Home > Beveiliging > Functies voor netwerkbeveiliging > Uw netwerk veilig beheren met SSL/TLS > Certificaten en Beheer via een webbrowser > Een certificaat aanmaken en installeren > Certificaat van een certificeringsinstantie (CA) aanmaken en installeren > Het certificaat en de private sleutel importeren en exporteren > Het certificaat en de private sleutel exporteren
Het certificaat en de private sleutel exporteren
- Start uw webbrowser.
- Tik "http://IP-adres van machine" in de adresbalk van uw browser (waarbij "IP-adres van machine" staat voor het IP-adres van de machine).Bijvoorbeeld:
http://192.168.1.2
Als u een DNS (domeinnaamsysteem) of een NetBIOS-naam gebruikt, kunt u in plaats van het IP-adres een andere naam invoeren zoals "GedeeldePrinter".
- Bijvoorbeeld:
http://GedeeldePrinter
Als u een NetBIOS-naam inschakelt, kunt u ook de knooppuntnaam gebruiken.
- Bijvoorbeeld:
http://brnxxxxxxxxxxxx
De NetBIOS-naam kunt u vinden door het netwerkconfiguratierapport af te drukken.
- Voor Mac gaat u naar Beheer via een webbrowser door op het pictogram van de machine op het scherm Status Monitor te klikken.
- Standaard is er geen wachtwoord vereist. Tik een wachtwoord als u dit hebt ingesteld en klik vervolgens op
.
- Klik op het tabblad Netwerk.
- Klik op het tabblad Beveiliging.
- Klik op Certificaat.
- Klik op Exporteren naast Certificaten.
- Voer het wachtwoord in als u het bestand wil versleutelen.Als een leeg wachtwoord wordt gebruikt, wordt er geen versleuteling toegepast.
- Voer het wachtwoord nogmaals in ter bevestiging en klik daarna op Indienen.
- Klik op Opslaan.
- Geef de locatie op waar u het bestand wilt opslaan.
U kunt het certificaat ook importeren op uw computer.