Wanneer u Scannen naar Netwerk kiest, kunt u documenten rechtstreeks naar een gedeelde map op een CIFS-server op uw lokale netwerk of op het internet scannen. De functie Scannen naar Netwerk ondersteunt Kerberos- en NTLMv2-verificatie.
De vereiste gegevens om Scannen naar Netwerk te gebruiken kunt u invoeren door Beheer via een webbrowser te gebruiken om de gegevens vooraf in te stellen en op te slaan in een profiel voor Scannen naar Netwerk. In het profiel Scannen naar Netwerk worden gebruikersinformatie en configuratie-instellingen opgeslagen voor gebruik op een netwerk of het internet.

Opmerking
• | Scannen naar Netwerk is beschikbaar wanneer profielen voor Scannen naar Netwerk zijn geconfigureerd met Beheer via een webbrowser. |
• | Configureer het SNTP-protocol (netwerktijdserver) of stel de datum, tijd en de tijdzone goed in voor verificatie. Raadpleeg de Netwerkhandleiding voor meer informatie. |
• | Wij raden Microsoft® Internet Explorer® 8.0/9.0 aan. Zorg er ook voor dat JavaScript en Cookies altijd zijn ingeschakeld, welke browser u ook gebruikt. Controleer of de webbrowser compatibel is met HTTP 1.0 en HTTP 1.1 wanneer u een andere webbrowser gebruikt. |
Om Beheer via een webbrowser te gebruiken, voert u http://xxx.xxx.xxx.xxx (waarbij xxx.xxx.xxx.xxx het IP-adres van uw machine is) in uw browser in en vervolgens kunt u de instellingen in Scannen naar FTP/netwerk in het tabblad Scannen configureren of wijzigen. U kunt maximaal tien profielen voor Scannen naar Netwerk configureren en kiezen welke profielnummers (1 t/m 10) u gebruikt voor de instellingen van Scannen naar Netwerk in Scannen naar FTP/netwerkprofiel.
Behalve de zeven vooraf ingestelde bestandsnamen kunt u twee door de gebruiker gedefinieerde bestandsnamen opslaan die kunnen worden gebruikt voor het maken van een profiel voor Scannen naar Netwerk.
Kies Scannen naar FTP/netwerk in Beheer via een webbrowser. In Creëer DoorGebr Gedef Bestnaam voert u een bestandsnaam in een van de twee door de gebruiker gedefinieerde velden in en klikt u op Indienen. In elk door de gebruiker gedefinieerde naamveld kunt u maximaal 15 tekens invoeren.

Opmerking
| Gebruik geen ongeschikte tekens in de bestandsnaam (bijvoorbeeld ?, /, \, of *). Deze tekens kunnen een verzendfout veroorzaken bij Scannen naar Netwerk. |
De standaardinstellingen voor Scannen naar Netwerk configureren
1 | Kies Netwerk in Scannen naar FTP/netwerk in het tabblad Scannen. Klik op Indienen. |
2 | Kies het profiel dat u wilt configureren in Scannen naar FTP/netwerkprofiel. |
3 | Voer de naam in die u wilt gebruiken voor het profiel voor Scannen naar Netwerk. Deze naam wordt op het LCD-scherm van de machine weergegeven en kan maximaal 15 tekens bevatten. |
4 | Het hostadres is de domeinnaam van de CIFS-server. Voer het hostadres (bijvoorbeeld mypc.voorbeeld.com) (max. 64 tekens) of het IP-adres (bijvoorbeeld 192.23.56.189) in. |
5 | Voer de bestemmingsmap in waarin uw document wordt opgeslagen op de CIFS-server (bijvoorbeeld brother\abc) (max. 60 tekens). |
6 | |
7 | Als u het profiel wilt beveiligen, kiest u Aan bij Pincode gebruiken voor verificatie en voert u een pincode van 4 cijfers in bij Pincode. |
8 | Kies de verificatiemethode. U kunt Automatisch, Kerberos of NTLMv2 kiezen. Wanneer u Automatisch kiest, wordt de verificatiemethode automatisch gedetecteerd. |
9 | Voer de Gebruikersnaam in die is geregistreerd met de CIFS-server voor de machine (maximaal 96 tekens). |
10 | Voer het Wachtwoord in om toegang te krijgen tot de CIFS-server (maximaal 32 tekens). |
11 | Klik op Indienen. |
12 | Kies Datum&tijd in het tabblad Algemeen. |
13 | Voer de datum en tijd in die gebruikt worden op de CIFS-server. |
14 | Kies de tijdzone in de keuzelijst. |
15 | Klik op Indienen. |
Scannen met profielen voor Scannen naar Netwerk
1 | Laad uw document. |
2 | Veeg naar links of rechts of druk op  of  om Scan 1 weer te geven. |
3 | Druk op naar netwerk. |
4 | Veeg omhoog of omlaag of druk op  of  om een van de weergegeven netwerkserverprofielen te kiezen. Wanneer u via het LCD-scherm wordt gevraagd om een pincode in te voeren, voert u op het LCD-scherm de pincode van 4 cijfers in voor het profiel. Druk op OK. Ga op een van de volgende manieren te werk: • | Wanneer het profiel voor Scannen naar Netwerk is voltooid, gaat u naar 7. | • | Wanneer het profiel voor Scannen naar Netwerk niet is voltooid, gaat u naar 5. |
|
5 | Druk op Opties. |
6 | Kies naar behoefte de instellingen voor 2-zijdige scan, Scantype, Resolutie, Bestandstype, Documentgrootte, Bestandsgrootte, Automatisch rechtleggen, Geen lege pagina’s en Gebruikersnaam. Druk op OK.  Opmerking • | Wanneer u Veilige PDF voor Bestandstype kiest, vraagt de machine u om een wachtwoord van 4 cijfers in te voeren met de cijfers 0-9 voordat het scannen wordt gestart. | • | Wanneer u Ondert. PDF voor Bestandstype kiest, moet u een certificaat voor uw machine met Beheer via een webbrowser installeren en configureren. | • | Wanneer u de instellingen als een snelkoppeling wilt opslaan, drukt u op Opslaan als snelkoppeling. |
|
7 | Druk op Start. Op het LCD-scherm wordt Aansluiten bezig weergegeven. Wanneer een verbinding met het netwerk tot stand is gekomen, begint de machine met scannen. |