Via het beginscherm kunt u de schermen voor wifi-instellingen *1, tonerniveau, instellingen, functies en veilige afdrukken openen.

Op het beginscherm wordt de status van het apparaat weergegeven wanneer deze inactief is. Als dit scherm wordt weergegeven, betekent dit dat het apparaat gereed is voor de volgende opdracht.

1. (Status draadloze verbinding)  *1

   Druk hierop om de draadloze instellingen te configureren.

   Bij bepaalde modellen wordt op het beginscherm de draadloze status weergegeven wanneer de optionele draadloze module is geïnstalleerd.

   Als u gebruikmaakt van een draadloze verbinding, geeft een indicator met vier niveaus de huidige signaalsterkte van het draadloze netwerk aan op het beginscherm.

   

   • Als u ziet dat als draadloze status wordt weergegeven, drukt u hierop om een draadloze verbindingsmethode te selecteren of een bestaande draadloze verbinding te bewerken.

2. IP-adres

   Als de instelling van het IP-adres in het menu Scherminstellingen aan staat, verschijnt het IP-adres van uw apparaat op het beginscherm.

3. [Beveiligd afdrukken]

   Druk hierop om toegang te krijgen tot de optie Afdruk beveiligen.

4. (Toner)

   Geeft de resterende levensduur van de toner weer. Druk hierop om toegang te krijgen tot het [Toner]-menu.

5. [Instell.]

   Druk hierop om toegang te krijgen tot het [Instellingen]-menu.

   Via het instellingenmenu hebt u toegang tot alle instellingen van uw apparaat.

   Als Setting Lock op Aan staat, wordt er een pictogram van een hangslot weergegeven op het LCD-scherm. U moet het apparaat ontgrendelen om instellingen te kunnen aanpassen.

6. [Functies]

   Druk hierop om het functiescherm te openen.

   • [Web]

     Druk hierop om het Brother-apparaat met een internetservice te verbinden.

   • [Direct afdrukken]

     Druk hierop om toegang te krijgen tot het menu Direct afdrukken.

   

• Schakel het apparaat in door op te drukken.
• Schakel het apparaat uit door ingedrukt te houden.