Scannen met Web Services (Windows Vista® SP2 of later en Windows® 7)

Het menu waarmee u Web Services voor scannen kunt gebruiken, wordt weergegeven op het LCD-scherm van uw machine van Brother wanneer u de driver voor scannen via Web Services hebt geïnstalleerd. Raadpleeg Drivers voor scannen via Web Services (Windows Vista® en Windows® 7) installeren in de Netwerkhandleiding voor meer informatie over Web Services.
Opmerking Opmerking
Bepaalde tekens in de berichten op het LCD-scherm kunnen zijn vervangen door spaties wanneer de taalinstellingen van uw besturingssysteem afwijken van die van de machine van Brother.
Wanneer op het LCD-scherm Geheugen vol wordt weergegeven, verlaagt u de instelling Papierformaat of de instelling Resolutie. Zie Instellingen voor scannen configureren voor meer informatie.
1
Laad uw document.
2
Veeg naar links of rechts of druk op Bsymbol.ltri of Bsymbol.rtri om Scan 1 weer te geven.
3
Druk op naar computer.
4
Veeg naar links of rechts om WS Scan weer te geven.
5
Druk op WS Scan en dan op OK.
6
Druk op het type scan dat u wilt uitvoeren.
7
Veeg omhoog of omlaag of druk op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om de computer weer te geven waarnaar u wilt verzenden.
Druk op de doelcomputer.
8
Druk op Start.
Het scanproces wordt gestart.

Instellingen voor scannen configureren

Wanneer op het LCD-scherm Geheugen vol wordt weergegeven, verlaagt u de instelling Papierformaat of de instelling Resolutie.
1
(Windows Vista®)
Klik op de knop Figuur, Configuratiescherm, Hardware en geluiden en dan op Scanners en camera’s.
(Windows® 7)
Klik op de knop Figuur, Alle programma’s, Brother, ADS-XXXXX (waarbij XXXXX de naam van uw model is), Instellingen Scanner en dan op Scanners en camera’s.
2
Klik op uw machine en klik dan op de knop Profielen voor scannen.
Het dialoogvenster Profielen voor scannen wordt weergegeven.
3
Kies het scanprofiel dat u wilt gebruiken. Controleer of de onder Scanner geselecteerde scanner een machine van Brother is die Web Services voor scannen ondersteunt.
Klik op Als standaard instellen.
4
Klik op Bewerken. Het dialoogvenster Standaardprofiel bewerken wordt weergegeven.
5
Kies de instellingen voor Invoer, Papierformaat, Kleurenindeling, Bestandstype, Resolutie, Helderheid en Contrast.
6
Klik op Profiel opslaan. De instellingen worden toegepast wanneer u scant met het Web Services protocol.
Opmerking Opmerking
Wanneer u wordt gevraagd om een softwaretoepassing voor scannen te kiezen, kiest u Windows® Fax & Scan of Windows® Photo Gallery in de lijst.