Zoeken

Een Scannen naar SFTP-profiel instellen

Installeer een Scannen naar SFTP-profiel om de gescande gegevens rechtstreeks naar een SFTP-locatie te scannen en te uploaden.

Wij raden Microsoft Internet Explorer 11/Microsoft Edge voor Windows en Safari 10/11 voor Mac aan. Zorg ervoor dat JavaScript en cookies altijd zijn geactiveerd, ongeacht welke browser u gebruikt.

  1. Start de webbrowser.

    Voer "https://IP-adres van het apparaat" in de adresregel van uw browser in (waarbij "IP-adres van het apparaat" staat voor het IP-adres van het apparaat of de naam van de afdrukserver). Voorbeeld: https://192.168.1.2

    Als u voordien een wachtwoord hebt ingesteld, voert u dit in en klikt u vervolgens op image.

  2. Klik op het tabblad Scannen.
  3. Klik op het Scannen naar FTP/SFTP/netwerk/SharePoint-menu in de linkernavigatiebalk.
  4. Selecteer de optie SFTP en klik vervolgens op Indienen.
    image
  5. Klik op het Scannen naar FTP/SFTP/netwerk/SharePoint-profiel-menu in de linkernavigatiebalk.
  6. Selecteer het profiel dat u wilt instellen of wijzigen.
    image

    Als u een van de tekens ?, /, \, ", :, <, >, | of * gebruikt, kan dit een verzendfout veroorzaken.

    Optie Beschrijving
    Profielnaam

    Voer een naam voor dit serverprofiel in (maximaal 15 alfanumerieke tekens). De LCD van het apparaat geeft deze naam weer.

    Hostadres

    Voer het hostadres (bijvoorbeeld: sftp.voorbeeld.com; tot 64 tekens) of het IP-adres (bijvoorbeeld: 192.23.56.189) in.

    Gebruikersnaam

    Voer een gebruikersnaam in (maximaal 32 tekens) die toestemming heeft om gegevens naar de FTP-server te schrijven.

    Verificatiemethode

    Selecteer Wachtwoord of Openbare sleutel.

    Ga op een van de volgende manieren te werk:

    • Wanneer u Wachtwoord selecteert, voert u het wachtwoord (tot 32 tekens) in dat betrekking heeft op de gebruikersnaam die u in het veld Gebruikersnaam invoerde. Voer het wachtwoord opnieuw in het veld Wachtwoord opnieuw invoeren in.

    • Wanneer u Openbare sleutel selecteert, selecteert u het verificatietype uit de vervolgkeuzelijst Sleutelpaar client.

    Public server key Selecteer het verificatietype.
    Directory opslaan

    Voer het pad in (max. 60 tekens) naar de map op de FTP-server waar u de gescande gegevens naartoe wilt sturen. Voer geen backslash in het begin van het pad in (bijvoorbeeld: brother/abc).

    Bestandsnaam

    Selecteer een bestandsnaam in de gegeven voorinstellingen of in de door de gebruiker gedefinieerde namen. U kunt de door de gebruiker gedefinieerde namen en stijl van de bestandsnamen instellen in het menu Bestandsnaam voor scans in de linkernavigatiebalk.

    Kwaliteit

    Selecteer een instelling voor de kwaliteit. Als u de optie Selectie gebruiker kiest, vraagt het apparaat de gebruikers een instelling op te geven telkens als deze het scanprofiel gebruiken.

    Bestandstype

    Selecteer het type bestand dat u wilt gebruiken voor het gescande document. Als u de optie Selectie gebruiker kiest, vraagt het apparaat de gebruikers een instelling op te geven telkens als deze het scanprofiel gebruiken.

    Documentgrootte

    Selecteer het formaat van het document in de lijst. Dit is nodig om ervoor te zorgen dat het gescande bestand de juiste grootte heeft.

    Lang papier scannen (ADF)

    Selecteer de optie Aan om via de ADF (automatische documentinvoer) een document te scannen dat op lang papier is afgedrukt.

    ADF automatisch rechtleggen

    Selecteer Automatisch om het apparaat zo in te stellen dat scheefgetrokken pagina's automatisch worden gecorrigeerd wanneer de pagina's worden gescand vanuit de ADF (automatische documentinvoer).

    Lege pagina overslaan

    Selecteer de optie Aan om blanco pagina's van het document uit de scanresultaten te verwijderen.

    Gevoeligheid geen lege pag.

    Selecteer het gevoeligheidsniveau voor het detecteren van blanco pagina's in de gescande gegevens. Hoe hoger het gevoeligheidsniveau, hoe gemakkelijker het voor het apparaat is om blanco pagina's te detecteren.

    Achtergrondkleur verwijderen

    Wijzig de hoeveelheid achtergrondkleur die wordt verwijderd.

    Helderheid

    Selecteer het helderheidsniveau.

    Contrast

    Selecteer het contrastniveau.

    Poortnummer

    Wijzig de instelling voor Poortnummer die wordt gebruikt voor toegang tot de FTP-server. De standaardinstelling is poort 22. In de meeste gevallen hoeft deze instelling niet te worden aangepast.

  7. Klik op Indienen.
Was deze pagina behulpzaam?

Ja

Nee