Zoeken

Instellingstabellen (HL-L6410DN/HL-L6415DN)

Gerelateerde modellen:HL‑L6410DN / HL‑L6415DN

[Instellingen]

image [Instellingen]

Niveau 2

Niveau 3

Niveau 4

Omschrijvingen

Toner

Levensduur toner

-

U kunt bekijken hoeveel toner ongeveer resteert.

Testafdruk

-

Hiermee drukt u een testpagina af.

Controle van tonercartridge

-

Bekijk op het LCD-scherm informatie over de geïnstalleerde tonercartridge, bijvoorbeeld of de tonercartridge een originele tonercartridge is of niet.

Netwerk

LAN met kabel

-

Hiermee opent u het instellingenmenu voor een bedraad LAN.

WLAN(Wi-Fi)  *1

-

Hiermee opent u de WLAN-instellingenmenu's.

Wi-Fi Direct

-

-

Hiermee opent u de instellingenmenu's van Wi-Fi Direct.

Lade-instell.

-

-

Hiermee opent u de lade-instellingenmenu's.

Ecomodus

-

-

Hiermee schakelt u de volgende apparaatinstellingen tegelijkertijd in:

  • 2-zijdige afdruk: Lange zijde *2
  • Tijd slaapstand: 0 Min
  • Lichtdim-timer: 10 sec
  • Stille modus: Aan *2
  • Toner besparen: Aan *2

Alle instell.

-

-

Hiermee kunt u de gedetailleerde instellingen configureren.

*1
Bij bepaalde modellen kan de draadloze netwerkverbinding alleen worden gebruikt wanneer de optionele draadloze module geïnstalleerd is.
*2
U kunt deze instelling alleen wijzigen nadat u bepaalde andere apparaatinstellingen hebt aangepast met behulp van Beheer via een webbrowser.

[Standaardinst.]

[Alle instell.]>[Standaardinst.]

Niveau 3

Niveau 4

Niveau 5

Niveau 6

Omschrijvingen

Lade-instell.

Papiersoort

MF-lade

-

Hiermee selecteert u de papiersoort die overeenkomt met het papier in de multifunctionele lade.

Lade 1

-

Hiermee selecteert u de papiersoort die overeenkomt met het papier in de standaardpapierlade.

Lade 2 *1

-

Hiermee selecteert u de papiersoort die overeenkomt met het papier in de optionele lade (lade 2).

Lade 3 *1

-

Hiermee selecteert u de papiersoort die overeenkomt met het papier in de optionele lade (lade 3).

Lade 4 *1

-

Hiermee selecteert u de papiersoort die overeenkomt met het papier in de optionele lade (lade 4).

Lade 5 *2

-

Hiermee selecteert u de papiersoort die overeenkomt met het papier in de optionele lade (lade 5).

Papierform.

MF-lade

-

Hiermee selecteert u het formaat van het papier dat u in de multifunctionele lade hebt geplaatst.

Lade 1

-

Hiermee selecteert u het formaat van het papier dat u in de standaardpapierlade hebt geplaatst.

Lade 2 *1

-

Hiermee selecteert u het formaat van het papier dat u in de optionele lade (lade 2) hebt geplaatst.

Lade 3 *1

-

Hiermee selecteert u het formaat van het papier dat u in de optionele lade (lade 3) hebt geplaatst.

Lade 4 *1

-

Hiermee selecteert u het formaat van het papier dat u in de optionele lade (lade 4) hebt geplaatst.

Lade 5 *2

-

Hiermee selecteert u het formaat van het papier dat u in de optionele lade (lade 5) hebt geplaatst.

Ladegebruik

-

-

Hiermee selecteert u de papierlade die u wilt gebruiken.

Prioriteit

-

-

Wanneer de optie Prioriteit is geselecteerd in het menu Ladegebruik, kunt u de volgorde selecteren waarin het apparaat papierlades gebruikt die papier van hetzelfde formaat bevatten.

Printpositie

MF-lade

X Offset

Hiermee verplaatst u de afdrukstartpositie (meestal de linkerbovenhoek van pagina's) voor het in de multif. lade geplaatste papier horizontaal van -500 (links) tot +500 (rechts) punten bij het afdrukken in 300 dpi.

Y Offset

Hiermee verplaatst u de afdrukstartpositie (meestal de linkerbovenhoek van pagina's) voor het in de multif. lade geplaatste papier verticaal van -500 (boven) tot +500 (onder) punten bij het afdrukken in 300 dpi.

Lade 1

X Offset

Hiermee verplaatst u de afdrukstartpositie (meestal de linkerbovenhoek van pagina's) voor het in de standaardlade geplaatste papier horizontaal van -500 (links) tot +500 (rechts) punten bij het afdrukken in 300 dpi.

Y Offset

Hiermee verplaatst u de afdrukstartpositie (meestal de linkerbovenhoek van pagina's) voor het in de standaardlade geplaatste papier verticaal van -500 (boven) tot +500 (onder) punten bij het afdrukken in 300 dpi.

Lade 2 *1

X Offset

Hiermee verplaatst u de afdrukstartpositie (meestal de linkerbovenhoek van pagina's) voor het in de optionele lade (lade 2) geplaatste papier horizontaal van -500 (links) tot +500 (rechts) punten bij het afdrukken in 300 dpi.

Y Offset

Hiermee verplaatst u de afdrukstartpositie (meestal de linkerbovenhoek van pagina's) voor het in de optionele lade (lade 2) geplaatste papier verticaal van -500 (boven) tot +500 (onder) punten bij het afdrukken in 300 dpi.

Lade 3 *1

X Offset

Hiermee verplaatst u de afdrukstartpositie (meestal de linkerbovenhoek van pagina's) voor het in de optionele lade (lade 3) geplaatste papier horizontaal van -500 (links) tot +500 (rechts) punten bij het afdrukken in 300 dpi.

Y Offset

Hiermee verplaatst u de afdrukstartpositie (meestal de linkerbovenhoek van pagina's) voor het in de optionele lade (lade 3) geplaatste papier verticaal van -500 (boven) tot +500 (onder) punten bij het afdrukken in 300 dpi.

Lade 4 *1

X Offset

Hiermee verplaatst u de afdrukstartpositie (meestal de linkerbovenhoek van pagina's) voor het in de optionele lade (lade 4) geplaatste papier horizontaal van -500 (links) tot +500 (rechts) punten bij het afdrukken in 300 dpi.

Y Offset

Hiermee verplaatst u de afdrukstartpositie (meestal de linkerbovenhoek van pagina's) voor het in de optionele lade (lade 4) geplaatste papier verticaal van -500 (boven) tot +500 (onder) punten bij het afdrukken in 300 dpi.

Lade 5 *2

X Offset

Hiermee verplaatst u de afdrukstartpositie (linkerbovenhoek van pagina's) van het in de optionele lade (lade 5) geplaatste papier horizontaal van -500 (links) tot +500 (rechts) punten in 300 dpi.

Y Offset

Hiermee verplaatst u de afdrukstartpositie (linkerbovenhoek van pagina's) van het in de optionele lade (lade 5) geplaatste papier verticaal van -500 (boven) tot +500 (onder) punten in 300 dpi.

Uitvoerlade *3

-

-

Hiermee selecteert u de uitvoerlade die u wilt gebruiken.

Nieten *4

(HL-L6410DN/HL-L6415DN)

-

-

Hiermee selecteert u of afdruktaken moeten worden geniet en of de pagina's op de uitvoerlade van de finisher moeten terechtkomen.

Offset *4

(HL-L6410DN/HL-L6415DN)

-

-

Hiermee selecteert u of afdruktaken die op de uitvoerlade van de finisher terechtkomen, moeten worden verschoven om ze makkelijker te kunnen sorteren.

SF doorgaan *4

(HL-L6410DN/HL-L6415DN)

-

-

Hiermee selecteert u of het apparaat moet blijven afdrukken wanneer het geselecteerde papierformaat of mediatype niet wordt ondersteund door de finisher (SF).

PV doorgaan *5

-

-

Hiermee selecteert u of het apparaat moet blijven afdrukken als er plaats vrij is in het postvak (MX).

Lade overslaan *6

-

-

Hiermee selecteert u een specifieke lade die u niet wilt gebruiken als deze papier van het verkeerde formaat bevat.

Lade schd.vel *6

-

-

Hiermee selecteert u de lade met het papier dat wordt gebruikt als scheidingspapier dat tussen elke afdruktaak wordt ingevoegd.

Meld. bijna leeg

Meld. bijna leeg

-

Hiermee selecteert u of een melding moet worden weergegeven dat de papierlade bijna leeg is.

Meldingsniveau

-

Hiermee selecteert u het minimale papierniveau waarbij de melding wordt weergegeven.

Contr. papier

-

-

Hiermee selecteert u of een bericht moet worden weergegeven dat vraagt om het papiertype en het papierformaat te controleren wanneer u de lade uit het apparaat trekt.

Toon

-

-

-

Hiermee selecteert u het geluidsniveau van de waarschuwingstoon.

LCD-instell.

Schermverlicht

-

-

Hiermee kunt u de helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm aanpassen.

Lichtdim-timer

-

-

Hiermee stelt u in hoelang de achtergrondverlichting van het LCD-scherm blijft branden nadat u er voor het laatst op hebt gedrukt.

Scherminst.

Info weergeven

IP-adres

-

Hiermee bepaalt u of het IP-adres van het apparaat moet worden weergegeven op het beginscherm.

Ecologie

Ecomodus

-

-

Hiermee schakelt u de volgende apparaatinstellingen tegelijkertijd in:

  • 2-zijdige afdruk: Lange zijde *7
  • Tijd slaapstand: 0 Min
  • Lichtdim-timer: 10 sec
  • Stille modus: Aan *7
  • Toner besparen: Aan *7

Toner besparen

-

-

Hiermee verhoogt u het rendement van de tonercartridge.

Tijd slaapstand

-

-

Hiermee bepaalt u hoeveel tijd verstrijkt voordat het apparaat naar de energiespaarstand gaat.

Stille modus

-

-

Hiermee vermindert u het lawaai bij het afdrukken.

Aut. uitschak.

-

-

Hiermee kunt u de uren opgeven waarin het apparaat in de slaapstand blijft staan voordat deze wordt uitgeschakeld.

Uitvoer verbeteren

-

-

-

Schakel de functie Krullen papier verminderen of de functie Hechting toner verbeteren in om het afdrukresultaat te verbeteren.

Instelblokk.

Wachtw. inst.

-

-

Hiermee voorkomt u dat onbevoegde gebruikers de instellingen van het apparaat wijzigen.

Slot Uit⇒Aan

-

-

Nieuw wachtwoord

(Alleen beschikbaar wanneer u het wachtwoord voor het eerst invoert.)

-

-

Interface

Selecteren

-

-

Selecteer de te gebruiken interface.

Als u de optie Prioriteit kiest, wijzigt het apparaat de interface naar USB of netwerk afhankelijk van welke interface gegevens ontvangt.

Auto IF-tijd

-

-

Hiermee stelt u de time-outperiode voor de automatische interfaceselectie in.

Input Buffer

-

-

Hiermee kunt u de capaciteit van de invoerbuffer vergroten of verkleinen.

Gegevens Wissen

Macro-ID=

-

-

Hiermee verwijdert u de geregistreerde macrogegevens.

Stream-ID

-

-

Hiermee verwijdert u de geregistreerde streamgegevens.

Font ID=

-

-

Hiermee verwijdert u de geregistreerde lettertypegegevens.

Alles verwijderen

-

-

Hiermee herstelt u de macro-, stream en lettertypegegevens van uw apparaat naar de fabrieksinstellingen.

USB-flashstation initialiseren

(Alleen beschikbaar wanneer het USB-flashstation is geselecteerd in het menu Locatie taakopslag.)

-

-

Initialiseer het USB-flashstation voor afdrukken via USB-opslag. Initialiseren van het USB-flashstation duurt meer dan 40 minuten.

Dit initialisatieproces maakt de gegevens niet volledig onherstelbaar.

*1

Beschikbaar als de optionele lade(s) is (zijn) geïnstalleerd.

*2

(HL-L6210DW/HL-L6410DN/HL-L6415DN)

Beschikbaar als de optionele lade(s) is (zijn) geïnstalleerd.

*3

(HL-L6410DN/HL-L6415DN )

Beschikbaar als de mailbox of finisher is geïnstalleerd.

*4
Beschikbaar als de finisher is geïnstalleerd.
*5

(HL-L6410DN/HL-L6415DN )

Beschikbaar als de mailbox is geïnstalleerd.

*6

Beschikbaar als de onderste lade(s) is (zijn) geïnstalleerd.

*7
U kunt deze instelling alleen wijzigen nadat u bepaalde andere apparaatinstellingen hebt aangepast met behulp van Beheer via een webbrowser.

[Printer]

[Alle instell.]>[Printer]

Niveau 3

Niveau 4

Niveau 5

Omschrijvingen

Emulatie

-

-

Kies de emulatiemodus.

Resolutie

-

-

Selecteer een afdrukresolutie.

Hiermee selecteert u de afdrukkwaliteit.

Dichtheid

-

-

Selecteer een hogere of een lagere afdrukdichtheid.

Afdrukinstell.

-

-

Hiermee stelt u de afdrukinstellingen in op tekst of afbeeldingen.

Afdrukopties

Lijst met Lettretypen

HP LaserJet

Hiermee drukt u de lijst met lettertypes en voorbeelden van HP LaserJet af.

BR-Script 3

Druk de lijst met lettertypes en voorbeelden van BR-Script af.

Testafdruk

-

Hiermee drukt u de testpagina af.

Tweezijdig

2-zijdige afdruk

-

Selecteer of op beide zijden van het papier moet worden afgedrukt.

Eén afbeelding

-

Voor een afdruktaak waarvan de laatste pagina een enkelzijdige afbeelding is, selecteert u de optie 1-zijd. invoer om de afdruktijd te verminderen.

Wanneer u briefpapier of voorgedrukt papier gebruikt, moet u de optie 2-zijd. invoer selecteren. Als u 1-zijd. invoer selecteert voor briefpapier of voorgedrukt papier, wordt de laatste pagina op de achterzijde afgedrukt.

Autom. doorgaan

-

-

Selecteer als u wilt dat het apparaat fouten met het papierformaat of fouten met het mediatype automatisch wist en papier van andere lades gebruikt.

Papiersoort

-

-

Hiermee stelt u het papiertype in.

Papierform.

-

-

Hiermee stelt u het papierformaat in.

Aantal

-

-

Hiermee stelt u het aantal afgedrukte pagina's in.

Orientatie

-

-

Hiermee bepaalt u of u pagina's staand of liggend wilt afdrukken.

Printpositie

-

-

Hiermee opent u de instellingenmenu's voor de afdrukpositie.

Auto FF

-

-

Hiermee drukt het apparaat automatisch overblijvende gegevens af.

HP LaserJet

Fontnr.

Fontnr.

Stel het lettertypenummer in.

Dit menu verschijnt als een laadbaar lettertype is geïnstalleerd op uw apparaat van Brother.

Soft Font nr.

Stel het nummer van het laadbare lettertype in.

Dit menu verschijnt als een laadbaar lettertype is geïnstalleerd op uw apparaat van Brother.

Lettretypepitch

-

Hiermee stelt u de lettertypepitch in.

(Slechts beschikbaar voor specifieke lettertypen.)

Lettretypepunten

-

Hiermee stelt u de grootte van het lettertype in.

(Slechts beschikbaar voor specifieke lettertypen.)

Symbolenset

-

Hiermee selecteert u de symbool- of tekenset.

Tabel afdrukken

-

Hiermee drukt u de codetabel af.

Auto LF

-

AAN: CR -> CR+LF, UIT: CR -> CR

Auto CR

-

AAN: LF -> LF+CR, FF -> FF+CR of VT -> VT+CR

UIT: LF -> LF, FF -> FF of VT -> VT

Auto WRAP

-

Hiermee selecteert u of er een regelinvoer en regelterugloop moeten plaatsvinden wanneer de rechtermarge wordt bereikt.

Auto SKIP

-

Hiermee selecteert u of er een regelinvoer en regelterugloop moeten plaatsvinden wanneer de onderste marge wordt bereikt.

Linkerkantlijn

-

Hiermee stelt u de linkermarge bij kolom 0 tot 70 in op 1 cpi.

Rechterkantlijn

-

Hiermee stelt u de rechtermarge bij kolom 10 tot 80 in op 1 cpi.

Bovenmarge

-

Hiermee stelt u de bovenste margeafstand in van de bovenrand van het papier.

Ondermarge

-

Stelt de onderste margeafstand in van de onderrand van het papier.

Regels

-

Hiermee stelt u het aantal lijnen op elke pagina in.

Opdracht lade

-

Selecteer deze instelling als een verkeerde lade wordt gebruikt wanneer u de HP-drivers gebruikt.

Epson FX-850

Fontnr.

-

Stel het lettertypenummer in.

Lettretypepitch

-

Hiermee stelt u de lettertypepitch in.

(Slechts beschikbaar voor specifieke lettertypen.)

Lettretypepunten

-

Hiermee stelt u de grootte van het lettertype in.

(Slechts beschikbaar voor specifieke lettertypen.)

Tekenset

-

Hiermee selecteert u de symbool- of tekenset.

Tabel afdrukken

-

Hiermee drukt u de codetabel af.

Auto LF

-

AAN: CR -> CR+LF, UIT: CR -> CR

Autom. maskeren

-

Hiermee stelt u de boven- en ondermarges elk op twee regels in. Als u Autom. maskeren op Aan instelt, overschrijft deze instelling de instellingen Bovenmarge en Ondermarge.

Linkerkantlijn

-

Hiermee stelt u de linkermarge bij kolom 0 tot 70 in op 1 cpi.

Rechterkantlijn

-

Hiermee stelt u de rechtermarge bij kolom 10 tot 80 in op 1 cpi.

Bovenmarge

-

Hiermee stelt u de bovenste margeafstand in van de bovenrand van het papier.

Ondermarge

-

Stelt de onderste margeafstand in van de onderrand van het papier.

Regels

-

Hiermee stelt u het aantal lijnen op elke pagina in.

IBM Proprinter

Fontnr.

-

Stel het lettertypenummer in.

Lettretypepitch

-

Hiermee stelt u de lettertypepitch in.

(Slechts beschikbaar voor specifieke lettertypen.)

Lettretypepunten

-

Hiermee stelt u de grootte van het lettertype in.

(Slechts beschikbaar voor specifieke lettertypen.)

Tekenset

-

Hiermee selecteert u de symbool- of tekenset.

Tabel afdrukken

-

Hiermee drukt u de codetabel af.

Auto LF

-

AAN: CR -> CR+LF, UIT: CR -> CR

Auto CR

-

AAN: LF -> LF+CR, FF -> FF+CR of VT -> VT+CR

UIT: LF -> LF, FF -> FF of VT -> VT

Autom. maskeren

-

Hiermee stelt u de boven- en ondermarges elk op twee regels in. Als u Autom. maskeren op Aan instelt, overschrijft deze instelling de instellingen Bovenmarge en Ondermarge.

Linkerkantlijn

-

Hiermee stelt u de linkermarge bij kolom 0 tot 70 in op 1 cpi.

Rechterkantlijn

-

Hiermee stelt u de rechtermarge bij kolom 10 tot 80 in op 1 cpi.

Bovenmarge

-

Hiermee stelt u de bovenste margeafstand in van de bovenrand van het papier.

Ondermarge

-

Stelt de onderste margeafstand in van de onderrand van het papier.

Regels

-

Hiermee stelt u het aantal lijnen op elke pagina in.

BR-Script 3

Print foutlijst

-

Kies of het apparaat de foutinformatie moet afdrukken wanneer de fout zich voordoet.

PDF

Meer pag. afdr.

-

U kunt de paginalay-out instellen wanneer u meerdere pagina's afdrukt.

PDF-afdrukopties

-

Hiermee stelt u in of er naast de tekst van het pdf-bestand opmerkingen of stempels moeten worden afgedrukt als u via pdf afdrukt.

PDF aanp. aan pag.

-

Hiermee selecteert u of het apparaat de pagina's in het pdf-bestand moet vergroten of verkleinen zodat ze op het geselecteerde papierformaat passen.

Carbon-menu

Carbon Copy

-

Hiermee schakelt u de functie Carbon Copy in of uit.

Aantal

-

Stelt het aantal afgedrukte pagina's in.

Kopie1 Lade

-

Hiermee selecteert u de lade die u voor Kopie1 gebruikt.

Kopie1 Macro

-

Hiermee selecteert u een macro/stream voor Kopie1.

Kopie2 Lade

...

Kopie8 Lade

-

Hiermee selecteert u de lade die u voor Kopie2 tot Kopie8 gebruikt.

Kopie2 Macro

...

Kopie8 Macro

-

Hiermee selecteert u een macro/stream voor Kopie2 tot Kopie8.

Opslaglocatie taak

-

-

Hiermee selecteert u de locatie waar u afdruktaken wilt opslaan.

Printer resetten

-

-

Hiermee worden de apparaatinstellingen naar de fabrieksinstellingen teruggezet.

[Netwerk]

[Alle instell.]>[Netwerk]

Niveau 3

Niveau 4

Niveau 5

Niveau 6

Omschrijvingen

LAN met kabel

TCP/IP

Opstartmeth.

-

Hiermee kiest u de IP-methode die het best aan uw behoeften voldoet.

IP-adres

-

Voer het IP-adres in.

Subnetmasker

-

Voer het subnetmasker in.

Gateway

-

Voer het adres van de gateway in.

Knooppuntnaam

-

Voer de knooppuntnaam in.

WINS-configuratie

-

Selecteert de WINS-configuratiemodus.

WINS-server

Primair

Specificeer het IP-adres van de primaire WINS-server.

Secundair

Specificeer het IP-adres van de secundaire WINS-server.

DNS-server

Primair

Hiermee bepaalt u het IP-adres van de primaire DNS-server.

Secundair

Hiermee bepaalt u het IP-adres van de secundaire DNS-server.

APIPA

-

Hiermee wijst u automatisch het IP-adres uit het link-local-adresbereik toe. *1

IPv6

-

Hiermee kunt u het IPv6-protocol in- of uitschakelen.

Ethernet

-

-

Hiermee kiest u de ethernetlinkmodus.

Status bedraad

-

-

Hiermee geeft u de verbindingsstatus van het draadloze netwerk weer.

MAC-adres

-

-

Hiermee geeft u het MAC-adres van uw apparaat weer.

Standaard  *2

-

-

Hiermee worden de apparaatinstellingen voor het bedrade netwerk naar de fabrieksinstellingen teruggezet.

Bekabeld insch.  *2

-

-

Hiermee schakelt u de bedrade interface in of uit.

WLAN(Wi-Fi)  *2

Wi-Fi-netwerk vinden

-

-

Configureer uw draadloze netwerkinstellingen handmatig.

TCP/IP

Opstartmeth.

-

Hiermee kiest u de IP-methode die het best aan uw behoeften voldoet.

IP-adres

-

Voer het IP-adres in.

Subnetmasker

-

Voer het subnetmasker in.

Gateway

-

Voer het adres van de gateway in.

Knooppuntnaam

-

Voer de knooppuntnaam in.

WINS-configuratie

-

Selecteert de WINS-configuratiemodus.

WINS-server

Primair

Specificeer het IP-adres van de primaire WINS-server.

Secundair

Specificeer het IP-adres van de secundaire WINS-server.

DNS-server

Primair

Hiermee bepaalt u het IP-adres van de primaire DNS-server.

Secundair

Hiermee bepaalt u het IP-adres van de secundaire DNS-server.

APIPA

-

Hiermee wijst u automatisch het IP-adres uit het link-local-adresbereik toe. *1

IPv6

-

Hiermee kunt u het IPv6-protocol in- of uitschakelen.

WPS/drukknop

-

-

U kunt uw draadloze netwerkinstellingen eenvoudig configureren met één druk op de knop.

WPS/pincode

-

-

Hiermee configureert u de draadloze netwerkinstellingen met WPS en een pincode.

Status WLAN

Status

-

Geeft de verbindingsstatus van het draadloos netwerk weer.

Signaal

-

Hiermee kunt u de signaalsterkte van het draadloze netwerk weergeven.

SSID

-

Hiermee geeft u de SSID (netwerknaam) van het draadloze netwerk weer.

Comm. Modus

-

Hiermee geeft u de huidige communicatiemodus weer.

MAC-adres

-

-

Hiermee geeft u het MAC-adres van uw apparaat weer.

Standaard

-

-

Hiermee worden de apparaatinstellingen voor het bedrade netwerk naar de fabrieksinstellingen teruggezet.

WLAN insch.

-

-

Hiermee schakelt u de draadloze interface in of uit.

Wi-Fi Direct  *2

Handmatig

-

-

Hiermee configureert u handmatig uw Wi-Fi Direct-netwerkinstellingen.

Groepseigenaar

-

-

Stel uw apparaat als de Groepseigenaar in.

Drukknop

-

-

Hiermee configureert u uw Wi-Fi Direct-netwerkinstellingen snel met de drukknopmethode.

Pincode

-

-

Hiermee kunt u uw Wi-Fi Direct-netwerkinstellingen snel configureren met WPS en een pincode.

Apparaatgegevens

Apparaatnaam

-

Hiermee wordt de apparaatnaam van uw apparaat weergegeven.

SSID

-

Hiermee geeft u de SSID (netwerknaam) van de groepseigenaar weer.

IP-adres

-

Hiermee geeft u het IP-adres van uw apparaat weer.

Statusinformatie

Status

-

Hiermee geeft u de Wi-Fi Direct-netwerkstatus weer.

Signaal

-

Hiermee geeft u de huidige signaalsterkte van het Wi-Fi Direct-netwerk weer.

Interf. insch.

-

-

Hiermee schakelt u de Wi-Fi Direct-verbinding in of uit.

NFC

-

-

-

Hiermee schakelt u NFC-functie in of uit.

Web Connect-instellingen

Proxy-instell.

Proxy-verbinding

-

Hiermee wijzigt u de webinstellingen.

Adres

-

Poort

-

Gebruikersnaam

-

Wachtwoord

-

Webgebaseerd beheer

-

-

-

Schakel de functie Beheer via een webbrowser in of uit.

Als u deze functie inschakelt, moet u ook de methode aangeven om verbinding te maken met Beheer via een webbrowser.

IPsec

-

-

-

IPsec is een optionele beveiligingsfunctie van het IP-protocol dat verificatie- en versleutelingsservices voorziet. We raden u aan om contact op te nemen met uw netwerkbeheerder voordat u deze instelling wijzigt.

GlobalNW dtct.

Detectie toestaan

-

-

Hiermee schakelt u een functie in en uit die detecteert en de gebruiker informeert wanneer de gebruiker onbedoeld verbinding maakt met een wereldwijd netwerk.

Toegang afwijzen

-

-

Hiermee schakelt u verbindingen met het wereldwijde netwerk uit.

Netw. resetten

-

-

-

Hiermee herstelt u alle netwerkinstellingen van uw apparaat naar de fabrieksinstellingen.

*1
Als bij de verbinding met het netwerk de 'Opstartmethode' van het apparaat op 'Auto' staat, probeert het apparaat het IP-adres en subnetmasker in te stellen van een opstartserver als DHCP. Als er geen bootserver wordt gevonden, wordt een APIPA IP-adres toegewezen, bijvoorbeeld 169. 254. (001-254). (000-255). Als de 'Opstartmethode' van het apparaat op 'Statisch' is ingesteld, moet u op het bedieningspaneel van het apparaat handmatig een IP-adres invoeren.
*2
Bij bepaalde modellen kan de draadloze netwerkverbinding alleen worden gebruikt wanneer de optionele draadloze module geïnstalleerd is.

[Print lijsten]

[Alle instell.]>[Print lijsten]

Niveau 3

Omschrijvingen

Printerinstellingen

Hiermee drukt u de pagina met printerinstellingen af.

Netwerkconfiguratie

Hiermee drukt u het netwerkconfiguratierapport af.

Bestandsl. afdr.

Hiermee drukt u een lijst af met de gegevens die zijn opgeslagen in het geheugen.

Drumstippen afdrukken

Hiermee drukt u een controlevel voor drumdot afdrukken af.

WLAN-rapport

Hiermee drukt u het diagnoserapport voor de draadloze verbinding af.

[Apparaatgegevens]

[Alle instell.]>[Apparaatgegevens]

Niveau 3

Niveau 4

Omschrijvingen

Serienummer

-

Hiermee geeft u het serienummer van het apparaat weer.

Firmware-versie

Hoofdversie

Hiermee controleert u de firmwareversie van uw apparaat.

Beveiligingsversie

Firmware bijwerken

-

Hiermee werkt u de firmware van het apparaat bij naar de meest recente versie.

Firmware Auto Check

-

U kunt informatie over de firmware in het beginscherm bekijken.

Paginateller

-

Hiermee geeft u het totale aantal gedrukte pagina's weer.

Levensduur onderdelen *1

Drumeenheid

Hiermee geeft u de resterende levensduur van de drumeenheid weer.

Fusereenheid

Hiermee geeft u de resterende levensduur van de fuseereenheid weer.

Laser

Hiermee geeft u de resterende levensduur van de laser-eenheid weer.

Pap.toev.kit MF

Hiermee geeft u de resterende levensduur van de PF Kit MP weer.

Pap.toev.kit 1

Hiermee geeft u de resterende levensduur van de PF Kit 1 weer.

Pap.toev.kit 2 *2

Hiermee geeft u de resterende levensduur van de PF Kit 2 weer.

Pap.toev.kit 3 *2

Hiermee geeft u de resterende levensduur van de PF Kit 3 weer.

Pap.toev.kit 4 *2

Hiermee geeft u de resterende levensduur van de PF Kit 4 weer.

Pap.toev.kit 5 *2 *3

Hiermee geeft u de resterende levensduur van de PF Kit 5 weer.

*1
De gebruiksduur van onderdelen is een schatting en kan variëren naargelang het gebruik.
*2

Beschikbaar als de optionele lade(s) is (zijn) geïnstalleerd.

*3
Alleen ondersteunde modellen.

[Stand.instel.]

[Alle instell.]>[Stand.instel.]

Niveau 3

Niveau 4

Omschrijvingen

Reset

Apparaat resetten

Herstel alle apparaatinstellingen die u hebt gewijzigd, zoals papiersoort.

Netw. resetten

Hiermee herstelt u alle netwerkinstellingen van uw apparaat naar de fabrieksinstellingen.

Fabrieksinstellingen

Hiermee reset u het apparaat en herstelt u de printerinstellingen (inclusief commando-instellingen) naar de fabrieksinstellingen.

Taalkeuze

-

Selecteer de LCD-taal voor uw land.

Was deze pagina behulpzaam?