Zoeken

Instellingentabellen (modellen met éénregelige LCD)

Gerelateerde modellen:HL‑L2350DW / HL‑L2357DW / HL‑L2370DN / HL‑L2375DW
Gebruik deze tabellen om de diverse menu's en opties te begrijpen die u zult gebruiken om uw voorkeuren op het apparaat in te stellen.

[Standaardinst.]

Niveau 1

Niveau 2

Niveau 3

Beschrijving

Lade-instelling

Papiersoort

-

Stel het papiertype in de papierlade in.

Papierform.

-

Hiermee stelt u het papierformaat in.

Formaat contr.

-

Hiermee selecteert u of een bericht moet worden weergegeven dat u vraagt om de grootte van het papier in de machine en het overeenstemmende papierformaat van de machine te controleren.

Handinvoer

-

Selecteer of er vanaf de sleuf voor handmatige invoer moet worden afgedrukt.

Resolutie

-

-

Kies een afdrukresolutie.

Dichtheid

-

-

Verhoog of verlaag de afdrukdichtheid.

Ecologie

Ecomodus

-

Hiermee schakelt u de volgende machine-instellingen tegelijkertijd in.

  • 2-zijdige afdruk: Lange zijde(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)
  • Tijd slaapstand:0Min

Toner besparen

-

Hiermee verhoogt u het rendement van de tonercartridge.

Tijd slaapstand

-

Hiermee bepaalt u hoeveel tijd verstrijkt voordat de machine naar de energiespaarstand gaat.

Stille modus

-

Verminder de afdrukgeluidsemissie.

Aut. uitschak.

-

Hiermee kunt u de uren opgeven waarin de machine in de slaapstand blijft staan voordat deze wordt uitgeschakeld.

Bediening

Toets herhalen

-

Hiermee stelt u de tijd in voor het wijzigen van het LCD-bericht wanneer image of image op regelmatige tijdstippen worden gehouden.

Bericht bladeren

-

Hiermee stelt u de tijd in seconden in dat een LCD-bericht op de LCD zal bladeren. Van Niveau 1=0,2 sec tot Niveau 10=2,0 sec.

LCD-Contrast

-

Pas het contrast van de LCD aan.

Autom. online

-

Hiermee plaatst u de machine na 30 seconden inactiviteit terug naar de stand Gereed.

Instelblokk.

-

-

Hiermee vergrendelt u de instellingen van uw machine met het vergrendelingswachtwoord.

Interface

Selecteren

-

Selecteer de te gebruiken interface.

Als u Auto kiest, wijzigt de machine de interface naar USB of netwerk afhankelijk van welke interface gegevens ontvangt.

Auto IF-tijd

-

Hiermee stelt u de time-outperiode voor de automatische interfaceselectie in.

Input Buffer

-

Hiermee kunt u de capaciteit van de invoerbuffer vergroten of verkleinen.

Toner vervangen

-

-

Stelt het apparaat in op continu afdrukken nadat de LCD Toner vervangen weergeeft.

[Printer]

Voor modellen die printeremulatie ondersteunen

Niveau 1

Niveau 2

Beschrijving

Afdrukopties

Lettretypelijst

Druk de lijst met lettertypes en voorbeelden af.

Testafdruk

Druk een testpagina af.

Tweezijdig

(Voor modellen met automatisch tweezijdig afdrukken)

2-zijdige afdruk

Schakel tweezijdig afdrukken in of uit en selecteer omdraaien langs lange zijde of korte zijde.

Eén afbeelding

Voor een afdruktaak waarbij de laatste pagina een enkelzijdige afbeelding is, selecteert u de optie 1-zijd. invoer om de afdruktijd te verminderen.

Autom.doorgaan

-

Selecteer als u wilt dat de machine fouten met het papierformaat of fouten met het mediatype automatisch wist.

Papiersoort

-

Hiermee stelt u het papiertype in.

Papierform.

-

Hiermee stelt u het papierformaat in.

Aantal

-

Hiermee stelt u het aantal afgedrukte pagina's in.

Orientatie

-

Hiermee bepaalt u of u pagina's staand of liggend wilt afdrukken.

Printpositie

X Offset

Hiermee verplaatst u de afdrukstartpositie (aan de linkerbovenhoek van pagina's) horizontaal tot max. -500 (links) tot +500 (rechts) punten in 300 dpi.

Y Offset

Hiermee verplaatst u de afdrukstartpositie (aan de linkerbovenhoek van pagina's) verticaal tot max. -500 (boven) tot +500 (onder) punten in 300 dpi.

Auto FF

-

Hiermee drukt de machine automatisch overblijvende gegevens af.

HP LaserJet

Fontnr.

Stel het lettertypenummer in.

Font breedte

Hiermee stelt u de lettertypepitch in.

Het Font breedte-menu verschijnt wanneer u I012 tot I018, I031 tot I037 of I097 tot I109 kiest in Fontnr.-instelling.

Font punts

Hiermee stelt u de grootte van het lettertype in.

Het Font punts-menu verschijnt wanneer u I000 tot I011, I019 tot I030 of I038 tot I096 kiest in Fontnr.-instelling.

Symbolenset

Hiermee selecteert u de symbool- of tekenset.

Tabel afdrukken

Hiermee drukt u de codetabel af.

Auto LF

AAN: CR -> CR+LF, UIT: CR -> CR

Auto CR

AAN: LF -> LF+CR, FF -> FF+CR of VT -> VT+CR

UIT: LF -> LF, FF -> FF of VT -> VT

Auto WRAP

Hiermee kiest u of een regelinvoer en regelterugloop voorvallen wanneer de machine de rechtermarge bereikt.

Auto SKIP

Hiermee kiest u of een regelinvoer en regelterugloop voorvallen wanneer de regelpositie de onderste marge bereikt.

Linkerkantlijn

Hiermee stelt u de linkermarge bij kolom 0 tot 70 in op 1 cpi.

Rechterkantlijn

Hiermee stelt u de rechtermarge bij kolom 10 tot 80 in op 1 cpi.

Bovenmarge

Hiermee stelt u de bovenste margeafstand in van de bovenrand van het papier.

Ondermarge

Hiermee stelt u de onderste margeafstand in van de onderrand van het papier.

Regels

Hiermee stelt u het aantal lijnen op elke pagina in.

Opdracht lade

Selecteer deze instelling als een verkeerde lade wordt gebruikt wanneer u de HP-drivers gebruikt.

Alle andere modellen

Niveau 1

Niveau 2

Beschrijving

Testafdruk

-

Druk een testpagina af.

Tweezijdig

(Voor modellen met automatisch tweezijdig afdrukken)

2-zijdige afdruk

Schakel tweezijdig afdrukken in of uit en selecteer omdraaien langs lange zijde of korte zijde.

Eén afbeelding

Voor een afdruktaak waarbij de laatste pagina een enkelzijdige afbeelding is, selecteert u de optie 1-zijd. invoer om de afdruktijd te verminderen.

Autom.doorgaan

-

Selecteer als u wilt dat de machine fouten met het papierformaat of fouten met het mediatype automatisch wist.

Printpositie

X Offset

Hiermee verplaatst u de afdrukstartpositie (aan de linkerbovenhoek van pagina's) horizontaal tot max. -500 (links) tot +500 (rechts) punten in 300 dpi.

Y Offset

Hiermee verplaatst u de afdrukstartpositie (aan de linkerbovenhoek van pagina's) verticaal tot max. -500 (boven) tot +500 (onder) punten in 300 dpi.

[Netwerk] (HL-L2350DW/HL-L2357DW)

Niveau 1

Niveau 2

Niveau 3

Niveau 4

Omschrijvingen

WLAN

TCP/IP

Opstartmeth.

-

Hiermee kiest u de IP-methode die het best aan uw behoeften voldoet.

IP-adres

-

Voer het IP-adres in.

Subnetmasker

-

Voer het Subnetmasker in.

Gateway

-

Voer het Gateway-adres in.

Knooppuntnaam

-

Voer de knooppuntnaam in.

WINS Config

-

Selecteert de WINS-configuratiemodus.

WINS-server

Primair

Specificeer het IP-adres van de primaire WINS-server.

Secundair

Specificeer het IP-adres van de secundaire WINS-server.

DNS-server

Primair

Specificeer het IP-adres van de primaire DNS-server.

Secundair

Specificeer het IP-adres van de secundaire DNS-server.

APIPA

-

Hiermee wijst u automatisch het IP-adres van het link-local-adresbereik toe *1.

IPv6

-

Hiermee kunt u het IPv6-protocol in- of uitschakelen.

Inst. Wizard

-

-

Hiermee configureert u de draadloze netwerkinstellingen met de installatiewizard.

WLAN-assistent

-

-

U kunt met de installatieschijf van Brother uw instellingen voor het draadloos netwerk instellen.

WPS

-

-

U kunt uw draadloze netwerkinstellingen eenvoudig configureren met één druk op de knop.

WPS met pincode

-

-

Hiermee configureert u de draadloze netwerkinstellingen met WPS en een pincode.

Status WLAN

Status

-

Hiermee geeft u de draadloze ethernetlinkstatus weer.

Signaal

-

Hiermee geeft u de signaaltoestand weer.

Kanaal

-

Hiermee geeft u het gebruikte kanaal weer wanneer Status op Actief staat.

Snelheid

-

Hiermee geeft u de verbindingssnelheid weer wanneer Status op Actief staat.

SSID

-

Hiermee geeft u de SSID weer.

Comm. Modus

-

Hiermee geeft u de huidige communicatiemodus weer.

MAC-adres

-

-

Hiermee geeft u het MAC-adres van de machine weer.

WLAN Activeren

-

-

Hiermee schakelt u de draadloze interface in of uit.

Wi-Fi Direct

Drukknop

-

-

Hiermee configureert u uw Wi-Fi Direct-netwerkinstellingen snel met de drukknopmethode.

Pincode

-

-

Hiermee kunt u uw Wi-Fi Direct-netwerkinstellingen snel configureren met WPS en een pincode.

Handmatig

-

-

Hiermee configureert u handmatig uw Wi-Fi Direct-netwerkinstellingen.

Groepseigenaar

-

-

Hiermee kunt u uw machine als groepseigenaar instellen.

Apparaatinfo.

Apparaatnaam

-

Hiermee wordt de apparaatnaam van uw machine weergegeven.

SSID

-

Hiermee geeft u de SSID van de groepseigenaar weer.

IP-adres

-

Hiermee geeft u het IP-adres van uw machine weer.

Statusinfo

Status

-

Hiermee geeft u de Wi-Fi Direct-netwerkstatus weer.

Signaal

-

Hiermee geeft u de huidige signaalsterkte van het Wi-Fi Direct-netwerk weer.

Wanneer uw machine als Groepseigenaar handelt, geeft de LCD altijd Sterk weer.

Kanaal

-

Hiermee geeft u het gebruikte kanaal weer wanneer de Status Gr.eig. actf of Cliënt actief is.

Snelheid

-

Hiermee geeft u de verbindingssnelheid weer wanneer Status Gr.eig. actf of Cliënt actief is.

Interf. insch.

-

-

Hiermee schakelt u de Wi-Fi Direct-verbinding in of uit.

Netw. resetten

-

-

-

Hiermee herstelt u alle netwerkinstellingen van uw machine naar de fabrieksinstellingen.

*1
Als bij de verbinding met het netwerk de 'Opstartmethode' van het apparaat op 'Auto' staat, probeert het apparaat het IP-adres en subnetmasker in te stellen van een opstartserver zoals DHCP. Als er geen bootserver wordt gevonden, wordt een APIPA IP-adres toegewezen, bijvoorbeeld 169. 254. [001-254]. [000-255]. Als de 'Opstartmethode' van het apparaat op 'Statisch' is ingesteld, moet u op het bedieningspaneel van het apparaat handmatig een IP-adres invoeren.

[Netwerk] (HL-L2370DN)

Niveau 1

Niveau 2

Niveau 3

Beschrijving

TCP/IP

Opstartmeth.

-

Hiermee kiest u de IP-methode die het best aan uw behoeften voldoet.

IP-adres

-

Voer het IP-adres in.

Subnetmasker

-

Voer het Subnetmasker in.

Gateway

-

Voer het Gateway-adres in.

Knooppuntnaam

-

Voer de knooppuntnaam in.

WINS Config

-

Selecteert de WINS-configuratiemodus.

WINS-server

Primair

Specificeer het IP-adres van de primaire WINS-server.

Secundair

Specificeer het IP-adres van de secundaire WINS-server.

DNS-server

Primair

Specificeer het IP-adres van de primaire DNS-server.

Secundair

Specificeer het IP-adres van de secundaire DNS-server.

APIPA

-

Wijst automatisch het IP-adres van het link-local-adresbereik toe *1.

IPv6

-

Hiermee kunt u het IPv6-protocol in- of uitschakelen.

Ethernet

-

-

Hiermee kiest u de ethernetlinkmodus.

Status bedraad

-

-

Hiermee geeft u de ethernetlinkstatus weer.

MAC-adres

-

-

Hiermee geeft u het MAC-adres van de machine weer.

Netw. resetten

-

-

Hiermee herstelt u alle netwerkinstellingen van uw machine naar de fabrieksinstellingen.

*1
Als bij de verbinding met het netwerk de 'Opstartmethode' van het apparaat op 'Auto' staat, probeert het apparaat het IP-adres en subnetmasker in te stellen van een opstartserver zoals DHCP. Als er geen bootserver wordt gevonden, wordt een APIPA IP-adres toegewezen, bijvoorbeeld 169. 254. [001-254]. [000-255]. Als de 'Opstartmethode' van het apparaat op 'Statisch' is ingesteld, moet u op het bedieningspaneel van het apparaat handmatig een IP-adres invoeren.

[Netwerk] (HL-L2375DW)

Niveau 1

Niveau 2

Niveau 3

Niveau 4

Omschrijvingen

LAN met kabel

TCP/IP

Opstartmeth.

-

Hiermee kiest u de IP-methode die het best aan uw behoeften voldoet.

IP-adres

-

Voer het IP-adres in.

Subnetmasker

-

Voer het Subnetmasker in.

Gateway

-

Voer het Gateway-adres in.

Knooppuntnaam

-

Voer de knooppuntnaam in.

WINS Config

-

Selecteert de WINS-configuratiemodus.

WINS-server

Primair

Specificeer het IP-adres van de primaire WINS-server.

Secundair

Specificeer het IP-adres van de secundaire WINS-server.

DNS-server

Primair

Specificeer het IP-adres van de primaire DNS-server.

Secundair

Specificeer het IP-adres van de secundaire DNS-server.

APIPA

-

Wijst automatisch het IP-adres van het link-local-adresbereik toe *1.

IPv6

-

Hiermee kunt u het IPv6-protocol in- of uitschakelen.

Ethernet

-

-

Hiermee kiest u de ethernetlinkmodus.

Status bedraad

-

-

Hiermee geeft u de ethernetlinkstatus weer.

MAC-adres

-

-

Hiermee geeft u het MAC-adres van de machine weer.

Standaard

-

-

Hiermee herstelt u de instellingen van het bedrade netwerk van uw machine naar de fabrieksinstellingen.

Bekabeld insch.

-

-

Hiermee schakelt u de bedrade interface in of uit.

WLAN

TCP/IP

Opstartmeth.

-

Hiermee kiest u de IP-methode die het best aan uw behoeften voldoet.

IP-adres

-

Voer het IP-adres in.

Subnetmasker

-

Voer het Subnetmasker in.

Gateway

-

Voer het Gateway-adres in.

Knooppuntnaam

-

Voer de knooppuntnaam in.

WINS Config

-

Selecteert de WINS-configuratiemodus.

WINS-server

Primair

Specificeer het IP-adres van de primaire WINS-server.

Secundair

Specificeer het IP-adres van de secundaire WINS-server.

DNS-server

Primair

Specificeer het IP-adres van de primaire DNS-server.

Secundair

Specificeer het IP-adres van de secundaire DNS-server.

APIPA

-

Wijst automatisch het IP-adres van het link-local-adresbereik toe *1.

IPv6

-

Hiermee kunt u het IPv6-protocol in- of uitschakelen.

Inst. Wizard

-

-

Hiermee configureert u de draadloze netwerkinstellingen met de installatiewizard.

WLAN-assistent

-

-

U kunt met de installatieschijf van Brother uw instellingen voor het draadloos netwerk instellen.

WPS

-

-

U kunt uw draadloze netwerkinstellingen eenvoudig configureren met één druk op de knop.

WPS met pincode

-

-

Hiermee configureert u de draadloze netwerkinstellingen met WPS en een pincode.

Status WLAN

Status

-

Hiermee geeft u de draadloze ethernetlinkstatus weer.

Signaal

-

Hiermee geeft u de signaaltoestand weer.

Kanaal

-

Hiermee geeft u het gebruikte kanaal weer wanneer Status op Actief staat.

Snelheid

-

Hiermee geeft u de verbindingssnelheid weer wanneer Status op Actief staat.

SSID

-

Hiermee geeft u de SSID weer.

Comm. Modus

-

Hiermee geeft u de huidige communicatiemodus weer.

MAC-adres

-

-

Hiermee geeft u het MAC-adres van de machine weer.

Standaard

-

-

Hiermee herstelt u de instellingen van het draadloze netwerk van uw machine naar de fabrieksinstellingen.

WLAN Activeren

-

-

Hiermee schakelt u de draadloze interface in of uit.

Wi-Fi Direct

Drukknop

-

-

Hiermee configureert u uw Wi-Fi Direct-netwerkinstellingen snel met de drukknopmethode.

Pincode

-

-

Hiermee kunt u uw Wi-Fi Direct-netwerkinstellingen snel configureren met WPS en een pincode.

Handmatig

-

-

Hiermee configureert u handmatig uw Wi-Fi Direct-netwerkinstellingen.

Groepseigenaar

-

-

Hiermee kunt u uw machine als groepseigenaar instellen.

Apparaatinfo.

Apparaatnaam

-

Hiermee wordt de apparaatnaam van uw machine weergegeven.

SSID

-

Hiermee geeft u de SSID van de groepseigenaar weer.

IP-adres

-

Hiermee geeft u het IP-adres van uw machine weer.

Statusinfo

Status

-

Hiermee geeft u de Wi-Fi Direct-netwerkstatus weer.

Signaal

-

Hiermee geeft u de huidige signaalsterkte van het Wi-Fi Direct-netwerk weer.

Wanneer uw machine als Groepseigenaar handelt, geeft de LCD altijd Sterk weer.

Kanaal

-

Hiermee geeft u het gebruikte kanaal weer wanneer de Status Gr.eig. actf of Cliënt actief is.

Snelheid

-

Hiermee geeft u de verbindingssnelheid weer wanneer Status Gr.eig. actf of Cliënt actief is.

Interf. insch.

-

-

Hiermee schakelt u de Wi-Fi Direct-verbinding in of uit.

Netw. resetten

-

-

-

Hiermee herstelt u alle netwerkinstellingen van uw machine naar de fabrieksinstellingen.

*1
Als bij de verbinding met het netwerk de 'Opstartmethode' van het apparaat op 'Auto' staat, probeert het apparaat het IP-adres en subnetmasker in te stellen van een opstartserver zoals DHCP. Als er geen bootserver wordt gevonden, wordt een APIPA IP-adres toegewezen, bijvoorbeeld 169. 254. [001-254]. [000-255]. Als de 'Opstartmethode' van het apparaat op 'Statisch' is ingesteld, moet u op het bedieningspaneel van het apparaat handmatig een IP-adres invoeren.

[Print lijsten]

Niveau 1

Niveau 2

Beschrijving

Printerinst.

-

Hiermee drukt u de pagina met printerinstellingen af.

Netwerk Conf.

(Voor netwerkmodellen)

-

Hiermee drukt u het netwerkconfiguratierapport af.

Bestandsl. afdr.

(alleen op bepaalde modellen beschikbaar)

-

Hiermee drukt u een lijst af met de gegevens die zijn opgeslagen in het geheugen.

Drum puntafdruk

-

Druk het vel met puntcontrole van de drum af.

WLAN-rapport

(Voor draadloze modellen)

-

Hiermee drukt u het resultaat van de verbindingsdiagnose van het draadloze LAN af.

[Machine-info]

Niveau 1

Niveau 2

Beschrijving

Serienummer

-

Hiermee geeft u het serienummer van de machine weer.

Firmware-versie

-

Hiermee controleert u de firmwareversie van uw machine.

Paginateller

-

Hiermee geeft u het totale aantal afgedrukte pagina's weer.

Duur onderdelen *1

Levensduur toner

Hiermee geeft u de resterende levensduur van de tonercartridge weer.

Levensduur drum

Hiermee geeft u de resterende levensduur van de drumeenheid weer.

*1
De gebruiksduur is een schatting en kan variëren naargelang het gebruik.

[Stand.instel.]

Niveau 1

Niveau 2

Beschrijving

Reset

Reset machine

Herstelt alle apparaat-instellingen die u hebt gewijzigd.

Netw. resetten

Zet alle netwerkinstellingen terug naar de fabrieksinstellingen.

Fabrieksinstell.

Herstelt alle fabrieksinstellingen van het apparaat. Voer deze handeling uit wanneer u uw apparaat wegdoet.

Taalkeuze

-

Selecteer de LCD-taal voor uw land.

Was deze pagina behulpzaam?

Ja

Nee