Wanneer u Scannen naar FTP kiest, kunt u een document in zwart-wit of kleur rechtstreeks naar een FTP-server op uw lokale netwerk of op het internet scannen.
De vereiste gegevens om Scannen naar FTP te gebruiken kunt u invoeren door Beheer via een webbrowser te gebruiken om de gegevens vooraf in te stellen en op te slaan in een FTP-profiel.

Opmerking
• | Scannen naar FTP is beschikbaar wanneer FTP-profielen zijn geconfigureerd met Beheer via een webbrowser. |
• | Wij raden Microsoft® Internet Explorer® 8.0/9.0 voor Windows® en Safari 5.0 voor Macintosh aan. Zorg er ook voor dat JavaScript en Cookies altijd zijn ingeschakeld, welke browser u ook gebruikt. Controleer of de webbrowser compatibel is met HTTP 1.0 en HTTP 1.1 wanneer u een andere webbrowser gebruikt. |
Om Beheer via een webbrowser te gebruiken, voert u http://xxx.xxx.xxx.xxx (waarbij xxx.xxx.xxx.xxx het IP-adres van uw machine is) in uw browser in en vervolgens kunt u de instellingen in Scannen naar FTP/netwerk in het tabblad Scannen configureren of wijzigen. U kunt maximaal tien FTP-serverprofielen configureren en kiezen welke profielnummers (1 t/m 10) u gebruikt voor de instellingen van Scannen naar FTP in Scannen naar FTP/netwerkprofiel.
Behalve de zeven vooraf ingestelde bestandsnamen kunt u twee door de gebruiker gedefinieerde bestandsnamen opslaan die kunnen worden gebruikt voor het maken van een FTP-serverprofiel.
Kies Scannen naar FTP/netwerk in Beheer via een webbrowser. In Creëer DoorGebr Gedef Bestnaam voert u een bestandsnaam in een van de twee door de gebruiker gedefinieerde velden in en klikt u op Indienen. In elk door de gebruiker gedefinieerde naamveld kunt u maximaal 15 tekens invoeren.

Opmerking
| Gebruik geen ongeschikte tekens in de bestandsnaam (bijvoorbeeld ?, /, \, of *). Deze tekens kunnen een verzendfout veroorzaken bij Scannen naar FTP. |
De standaard FTP-instellingen configureren
U kunt de Passieve modus op Uit of Aan zetten, afhankelijk van uw FTP-server en de configuratie van de firewall van uw netwerk. Standaard staat deze instelling op Aan. U kunt ook het poortnummer wijzigen van de poort die wordt gebruikt om toegang te krijgen tot de FTP-server. Standaard is deze instelling poort 21. In de meeste gevallen hoeft u deze twee instellingen niet te wijzigen.
1 | Kies FTP in Scannen naar FTP/netwerk in het tabblad Scannen. Klik op Indienen. |
2 | Kies het profiel dat u wilt configureren in Scannen naar FTP/netwerkprofiel. |
3 | Voer de naam in die u wilt gebruiken voor het profiel van de FTP-server. Deze naam wordt op het LCD-scherm van de machine weergegeven en kan maximaal 15 tekens bevatten. |
4 | Het hostadres is de domeinnaam van de FTP-server. Voer het hostadres (bijvoorbeeld ftp.voorbeeld.com) (max. 64 tekens) of het IP-adres (bijvoorbeeld 192.23.56.189) in. |
5 | Voer de gebruikersnaam in die is geregistreerd met de FTP-server voor de machine (max. 32 tekens). |
6 | Voer het wachtwoord in om toegang te krijgen tot de FTP-server (maximaal 32 tekens). |
7 | Voer de bestemmingsmap in waarin uw document wordt opgeslagen op de FTP-server (bijvoorbeeld brother\abc) (max. 60 tekens). |
8 | Kies de bestandsnaam die u wilt gebruiken voor het gescande document. U kunt uit zeven vooraf ingestelde bestandsnamen en twee door de gebruiker gedefinieerde bestandsnamen kiezen. De bestandsnaam die voor uw document wordt gebruikt, is de bestandsnaam die u hebt geselecteerd plus de laatste 6 cijfers van de scannerteller plus de bestandsextensie (bijvoorbeeld: Estimate_098765.pdf). |
9 | Kies de kwaliteit, het type bestand, de documentgrootte en de bestandsgrootte die u wilt gebruiken voor de gescande gegevens. U kunt de volgende instellingen wijzigen: Instelling | Opties | Omschrijving | Kwaliteit | Kleur 150 dpi Kleur 200 dpi Kleur 300 dpi Kleur 600 dpi Grijs 150 dpi Grijs 200 dpi Grijs 300 dpi Grijs 600 dpi Zwart-wit 150 dpi Zwart-wit 200 dpi Zwart-wit 300 dpi Zwart-wit 600 dpi Automatisch 150 dpi Automatisch 200 dpi Automatisch 300 dpi Selectie gebruiker | • | U kunt een scankwaliteit selecteren in de keuzelijst Kwaliteit. Een hogere kwaliteit neemt meer geheugen in beslag en vergt meer overdrachtstijd, maar levert een preciezer gescand beeld. | • | Wanneer u Selectie gebruiker selecteert, selecteert u de instelling via het bedieningspaneel van de machine. |
| Type Bestand | PDF Beveiligde PDF PDF/A Ondertek. PDF TIFF JPEG XPS Selectie gebruiker | • | U kunt het type bestand selecteren dat u wilt gebruiken voor de gescande gegevens. | • | Wanneer u Beveiligde PDF selecteert, vraagt de machine u om een wachtwoord van 4 cijfers in te voeren met de cijfers 0-9 voordat het scannen wordt gestart. | • | Wanneer u Ondertek. PDF selecteert, moet u een certificaat installeren voor uw machine met Beheer via een webbrowser. Selecteer Ondertek. PDF in Beheerder in Beheer via een webbrowser. Voor informatie over het installeren van een certificaat kunt u Certificaten voor apparaatbeveiliging gebruiken raadplegen in de Netwerkhandleiding. | • | PDF/A is een PDF-bestandsformaat voor archivering voor een langere periode. Dit bestandsformaat bevat alle benodigde informatie om het document na een langere periode te reproduceren. | • | Ondertekende PDF helpt te voorkomen dat gegevens worden aangepast en dat iemand zich kan voordoen als de auteur door een digitaal certificaat in het document bij te voegen. | • | U kunt PDF, Beveiligde PDF, PDF/A, Ondertek. PDF, JPEG of XPS selecteren wanneer u Kleur of Grijs in Kwaliteit selecteert. | • | U kunt PDF, Beveiligde PDF, PDF/A, Ondertek. PDF of TIFF selecteren wanneer u Z/W in Kwaliteit selecteert. | • | U kunt PDF, Beveiligde PDF of Ondertek. PDF selecteren wanneer u Automatisch in Kwaliteit selecteert. | • | Wanneer u Selectie gebruiker selecteert, selecteert u de instelling via het bedieningspaneel van de machine. |
| Documentgrootte | Automatisch A4 Letter Legal B5 A5 B6 A6 Business Card Lang papier | • | Wanneer u Automatisch selecteert, kunt u documenten van een willekeurige grootte scannen zonder de Documentgrootte te wijzigen. Wanneer u de scansnelheid wilt verhogen, kunt u de exacte grootte van het document selecteren in de vervolgkeuzelijst Documentgrootte. | • | Wanneer u 600 dpi bij Kwaliteit selecteert, kunt u Automatisch niet selecteren. | • | Lang papier wordt in de keuzelijst Documentgrootte weergegeven wanneer u een andere instelling dan Automatisch XXX dpi (XXX is een waarde voor kwaliteit) bij Kwaliteit selecteert en Autom. rechtmaken is uitgeschakeld. | • | U kunt A4, Letter, Legal, B5, A5, B6, A6, Business Card of Lang papier selecteren (wanneer u een andere instelling selecteert dan Automatisch XXX dpi bij Kwaliteit) wanneer Autom. rechtmaken is uitgeschakeld. | • | U kunt Lang papier selecteren wanneer u de volgende instellingen als volgt configureert: • | Kwaliteit: anders dan Automatisch | • | Autom. rechtmaken: Uit | • | Blanco pagina overslaan: Uit |
|
| Bestandsgr. | Klein Normaal Groot Selectie gebruiker | • | U kunt de bestandsgrootte voor de gescande gegevens aanpassen. | • | Wanneer u Kleur of Grijs in Kwaliteit selecteert, selecteert u de bestandsgrootte voor de gescande gegevens in de keuzelijst. | • | Wanneer u Selectie gebruiker selecteert, selecteert u de instelling via het bedieningspaneel van de machine. |
|
|
10 | Kies Aan wanneer u de scheefstand van de gescande gegevens wilt corrigeren (tot 5 graden). |
11 | Kies Aan wanneer u blanco pagina's van het document van de gescande gegevens wilt verwijderen. |
12 | Klik op Indienen. |
Scannen met FTP-serverprofielen
1 | Laad uw document. |
2 | Veeg naar links of rechts of druk op  of  om Scan 1 weer te geven. |
3 | Druk op naar FTP. |
4 | Veeg omhoog of omlaag of druk op  of  om een van de weergegeven FTP-serverprofielen te kiezen. Ga op een van de volgende manieren te werk: • | Wanneer het profiel voor Scannen naar FTP is voltooid, gaat u naar 7. | • | Wanneer het profiel voor Scannen naar FTP niet is voltooid, gaat u naar 5. |
|
5 | Druk op Opties. |
6 | Kies naar behoefte de instellingen voor 2-zijdige scan, Scantype, Resolutie, Bestandstype, Documentgrootte, Bestandsgrootte, Automatisch rechtleggen, Geen lege pagina’s en Gebruikersnaam. Druk op OK.  Opmerking • | Wanneer u Veilige PDF voor Bestandstype kiest, vraagt de machine u om een wachtwoord van 4 cijfers in te voeren met de cijfers 0-9 voordat het scannen wordt gestart. | • | Wanneer u Ondert. PDF voor Bestandstype kiest, moet u een certificaat voor uw machine met Beheer via een webbrowser installeren en configureren. | • | Wanneer u het profiel als een snelkoppeling wilt opslaan, drukt u op Opslaan als snelkoppeling. |
|
7 | Druk op Start. Op het LCD-scherm wordt Aansluiten bezig weergegeven. Wanneer een verbinding met de FTP-server tot stand is gekomen, begint de machine met scannen. |