C Problemen oplossen en routineonderhoud

Problemen oplossen

Als u denkt dat er een probleem is met uw machine, kijk dan in onderstaande tabel en volg de tips voor het oplossen van problemen.
De meeste problemen kunt u zelf eenvoudig oplossen. Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het Brother Solutions Center de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen. Ga naar http://solutions.brother.com.

Oplossingen van veel voorkomende problemen

Als u denkt dat uw faxen er niet goed uitzien, raden wij u aan om eerst een kopie te maken. Als de kopie er goed uitziet, heeft het probleem misschien niet met uw machine te maken. Controleer onderstaande tabel en volg de instructies.
Problemen met het afdrukken of ontvangen van faxen
Problemen
Suggesties
• 
Tekst te dicht op elkaar
• 
Horizontale strepen
• 
Er ontbreken delen van de bovenste en onderste zinnen
• 
Ontbrekende lijnen
Meestal is dit te wijten aan een slechte telefoonlijn. Als de kopie er goed uitziet, was de verbinding waarschijnlijk niet goed en was er statische ruis op de lijn. Vraag de andere partij om de fax opnieuw te verzenden.
Slechte afdrukkwaliteit
Verticale zwarte lijnen bij ontvangst
Een van de printcorona's is mogelijk vuil. Maak de vier printcorona's schoon.
(Zie De corona's reinigen.)
De scanner van de verzender kan verontreinigd zijn. Vraag de verzender om een kopie te maken om te zien of het probleem bij de verzendende machine ligt. Probeer een fax van een andere faxmachine te ontvangen.
Blijft het probleem zich voordoen, belt u dan Brother of uw leverancier en maak een afspraak voor een servicebeurt.
Ontvangen faxen zien eruit als gesplitste of blanco pagina’s.
Wanneer de ontvangen faxen zijn opgesplitst en afgedrukt op twee pagina’s of wanneer u een bijkomende blanco pagina krijgt, is het ingestelde papierformaat misschien niet correct. (Zie Papierformaat.)
Schakel Automatische verkleining in. (Zie Een verkleinde afdruk van een inkomend document maken.)
Telefoonlijn of -verbindingen
Problemen
Suggesties
Kiezen functioneert niet.
Controleer of er een kiestoon hoorbaar is.
Wijzig de instelling voor Toon/Puls. (Zie de installatiehandleiding.)
(voor Nederland)
Controleer alle aangesloten snoeren.
Controleer of de stekker van de machine in het stopcontact zit en de machine aanstaat.
Als er een extern toestel is aangesloten op de machine, stuurt u handmatig een fax door de hoorn van het externe toestel op te nemen en het nummer te kiezen. Wacht tot u de faxontvangsttonen hoort en druk pas dan op Mono Start of Kleur Start.
De machine neemt niet op wanneer ze gebeld wordt.
Controleer of de machine in de juiste ontvangstmodus staat voor uw instelling. (Zie Een fax ontvangen.) Controleer of er een kiestoon hoorbaar is. Bel, indien mogelijk, uw machine om te horen wat er gebeurt. Neemt uw faxmachine niet op, controleer dan de aansluiting van het telefoonsnoer. Als u de telefoon niet hoort overgaan wanneer u de machine belt, vraag uw telefoonbedrijf dan om de lijn te controleren.
Faxen verzenden
Problemen
Suggesties
Slechte verzendkwaliteit.
Wijzig de resolutie in Fijn of Superfijn. Maak een kopie om te controleren of de scanner van uw machine goed werkt. Wanneer de kwaliteit van de kopie niet goed is, dient u de scanner te reinigen. (Zie De scanner reinigen.)
In het verzendrapport staat ‘RESULT:ERROR’.
Er is waarschijnlijk een tijdelijke storing of ruis op de lijn. Probeer de fax opnieuw te verzenden. Als u een bericht via PC-FAX verzendt en op het Verzendingsrapport ‘RESULT:NG’ wordt aangegeven, beschikt uw machine waarschijnlijk niet meer over geheugen. Om extra geheugen vrij te maken, kunt u Fax opslaan uitschakelen (zie Opties voor afstandsbediening uitschakelen), faxen die in het geheugen zijn opgeslagen afdrukken (zie Een fax uit het geheugen afdrukken) of een uitgestelde fax of pollingtaak annuleren (zie Taken in de wachtrij controleren en annuleren). Als het probleem dan nog niet is verholpen, vraagt u het telefoonbedrijf om uw telefoonlijn te controleren.
Als u vaak foutmeldingen ontvangt door eventuele storing op de telefoonlijn, kunt u proberen de instelling Compatibiliteit op Basic(voorVoIP) te zetten.
(Zie Storing op de telefoonlijn.)
Verticale zwarte lijnen bij het verzenden.
Zwarte verticale lijnen op faxen die u verzendt worden meestal veroorzaakt door vuil of correctievloeistof op de glasplaat. (Zie De scanner reinigen.)
Inkomende telefoontjes afhandelen
Problemen
Suggesties
De machine registreert een spraakverbinding als faxtonen.
Als de functie Fax waarnemen op Aan staat, is uw machine gevoeliger voor geluiden. Uw machine heeft misschien per ongeluk stemmen of muziek op de lijn geïnterpreteerd als faxtonen en reageert dan met faxontvangsttonen. Deactiveer de machine door op Stop/Eindigen te drukken. Probeer dit probleem te vermijden door de functie Fax waarnemen uit te schakelen. (Zie Fax waarnemen.)
Een faxoproep naar de machine overzetten.
Als u vanaf een extern of tweede toestel hebt opgenomen, moet u de faxontvangstcode intoetsen (standaardinstelling is [Bsymbol.tone 51]). Hang op zodra uw machine opneemt.
Speciale functies op een enkele lijn.
Als u wisselgesprekken, wisselgesprekken en/of nummerweergave, voicemail, een antwoordapparaat, een alarmsysteem of andere speciale diensten samen met uw faxtoestel op een enkele telefoonlijn gebruikt, dan kan dit problemen opleveren bij het verzenden of ontvangen van faxen.
Bijvoorbeeld: als u zich abonneert op wisselgesprekken of bepaalde andere speciale diensten, en het signaal hiervan op de lijn binnenkomt terwijl uw machine een fax verzendt of ontvangt, kan dit signaal de fax tijdelijk onderbreken of verstoren. De functie van Brother voor foutencorrectie kan helpen om dit probleem te corrigeren. Deze situatie heeft betrekking op de industrie van telefoonsystemen, en komt veel voor bij apparaten die informatie verzenden en ontvangen over een lijn waarop ook speciale functies worden gebruikt. Als het voor uw bedrijf van essentieel belang is dat ook de kleinste onderbrekingen worden voorkomen, wordt een afzonderlijke telefoonlijn zonder speciale functies aanbevolen.
Problemen met het openen van menu-onderdelen
Problemen
Suggesties
Werken met toetsen functioneert niet.
Controleer of het bedieningspaneel op de juiste wijze op de machine is aangebracht. Installeer opnieuw het bedieningspaneel.
De machine piept wanneer u de menu’s Ontvangststand instellen en Verzenden instellen probeert te openen.
Wanneer de Fax-toets niet oplicht, drukt u op deze toets om de faxmodus aan te zetten. De instellingen Ontvangststand instellen (Menu, 2, 1) en Verzenden instellen (Menu, 2, 2) zijn alleen beschikbaar wanneer de machine zich in de faxmodus bevindt.
Problemen met kopieerkwaliteit
Problemen
Suggesties
Verticale zwarte lijn op de kopieën.
Zwarte verticale lijnen op kopieën ontstaan meestal doordat er zich vuil of correctievloeistof op de glasplaat bevindt of doordat een van de printcorona's vuil is. (Zie De scanner reinigen en De corona's reinigen.)
Afdrukproblemen
Problemen
Suggesties
Geen print.
• 
Controleer of de stekker van de machine in het stopcontact zit en of de machine aanstaat.
• 
Controleer of de tonercartridges en drumeenheid correct zijn geïnstalleerd. (Zie De drumeenheid vervangen.)
• 
Controleer of de interfacekabel goed is aangesloten tussen de machine en uw computer. (Zie de installatiehandleiding.)
• 
Controleer of de correcte printerdriver is geïnstalleerd en geselecteerd.
• 
Controleer of het LCD-scherm een foutmelding weergeeft. (Zie Fout- en onderhoudsmeldingen.)
• 
Controleer of de machine online is:
(Voor Windows Vista™)
Klik op de knop Start, Configuratiescherm, Hardware en geluiden en vervolgens op Printers. Klik met de rechtermuisknop op Brother MFC-9440CN Printer. Controleer of Printer off line gebruiken is uitgeschakeld.
(Voor Windows® XP en Windows Server® 2003)
Klik op de knop Start en selecteer Printers en faxapparaten. Klik met de rechtermuisknop op Brother MFC-9440CN Printer. Controleer of Printer off line gebruiken is uitgeschakeld.
(Voor Windows® 2000)
Klik op de knop Start, selecteer Instellingen en daarna Printers.Klik met de rechtermuisknop op Brother MFC-9440CN Printer. Controleer of Printer off line gebruiken is uitgeschakeld.
De machine print onverwacht of print heel slecht.
• 
Trek de papierlade uit de machine en wacht totdat de machine stopt met afdrukken. Schakel de machine vervolgens uit en verwijder de stekker enige minuten uit het stopcontact. (De machine kan max. 4 dagen uitstaan, voordat de in het geheugen opgeslagen faxberichten verloren gaan.)
• 
Controleer de instellingen in uw toepassing en controleer of deze kan samenwerken met uw machine.
De machine print de eerste pagina’s correct, maar dan ontbreekt tekst op enkele pagina’s.
• 
Controleer de instellingen in uw toepassing en controleer of deze kan samenwerken met uw machine.
• 
Uw computer herkent het signaal “buffer vol” van de machine niet. Controleer of u de interfacekabel correct hebt aangesloten. (Zie de installatiehandleiding.)
De kop- of voetteksten in het document worden op het scherm weergegeven, maar ze verschijnen niet wanneer het document wordt afgedrukt.
Er is een niet-bedrukbaar gedeelte aan de boven- en onderkant van de pagina. Pas de boven- en ondermarge voor uw document aan.
De machine is niet bezig met afdrukken of is gestopt met afdrukken en de Data-LED gaat branden.
Druk op Opdracht Annuleren. Aangezien de machine de taak annuleert en deze uit het geheugen verwijdert, kan er een incomplete afdruk ontstaan.
Scanproblemen
Problemen
Suggesties
Tijdens het scannen treden er TWAIN-fouten op.
Zorg dat de TWAIN-driver van Brother als primaire bron is gekozen. Klik in PaperPort™ 11SE op Bestand, Scannen of Foto ophalen en kies de Brother TWAIN-driver.
De functie netwerkscannen werkt niet.
Softwareproblemen
Problemen
Suggesties
Onmogelijk software te installeren of te printen.
Voer het programma Repair MFL-Pro Suite op de cd-rom uit. Dit programma repareert en herinstalleert de software.
Kan ‘2 op 1 ’ of ‘4 op 1 ’-afdrukken niet uitvoeren.
Controleer of de instellingen voor het papierformaat in de toepassing en in de printerdriver hetzelfde zijn.
De machine print niet vanuit Adobe Illustrator.
Probeer de printresolutie te verlagen. (Zie Het tabblad Geavanceerd in de softwarehandleiding op de cd-rom.)
Problemen met het papier
Problemen
Suggesties
De machine voert geen papier in.
Het LCD-scherm toont Geen papier of de melding Vastgelopen papier.
• 
Wanneer er geen papier is, plaatst u een nieuwe stapel papier in de papierlade.
• 
Als er papier in de lade zit, moet u nagaan of het correct is geplaatst. Wanneer het papier gekruld is, moet u het strekken. Soms moet u het papier uit de lade halen, de stapel omdraaien en weer in de lade plaatsen.
• 
Plaats minder papier in de lade en probeer het opnieuw.
• 
Controleer of de MP-lade niet is geselecteerd in de printerdriver.
• 
Als op het LCD-scherm de melding Vastgelopen papier wordt weergegeven en het probleem blijft bestaan, raadpleegt u Vastgelopen papier.
De machine voert geen papier in vanuit de MP-lade.
• 
Blader het papier goed door en plaats het stevig terug in de lade.
• 
Controleer of de MP-lade is geselecteerd in de printerdriver.
Hoe kan ik enveloppen afdrukken?
U kunt enveloppen invoeren via de MP-lade. Uw toepassing moet zo zijn ingesteld dat u het betreffende envelopformaat kunt printen. Dit stelt u meestal in via het menu pagina-instelling of documentinstelling van uw toepassing. (Zie de handleiding bij de toepassing voor meer informatie.)
Welk papier kan ik gebruiken?
U kunt normaal papier, kringlooppapier, enveloppen en etiketten gebruiken die geschikt zijn voor laserprinters. (Zie voor meer informatie Acceptabel papier en andere media.)
Er is papier vastgelopen.
Problemen met de afdrukkwaliteit
Problemen
Suggesties
De afgedrukte pagina’s zijn gekruld.
• 
Dun of dik papier van lage kwaliteit of het niet afdrukken op de aanbevolen papierzijde zou dit probleem kunnen veroorzaken. Probeer de stapel papier in de papierlade om te draaien.
• 
Controleer of u het juiste papiertype hebt gekozen. (Zie Acceptabel papier en andere media.)
De afgedrukte pagina’s zijn vlekkerig.
U hebt de verkeerde papiersoort ingesteld voor het papier dat u gebruikt, of het gebruikte papier is te dik of te gestructureerd. (Zie Acceptabel papier en andere media en Tabblad Normaal in de softwarehandleiding op de cd-rom.)
De afdrukken zijn te licht.
• 
Als dit probleem zich voordoet tijdens het maken van kopieën of het afdrukken van ontvangen faxen, zet dan de tonerbespaarstand uit in de menu-instellingen van de machine. (Zie Tonerbespaarstand.)
• 
Zet de tonerbespaarstand uit in het tabblad Geavanceerd van de printerdriver. (Zie Het tabblad Geavanceerd in de softwarehandleiding op de cd-rom.)
Netwerkproblemen
Problemen
Suggesties
Printen via een bedraad netwerk onmogelijk.
Controleer of de machine aanstaat, online is en klaar om af te drukken. Druk de netwerkconfiguratielijst af om uw huidige netwerkinstellingen te bekijken. (Zie Een rapport afdrukken.) Sluit de LAN-kabel weer aan op de hub om te controleren of de kabel en de netwerkaansluitingen in orde zijn. Probeer, indien mogelijk, de machine aan te sluiten op een andere poort van uw hub en gebruik een andere kabel. Als de aansluitingen goed zijn, is de bovenste LED van het achterpaneel van de machine groen.
De functie netwerkscannen werkt niet.
De functie PC-Fax Ontvangen via netwerk werkt niet.
De functie netwerkprinten werkt niet.
(Alleen bij gebruik van Windows®) De instelling van de firewall op uw pc kan de noodzakelijke netwerkverbinding afwijzen. Volg onderstaande instructies om de firewall te configureren. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de software of neem contact op met de fabrikant van de software als u eigen firewall-software gebruikt.
Voor Windows® XP SP2-gebruikers:
1
Klik op de knop Start, Configuratiescherm, Netwerk- en Internet-verbindingen en vervolgens op Windows Firewall. Controleer op het tabblad Algemeen of Windows Firewall is ingeschakeld.
2
Klik op het tabblad Geavanceerd en op de knop Instellingen... in het vak Instellingen van netwerk verbinding.
3
Klik op de knop Toevoegen.
4
Voer de volgende informatie in om poort 54925 toe te voegen voor scannen via het netwerk:
1. Voer in het vak Beschrijving van de service: een beschrijving in, bijvoorbeeld “Brother Scanner”.
2. Voer in het vak Naam of IP-adres (bijvoorbeeld 192.168.0.12) van de computer die als host voor deze service optreedt: “Localhost” in.
3. Voer in het vak Nummer van de externe poort voor deze service: “54925” in.
4. Voer in het vak Nummer van de interne poort voor deze service: “54925” in.
5. Controleer of UDP is ingeschakeld.
6. Klik op OK.
5
Klik op de knop Toevoegen.
6
Voer de volgende informatie in om poort 54926 toe te voegen voor PC-Fax ontvangen via het netwerk:
1. Voer in het vak Beschrijving van de service: een beschrijving in, bijvoorbeeld “Brother PC Fax”.
2. Voer in het vak Naam of IP-adres (bijvoorbeeld 192.168.0.12) van de computer die als host voor deze service optreedt: “Localhost” in.
3. Voer in het vak Nummer van de externe poort voor deze service: “54926” in.
4. Voer in het vak Nummer van de interne poort voor deze service: “54926” in.
5. Controleer of UDP is ingeschakeld.
6. Klik op OK.
7
Als u nog steeds problemen hebt met de netwerkverbinding, klikt u op de knop Toevoegen.
8
Voer de onderstaande informatie in om poort 137 toe te voegen voor afdrukken en PC-Fax ontvangen via het netwerk:
1. Voer in het vak Beschrijving van de service: een beschrijving in, bijvoorbeeld “Brother PC-Fax ontvangen”.
2. Voer in het vak Naam of IP-adres (bijvoorbeeld 192.168.0.12) van de computer die als host voor deze service optreedt: “Localhost” in.
3. Voer in het vak Nummer van de externe poort voor deze service: “137” in.
4. Voer in het vak Nummer van de interne poort voor deze service: “137” in.
5. Controleer of UDP is ingeschakeld.
6. Klik op OK.
9
Controleer of de nieuwe instelling is toegevoegd en is ingeschakeld, en klik vervolgens op OK.
De functie netwerkscannen werkt niet.
De functie PC-Fax Ontvangen via netwerk werkt niet.
De functie netwerkprinten werkt niet.
(vervolg)
Voor Windows Vista™-gebruikers:
1
Klik op de knop Start, Configuratiescherm, Netwerk en Internet, Windows Firewall en klik op Instellingen wijzigen.
2
Doe het volgende als het venster Gebruikersaccountbeheer verschijnt.
• 
Gebruikers met beheerderrechten: klik op Doorgaan.
• 
Voor gebruikers die geen beheerderrechten hebben: voer het beheerderwachtwoord in en klik op OK.
3
Controleer op het tabblad Algemeen of Windows Firewall is ingeschakeld.
4
Klik op het tabblad Uitzonderingen.
5
Klik op de knop Poort toevoegen....
6
Voer de volgende informatie in om poort 54925 toe te voegen voor scannen via het netwerk:
1. Voer in het vak Naam: een beschrijving in, bijvoorbeeld “Brother Scanner”.
2. Voer in het vak Poortnummer: “54925” in.
3. Controleer of UDP is ingeschakeld. Klik vervolgens op OK.
7
Klik op de knop Poort toevoegen....
8
Voer de volgende informatie in om poort 54926 toe te voegen voor PC-Fax ontvangen via het netwerk:
1. Voer in het vak Naam: een beschrijving in, bijvoorbeeld “Brother PC Fax”.
2. Voer in het vak Poortnummer: “54926” in.
3. Controleer of UDP is ingeschakeld. Klik vervolgens op OK.
9
Controleer of de nieuwe instelling is toegevoegd en is ingeschakeld, en klik vervolgens op Toepassen.
10
Als u nog steeds problemen hebt met de netwerkverbinding zoals scannen of afdrukken via het netwerk, schakelt u het selectievakje Bestands- en printerdeling in op het tabblad Uitzonderingen en klikt u vervolgens op Toepassen.
Uw computer kan de machine niet vinden.
Voor Windows®-gebruikers: de instelling van de firewall op uw pc kan de noodzakelijke netwerkverbinding afwijzen. Zie bovenstaande instructies voor meer informatie.
Voor Macintosh®-gebruikers: selecteer de machine opnieuw in de toepassing DeviceSelector in Macintosh HD/Bibliotheek/Printers/Brother/Utilities of via het pop-upmenu Model van ControlCenter2.