Problemen met scannen

Probleem
Oorzaak
Suggesties
Tijdens het scannen verschijnen TWAIN- of WIA-fouten. (Windows®)
De TWAIN- of WIA-driver is niet als primaire bron geselecteerd in uw scantoepassing.
Zorg ervoor dat de TWAIN- of WIA-driver van Brother als primaire bron in uw scantoepassing is geselecteerd. Klik bijvoorbeeld in Nuance™ PaperPort™12SE op Scaninstellingen en vervolgens op Selecteren om de Brother TWAIN/WIA-driver te selecteren.
Tijdens het scannen verschijnen TWAIN- of ICA-fouten. (Macintosh)
De TWAIN- of ICA-driver is niet als primaire bron geselecteerd in uw scantoepassing.
Zorg dat de Brother TWAIN-driver als primaire bron is geselecteerd.
Klik in PageManager op File (Archief), Select Source (Bron selecteren) en selecteer vervolgens de Brother TWAIN-driver.
Gebruikers van Mac OS X 10.6.x en 10.7.x kunnen ook scannen met de ICA-scannerdriver.
OCR werkt niet.
De scannerresolutie is te laag.
(Macintosh-gebruikers)
Presto! PageManager is niet geïnstalleerd op de computer.
Verhoog de scannerresolutie op een van de volgende manieren:
Zie Aangepaste scaninstellingen om te scannen met ControlCenter4 in de Startmodus (Windows®) en volg de stappen.
Zie Scaninstellingen wijzigen om te scannen met ControlCenter4 in de Geavanceerde modus (Windows®) en volg de stappen.
Zie Scaninstellingen wijzigen om te scannen met ControlCenter2 (Macintosh) en volg de stappen.
Zie Scaninstellingen wijzigen om te scannen met de toets Scannen naar pc (Windows®) en volg de stappen.
Zie Scaninstellingen wijzigen om te scannen met de toets Scannen naar pc (Macintosh) en volg de stappen.
Zie Scaninstellingen wijzigen om te scannen met de toets Scannen naar USB en volg de stappen.
(Macintosh-gebruikers)
Zorg ervoor dat Presto! PageManager vanaf de meegeleverde dvd-rom op de computer is geïnstalleerd.
Het gescande beeld vertoont verticale strepen.
Er hebben zich papierresten opgehoopt op het oppervlak van de glazen stroken.
Reinig de glazen stroken aan de binnenzijde van de machine. Zie De scanner reinigen.
Het gescande beeld ontbreekt.
De documentgeleiders zijn niet ingesteld op de breedte van het document.
De functie Automatisch rechtmaken was ingeschakeld toen het document werd gescand.
De instellingen zijn niet geschikt voor het document. Er is bijvoorbeeld een A5-document ingevoerd terwijl A4 was geselecteerd als documentgrootte.
De kaart is horizontaal geplaatst.
Stel de documentgeleiders in op de breedte van het document. Als het scanformaat is ingesteld op Automatisch en u een document scant dat uit verschillende papierformaten bestaat, moet u smalle pagina's recht invoeren en zo dicht mogelijk bij het midden van de machine. Gebruik Continu scannen als het document niet recht wordt ingevoerd.
Schakel Automatisch rechtmaken op een van de volgende manieren uit:
Zie Aangepaste scaninstellingen om te scannen met ControlCenter4 in de Startmodus (Windows®) en volg de stappen.
Zie Scaninstellingen wijzigen om te scannen met ControlCenter4 in de Geavanceerde modus (Windows®) en volg de stappen.
Zie Scaninstellingen wijzigen om te scannen met ControlCenter2 (Macintosh) en volg de stappen.
Zie Scaninstellingen wijzigen om te scannen met de toets Scannen naar pc (Windows®) en volg de stappen.
Zie Scaninstellingen wijzigen om te scannen met de toets Scannen naar pc (Macintosh) en volg de stappen.
Zie Scaninstellingen wijzigen om te scannen met de toets Scannen naar USB en volg de stappen.
Controleer of de instellingen voor de documentgrootte geschikt zijn voor het document.
Plaats de kaart verticaal.
Het gescande beeld is scheef.
De documentgeleiders zijn niet ingesteld op de breedte van het document.
De functie Automatisch rechtmaken was uitgeschakeld toen het document werd gescand.
Stel de documentgeleiders in op de breedte van het document. Als het scanformaat is ingesteld op Automatisch en u een document scant dat uit verschillende papierformaten bestaat, moet u smalle pagina's recht invoeren en zo dicht mogelijk bij het midden van de machine. Gebruik Continu scannen als het document niet recht wordt ingevoerd.
Schakel Automatisch rechtmaken op een van de volgende manieren in:
Zie Aangepaste scaninstellingen om te scannen met ControlCenter4 in de Startmodus (Windows®) en volg de stappen.
Zie Scaninstellingen wijzigen om te scannen met ControlCenter4 in de Geavanceerde modus (Windows®) en volg de stappen.
Zie Scaninstellingen wijzigen om te scannen met ControlCenter2 (Macintosh) en volg de stappen.
Zie Scaninstellingen wijzigen om te scannen met de toets Scannen naar pc (Windows®) en volg de stappen.
Zie Scaninstellingen wijzigen om te scannen met de toets Scannen naar pc (Macintosh) en volg de stappen.
Zie Scaninstellingen wijzigen om te scannen met de toets Scannen naar USB en volg de stappen.
De scansnelheid is te laag.
De resolutie is niet geschikt voor het document.
Verlaag de scannerresolutie op een van de volgende manieren:
Zie Aangepaste scaninstellingen om te scannen met ControlCenter4 in de Startmodus (Windows®) en volg de stappen.
Zie Scaninstellingen wijzigen om te scannen met ControlCenter4 in de Geavanceerde modus (Windows®) en volg de stappen.
Zie Scaninstellingen wijzigen om te scannen met ControlCenter2 (Macintosh) en volg de stappen.
Zie Scaninstellingen wijzigen om te scannen met de toets Scannen naar pc (Windows®) en volg de stappen.
Zie Scaninstellingen wijzigen om te scannen met de toets Scannen naar pc (Macintosh) en volg de stappen.
Zie Scaninstellingen wijzigen om te scannen met de toets Scannen naar USB en volg de stappen.
Het document wordt niet ingevoerd.
Er hebben zich papierresten opgehoopt op het oppervlak van de invoerrol of de scheidingspad.
Er zijn te veel documenten tegelijk in de documentinvoer geladen.
Er bevinden zich vreemde voorwerpen in de documentinvoer.
Het document is te dun of te dik.
Remote Setup wordt uitgevoerd.
Het uitwerpen van het papier is onderbroken.
Maak de scheidingspad en de invoerrol schoon. Zie De scanner reinigen.
Controleer of het document geschikt is voor de machine. Zie Geschikte documenten.
Verwijder vreemde voorwerpen of gescheurd papier uit de documentinvoer.
Controleer of het document geschikt is voor de machine. Zie Geschikte documenten.
Annuleer Remote Setup. Zie Remote Setup in Weergave van lampjes.
Ga verder met het uitwerpen van het papier. Zie Papier uitwerpen in Weergave van lampjes.
Er zijn meerdere pagina's tegelijk ingevoerd.
Er hebben zich papierresten opgehoopt op het oppervlak van de invoerrol of de scheidingspad.
Er zijn te veel documenten tegelijk in de documentinvoer geladen.
Het document is kleverig of er zit een plaknotitie op, waardoor de documenten aan elkaar plakken.
Maak de scheidingspad en de invoerrol schoon. Zie De scanner reinigen.
U mag niet meer dan 50 pagina's per keer laden. Zie Geschikte documenten.
Gebruik het hulpblad om het overlapte document te scannen.
Het document is vastgelopen.
Er hebben zich papierresten opgehoopt op het oppervlak van de invoerrol of de scheidingspad.
Er bevinden zich vreemde voorwerpen in de documentinvoer.
Het document is niet geschikt voor de machine.
Maak de scheidingspad en de invoerrol schoon. Zie De scanner reinigen.
Verwijder vreemde voorwerpen of gescheurd papier uit de documentinvoer.
Controleer of het document geschikt is voor de machine. Zie Geschikte documenten.
De kwaliteit van de scan is slecht.
Er hebben zich papierresten opgehoopt op het oppervlak van de invoerrol of de scheidingspad.
Er hebben zich papierresten opgehoopt op het oppervlak van de glazen stroken aan de binnenzijde van de machine.
U hebt kranten of tijdschriften gescand met de functie Doorschijnen voorkomen/Basiskleur verwijderen en met een lage resolutie.
Maak de scheidingspad en de invoerrol schoon. Zie De scanner reinigen.
Reinig de glazen stroken aan de binnenzijde van de machine. Zie De scanner reinigen.
Verhoog de scannerresolutie op een van de volgende manieren:
Zie Aangepaste scaninstellingen om te scannen met ControlCenter4 in de Startmodus (Windows®) en volg de stappen.
Zie Scaninstellingen wijzigen om te scannen met ControlCenter4 in de Geavanceerde modus (Windows®) en volg de stappen.
Zie Scaninstellingen wijzigen om te scannen met ControlCenter2 (Macintosh) en volg de stappen.
Zie Scaninstellingen wijzigen om te scannen met de toets Scannen naar pc (Windows®) en volg de stappen.
Zie Scaninstellingen wijzigen om te scannen met de toets Scannen naar pc (Macintosh) en volg de stappen.
Zie Scaninstellingen wijzigen om te scannen met de toets Scannen naar USB en volg de stappen.
Er is tussen het scannen van twee pagina's altijd een pauze van ongeveer 3 seconden.
De machine is in de motorbeschermingsmodus. Als u continu scant, kan de interne temperatuur van de machine oplopen. De machine schakelt dan automatisch over naar de beschermingsmodus voor de motor.
Opmerking Opmerking
De lengte van de pauze is afhankelijk van de scanomstandigheden.
Dit is normaal en u kunt gewoon doorgaan met scannen. Als u continu scant, kan de interne temperatuur van de machine oplopen. De machine schakelt dan automatisch over naar de beschermingsmodus voor de motor.
Er schijnen andere gegevens door in de scan.
De instellingen komen niet overeen met het type document dat wordt gescand.
Schakel het selectievakje Doorschijnen voorkomen/Basiskleur verwijderen in.
De kleuren in de scan zijn te donker.
De instellingen komen niet overeen met het type document dat wordt gescand.
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Schakel het selectievakje Doorschijnen voorkomen/Basiskleur verwijderen in en start het scannen vervolgens vanaf uw computer.
Verhoog de helderheid en start het scannen vanaf uw computer.
Verhoog het contrast en start het scannen vanaf uw computer.
Stel Type scan in op Grijs of Kleur en start het scannen vanaf uw computer.
Er is een niet-blanco pagina overgeslagen.
Het document is te licht.
Blanco pagina's overslaan is ingeschakeld.
Schakel Blanco pagina's overslaan uit.