrieksinstellingen. |
[Print lijsten]
Niveau 1 | Niveau 2 | Beschrijving |
---|---|---|
Printerinst. | - | Hiermee drukt u de pagina met printerinstellingen af. |
Netwerk Conf. (Voor netwerkmodellen) | - | Hiermee drukt u het netwerkconfiguratierapport af. |
Bestandsl. afdr. (alleen op bepaalde modellen beschikbaar) | - | Hiermee drukt u een lijst af met de gegevens die zijn opgeslagen in het geheugen. |
Drum puntafdruk | - | Druk het vel met puntcontrole van de drum af. |
WLAN-rapport (Voor draadloze modellen) | - | Hiermee drukt u het resultaat van de verbindingsdiagnose van het draadloze LAN af. |
[Machine-info]
Niveau 1 | Niveau 2 | Beschrijving |
---|---|---|
Serienummer | - | Hiermee geeft u het serienummer van de machine weer. |
Firmware-versie | - | Hiermee controleert u de firmwareversie van uw machine. |
Paginateller | - | Hiermee geeft u het totale aantal afgedrukte pagina's weer. |
Duur onderdelen *1 | Levensduur toner | Hiermee geeft u de resterende levensduur van de tonercartridge weer. |
Levensduur drum | Hiermee geeft u de resterende levensduur van de drumeenheid weer. |
[Stand.instel.]
Niveau 1 | Niveau 2 | Beschrijving |
---|---|---|
Reset | Reset machine | Herstelt alle apparaat-instellingen die u hebt gewijzigd. |
Netw. resetten | Zet alle netwerkinstellingen terug naar de fabrieksinstellingen. | |
Fabrieksinstell. | Herstelt alle fabrieksinstellingen van het apparaat. Voer deze handeling uit wanneer u uw apparaat wegdoet. | |
Taalkeuze | - | Selecteer de LCD-taal voor uw land. |