Zoeken

Home > Apparaat-instellingen > De instellingen van het apparaat vanaf het bedieningspaneel wijzigen > Instellingen- en functietabellen > Instellingstabellen (MFC-modellen met 2,7" aanraakscherm en MFC-modellen met 3,5" aanraakscherm)

Instellingstabellen (MFC-modellen met 2,7" aanraakscherm en MFC-modellen met 3,5" aanraakscherm)

Gerelateerde modellen:MFC‑L2860DWE / MFC‑L2860DW / MFC‑L2862DW / MFC‑L2922DW / MFC‑L2960DW / MFC‑L2980DW

[Instell.]

image [Instell.]

Niveau 1

Niveau 2

Omschrijvingen

image(Datum en tijd)

-

Hiermee krijgt u toegang tot de menu's om de datum en tijd in te stellen.

Toner

Levensduur toner

U kunt bekijken hoeveel toner ongeveer resteert.

Testafdruk

Hiermee drukt u een testpagina af.

Controle van tonercartridge

Hiermee geeft u informatie over de geïnstalleerde tonercartridge weer op het LCD-scherm, bijvoorbeeld of de tonercartridge origineel is.

Netwerk

LAN met kabel

Hiermee opent u het instellingenmenu voor een bedraad LAN.

WLAN(Wi-Fi)

(Voor draadloze modellen)

Hiermee opent u de WLAN-instellingenmenu's.

Faxvoorbeeld

-

Hiermee kunt u ontvangen faxen bekijken op de LCD.

Lade-instell.

-

Hiermee opent u de lade-instellingenmenu's.

Ecomodus

-

Hiermee opent u het instellingenmenu van de ecostand.

Alle instell.

-

Hiermee kunt u de gedetailleerde instellingen configureren.

[Standaardinst.]

[Alle instell.]>[Standaardinst.]

Niveau 3

Niveau 4

Niveau 5

Omschrijvingen

Lade-instelling

Papiersoort

-

Hiermee kunt u het soort papier voor de papierlade instellen.

Papierform.

-

Hiermee stelt u het papierformaat in de papierlade in.

Printpositie

X Offset

Hiermee verplaatst u de afdrukstartpositie (linkerbovenhoek van pagina's) horizontaal van -500 (links) tot +500 (rechts) punten in 300 dpi.

Y Offset

Hiermee verplaatst u de afdrukstartpositie (linkerbovenhoek van pagina's) verticaal van -500 (boven) tot +500 (onder) punten in 300 dpi.

Contr. papier

-

Selecteer of een bericht moet worden weergegeven dat u vraagt om de grootte en type van het papier in het apparaat en het overeenstemmende papierformaat en papiertype van het apparaat te controleren.

Volume

Belvolume

-

Hiermee kunt u het belvolume aanpassen.

Toon

-

Hiermee past u het volume van de waarschuwingstoon aan.

Luidspreker

-

Hiermee stelt u het volume van de luidspreker in.

LCD-instell.

Schermverlicht

-

Hiermee kunt u de helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm aanpassen.

Lichtdim-timer

-

Hiermee stelt u in hoelang de achtergrondverlichting op het LCD-scherm blijft branden nadat u naar het beginscherm bent teruggekeerd.

Scherminst.

Startscherm

-

Stel het hoofdbeginscherm in.

Scherm Scannen

-

Hiermee kunt u de standaardinstellingen van het scanscherm opgeven.

Info weergeven

IP-adres

Hiermee bepaalt u of het IP-adres van het apparaat moet worden weergegeven op het beginscherm.

Ecologie

Ecomodus

-

Hiermee schakelt u de volgende apparaatinstellingen tegelijkertijd in:

  • 2-zijdige afdruk:Lange zijde *1 (op bepaalde modellen beschikbaar)
  • Tijd slaapstand:0 Min (op bepaalde modellen beschikbaar)
  • Lichtdim-timer:10 sec
  • Stille modus: Aan *1
  • Toner besparen: Aan *1

Toner besparen

-

Hiermee verhoogt u het rendement van de tonercartridge.

Tijd slaapstand

(op bepaalde modellen beschikbaar)

-

Hiermee stelt u in na hoeveel minuten het apparaat in de slaapstand gaat.

Stille modus

-

Hiermee vermindert u het lawaai bij het afdrukken.

Aut. uitschak.

-

Hiermee stelt u in na hoeveel minuten of uren het apparaat in de stroom uit-modus gaat. Kies Uit als u niet wilt dat het apparaat wordt uitgeschakeld.

Instelblokk.

-

-

Hiermee voorkomt u dat onbevoegde gebruikers de instellingen van het apparaat wijzigen.

Toner vervangen

-

-

Stel het apparaat in op continu afdrukken nadat de LCD Toner vervangen weergeeft.

*1
U kunt deze instelling alleen wijzigen nadat u bepaalde apparaatinstellingen hebt aangepast in Beheer via een webbrowser.

[Instellingen snelkoppelingen]

[Alle instell.]>[Instellingen snelkoppelingen]

Niveau 3

Niveau 4

Omschrijvingen

(Selecteer snelkoppelingknop.)

Naamwijz

Hiermee wijzigt u de naam van de snelkoppeling.

Bewerken

Hiermee kunt u de snelkoppelingsinstellingen wijzigen.

Verwijder

Hiermee verwijdert u de snelkoppeling.

Kaart/NFC registreren

(op bepaalde modellen beschikbaar)

Hiermee wijst u een snelkoppeling toe aan een identiteitskaart.

Kaart/NFC verwijderen

(op bepaalde modellen beschikbaar)

Hiermee verwijdert u een snelkoppeling van een identiteitskaart.

[Fax]

[Alle instell.]>[Fax]

Niveau 3

Niveau 4

Niveau 5

Omschrijvingen

Ontvangstmenu

Belvertraging

-

Hiermee kunt u instellen hoe vaak het belsignaal moet overgaan voordat het apparaat reageert in de modus Fax of Fax/Tel.

Ontvangstmodus

-

Hiermee kiest u de ontvangstmodus die het best aan uw behoeften voldoet.

F/T beltijd

-

Hiermee stelt u de duur van het dubbele belsignaal in de modus Fax/Telefoon in.

Faxvoorbeeld

-

Hiermee kunt u ontvangen faxen bekijken op de LCD.

Fax Waarnemen

-

Hiermee worden faxen automatisch ontvangen wanneer u een oproep beantwoordt en de faxtoon hoort.

Act.Op Afst.

Act.Op Afst.

Hiermee kunt u oproepen op een tweede of extern toestel aannemen en codes gebruiken om de codes op afstand in- of uitschakelen. U kunt deze codes personaliseren.

Afstandscode

Deactiveren

Auto reductie

-

Hiermee wordt een inkomend faxbericht verkleind afgedrukt.

PC-Fax ontv.

-

Hiermee stelt u het apparaat in om faxen naar uw computer te verzenden.

U kunt dan ook de beveiligingsfunctie Reserveafdruk inschakelen.

Geheugenontv.

Uit

-

Fax Doorzenden

Stel het apparaat in om faxberichten door te zenden of om binnenkomende faxen in het geheugen op te slaan, zodat u deze kunt opvragen wanneer u niet bij uw apparaat bent.

Als u Fax doorzenden of Fax opslaan selecteert, kunt u de beveiligingsfunctie Reserveafdruk inschakelen.

Fax Opslaan

Doorsturen naar cloud

Hiermee stuurt u inkomende faxen door naar de internetservice.

Doorzenden nr netwerk

(op bepaalde modellen beschikbaar)

Hiermee stuurt u inkomende faxen door naar een netwerkbestemming.

Faxontvangststempel

-

Hiermee drukt u bovenaan ontvangen faxen de tijd en datum van ontvangst af.

Tweezijdig

-

Hiermee drukt u ontvangen faxen af op beide zijden van het papier.

Verzendmenu

Voorblad Opm.

5.

Hier kunt u tekst voor het faxvoorblad opgeven.

6.

Automatisch herkiezen

-

Hiermee kunt u het apparaat instellen om het laatste faxnummer na vijf minuten opnieuw te kiezen als de fax niet kon worden verzonden omdat de lijn bezet was.

Bestemming

-

Hiermee kunt u het apparaat instellen om tijdens het kiezen van faxen gegevens over de bestemming op de LCD weer te geven.

Limiet inkomend

(Alleen voor sommige landen beschikbaar.)

Limietmethode

-

Een methode voor het beperken van inkomende faxen selecteren.

Kies rapport

Verzendrapp.

-

Hiermee selecteert u de begininstellingen voor het verzendrapport.

Journaal tijd

Journaal tijd

Hiermee stelt u het interval in voor het automatisch afdrukken van het faxjournaal.

Tijd

Als u een andere optie dan Uit of Elke 50 faxen selecteert, kunt u de tijd voor de optie instellen.

Dag

Als u Elke 7 dagen selecteert, kunt u de dag van de week instellen.

Fax afdrukken

-

-

Hiermee drukt u ontvangen faxen af die in het geheugen van het apparaat zijn opgeslagen.

Afst.bediening

-

-

Hiermee stelt u uw eigen code voor afstandsbediening in.

Kiesbeperking

Cijfertoetsen

-

Hiermee beperkt u het kiezen bij gebruik van de kiestoetsen.

Adresboek

-

Hiermee beperkt u het kiezen bij gebruik van het adresboek.

Snelk.

-

Hiermee beperkt u het kiezen bij gebruik van een snelkoppeling.

Rest. jobs

-

-

Hiermee kunt u controleren welke geplande taken in het geheugen van het apparaat zijn opgeslagen en geselecteerde taken annuleren.

Diversen

Beller ID

(Alleen voor sommige landen beschikbaar.)

-

Hiermee kunt u weergave van het nummer (of de naam) van de bellende partij in- of uitschakelen.

Voor u deze functie gebruikt, dient u na te gaan of de instelling voor nummerweergave op Aan staat.

[Printer]

[Alle instell.]>[Printer]

Niveau 3

Niveau 4

Niveau 5

Omschrijvingen

Emulatie

-

-

Hiermee selecteert u de emulatiemodus.

Resolutie

-

-

Selecteer een afdrukresolutie.

Dichtheid

-

-

Selecteer een hogere of een lagere afdrukdichtheid.

Afdrukinstellingen

-

-

Hiermee stelt u de afdrukinstellingen in op tekst of afbeeldingen.

Afdrukopties

Lijst met Lettretypen

HP LaserJet

Druk een lijst met de interne lettertypes van het apparaat af.

BR-Script 3

Testafdruk

-

Hiermee drukt u een testpagina af.

Tweezijdig

2-zijdige afdruk

-

Hiermee schakelt u 2-zijdig afdrukken in of uit en selecteert u lange zijde of korte zijde.

Eén afbeelding

-

Voor een afdruktaak waarvan de laatste pagina een enkelzijdige afbeelding is, selecteert u de optie 1-zijd. invoer om de afdruktijd te verminderen.

Autom. doorgaan

-

-

Selecteer deze instelling als u wilt dat het apparaat foutmeldingen over het papierformaat verwijdert en het papier in de lade gebruikt.

Papiersoort

-

-

Hiermee stelt u de papiersoort in.

Papierform.

-

-

Hiermee stelt u het papierformaat in.

Aantal

-

-

Hiermee stelt u het aantal afgedrukte pagina's in.

Orientatie

-

-

Hiermee bepaalt u of u pagina's staand of liggend wilt afdrukken.

Printpositie

X Offset

-

Hiermee opent u de instellingenmenu's voor de afdrukpositie.

Y Offset

-

Auto FF

-

-

Hiermee drukt het apparaat automatisch overblijvende gegevens af.

HP LaserJet

Fontnr.

Fontnr.

Stel het lettertypenummer in.

Soft Font nr.

Stel het nummer van het laadbare lettertype in.

Dit menu verschijnt als een laadbaar lettertype is geïnstalleerd op uw apparaat van Brother.

Lettretypepitch

-

Hiermee stelt u de lettertypepitch in.

(Slechts beschikbaar voor specifieke lettertypen.)

Lettretypepunten

-

Hiermee stelt u de grootte van het lettertype in.

(Slechts beschikbaar voor specifieke lettertypen.)

Symbolenset

-

Hiermee selecteert u de symbool- of tekenset.

Tabel afdrukken

-

Hiermee drukt u de codetabel af.

Auto LF

-

AAN: CR -> CR+LF, UIT: CR -> CR

Auto CR

-

AAN: LF -> LF+CR, FF -> FF+CR of VT -> VT+CR

UIT: LF -> LF, FF -> FF of VT -> VT

Auto WRAP

-

Hiermee selecteert u of er een regelinvoer en regelterugloop moeten plaatsvinden wanneer de rechtermarge wordt bereikt.

Auto SKIP

-

Hiermee selecteert u of er een regelinvoer en regelterugloop moeten plaatsvinden wanneer de onderste marge wordt bereikt.

Linkerkantlijn

-

Hiermee stelt u de linkermarge bij kolom 0 tot 70 in op 1 cpi.

Rechterkantlijn

-

Hiermee stelt u de rechtermarge bij kolom 10 tot 80 in op 1 cpi.

Bovenmarge

-

Hiermee stelt u de bovenste margeafstand in van de bovenrand van het papier.

Ondermarge

-

Stelt de onderste margeafstand in van de onderrand van het papier.

Regels

-

Hiermee stelt u het aantal lijnen op elke pagina in.

Opdracht lade

-

Selecteer deze instelling als een verkeerde lade wordt gebruikt wanneer u de HP-drivers gebruikt.

BR-Script 3

Print foutlijst

-

Kies of het apparaat de foutinformatie moet afdrukken wanneer de fout zich voordoet.

PDF

Meerdere pagina's

-

U kunt de paginalay-out instellen wanneer u meerdere pagina's afdrukt.

PDF-afdrukopties

-

Hiermee stelt u in of er naast de tekst van het pdf-bestand opmerkingen of stempels moeten worden afgedrukt als u via pdf afdrukt.

PDF aanp. aan pag.

-

Hiermee selecteert u of het apparaat de pagina's in het pdf-bestand moet vergroten of verkleinen zodat ze op het geselecteerde papierformaat passen.

Printer resetten

-

-

Hiermee worden de apparaatinstellingen naar de fabrieksinstellingen teruggezet.

[Netwerk]

[Alle instell.]>[Netwerk]

Niveau 3

Niveau 4

Niveau 5

Niveau 6

Omschrijvingen

LAN met kabel

TCP/IP

Opstartmeth.

-

Selecteert de opstartmethode die het best aan uw eisen voldoet.

IP-adres

-

Voer het IP-adres in.

Subnetmasker

-

Voer het subnetmasker in.

Gateway

-

Voer het adres van de gateway in.

Knooppuntnaam

-

Voer de knooppuntnaam in.

(maximaal 32 tekens)

WINS-configuratie

-

Selecteert de WINS-configuratiemodus.

WINS-server

Primair

Specificeer het IP-adres van de primaire WINS-server.

Secundair

Specificeer het IP-adres van de secundaire WINS-server.

DNS-server

Primair

Specificeer het IP-adres van de primaire DNS-server.

Secundair

Specificeer het IP-adres van de secundaire DNS-server.

APIPA

-

Hiermee stelt u het apparaat in om automatisch het IP-adres van het link-local-adresbereik toe te wijzen.

IPv6

-

Hiermee schakelt u het IPv6-protocol in of uit.

Ethernet

-

-

Hiermee selecteert u de Ethernet-verbindingsmodus.

Status bedraad

-

-

Hiermee geeft u de status van het bedrade netwerk weer.

MAC-adres

-

-

Hiermee kunt u het MAC-adres van het apparaat weergeven.

Standaard

-

-

Hiermee worden de instellingen van het bedrade netwerk naar de fabrieksinstellingen teruggezet.

Bekabeld insch.

-

-

Hiermee schakelt u het bedrade LAN handmatig in of uit.

WLAN(Wi-Fi)

Wi-Fi-netwerk vinden

-

-

Configureer uw draadloze netwerkinstellingen handmatig.

TCP/IP

Opstartmeth.

-

Selecteert de opstartmethode die het best aan uw eisen voldoet.

IP-adres

-

Voer het IP-adres in.

Subnetmasker

-

Voer het subnetmasker in.

Gateway

-

Voer het adres van de gateway in.

Knooppuntnaam

-

Voer de knooppuntnaam in.

(maximaal 32 tekens)

WINS-configuratie

-

Selecteert de WINS-configuratiemodus.

WINS-server

Primair

Specificeer het IP-adres van de primaire WINS-server.

Secundair

Specificeer het IP-adres van de secundaire WINS-server.

DNS-server

Primair

Specificeer het IP-adres van de primaire DNS-server.

Secundair

Specificeer het IP-adres van de secundaire DNS-server.

APIPA

-

Hiermee stelt u het apparaat in om automatisch het IP-adres van het link-local-adresbereik toe te wijzen.

IPv6

-

Hiermee schakelt u het IPv6-protocol in of uit.

WPS/drukknop

-

-

U kunt uw draadloze netwerkinstellingen eenvoudig configureren met één druk op de knop.

WPS/pincode

-

-

U kunt uw draadloze netwerkinstellingen eenvoudig configureren met WPS en een pincode.

WLAN herstellen

-

-

Reset en herstart uw draadloos netwerk.

Status WLAN

Status

-

Hiermee geeft u de status van het huidige draadloze netwerk weer.

Signaal

-

Hiermee kunt u de signaalsterkte van het huidige netwerk weergeven.

SSID

-

Hiermee geeft u de huidige SSID weer.

Comm. Modus

-

Hiermee geeft u de huidige communicatiemodus weer.

MAC-adres

-

-

Hiermee kunt u het MAC-adres van het apparaat weergeven.

Standaard

-

-

Hiermee worden de instellingen van het draadloze netwerk naar de fabrieksinstellingen teruggezet.

WLAN insch.

-

-

Hiermee schakelt u de draadloze netwerkverbinding in.

Wi-Fi Direct

Handmatig

-

-

Hiermee configureert u handmatig uw Wi-Fi Direct-netwerkinstellingen.

Groepseigenaar

-

-

Stel uw apparaat als de Groepseigenaar in.

Drukknop

-

-

Hiermee configureert u uw Wi-Fi Direct-netwerkinstellingen met de drukknopmethode.

Pincode

-

-

Hiermee kunt u uw Wi-Fi Direct-netwerkinstellingen configureren met WPS en een pincode.

Apparaatgegevens

Apparaatnaam

-

Hiermee wordt de apparaatnaam van uw apparaat weergegeven.

SSID

-

Hiermee kunt u de SSID van de groepseigenaar weergeven.

Wanneer het apparaat niet verbonden is, wordt Niet verbonden op het LCD-scherm weergegeven.

IP-adres

-

Hiermee kunt u het huidige IP-adres van uw apparaat weergeven.

Statusinformatie

Status

-

Hiermee geeft u de status van het huidige Wi-Fi Direct-netwerk weer.

Signaal

-

Hiermee kunt u de signaalsterkte van het huidige WiFi Direct-netwerk nagaan.

Wanneer uw apparaat als Groepseigenaar handelt, geeft de LCD altijd een sterk signaal aan.

Interf. insch.

-

-

Hiermee schakelt u de Wi-Fi Direct-verbinding in of uit.

NFC

(op bepaalde modellen beschikbaar)

-

-

-

Hiermee schakelt u NFC-functie in of uit.

E-mail/IFAX

(op bepaalde modellen beschikbaar)

E-mailadres

-

-

Hiermee voert u het e-mailadres in.

(maximaal 255 tekens)

Server instellen

SMTP

Server

Voer de SMTP-servernaam en -adres in.

Poort

Voer het SMTP-poortnummer in.

Aut. voor SMTP

Selecteer hier de beveiligingsmethode voor e-mailmeldingen.

SSL/TLS

Hiermee kunt u een e-mail verzenden of ontvangen via een e-mailserver waarvoor beveiligde SSL-/TLS-communicatie vereist is.

Cert. contr.

Controleer het SMTP-servercertificaat automatisch.

POP3/IMAP4

Protocol

Hiermee selecteert u het protocol voor het ontvangen van e-mailberichten van de server.

Server

Voer de servernaam en -adres in.

Poort

Voer hier het poortnummer in.

Postvaknaam

Hiermee voert u de naam van het postvak in.

(maximaal 255 tekens)

Wachtwoord postvak

Voer het wachtwoord in om in te loggen op de server.

(maximaal 128 tekens)

Map selecteren

Hiermee selecteert u de opgegeven map in het postvak met het IMAP4-protocol.

SSL/TLS

Hiermee kunt u een e-mail verzenden of ontvangen via een e-mailserver waarvoor beveiligde SSL-/TLS-communicatie vereist is.

Cert. contr.

Hiermee controleert u het servercertificaat automatisch.

Ver. voor POP3/IMAP4

Selecteer hier de beveiligingsmethode voor e-mailmeldingen.

E-mail RX instellen

Autom. polling

Autom. polling

Hiermee controleert u de server automatisch op nieuwe berichten.

Pollfrequentie

Hiermee stelt u de interval voor het controleren van nieuwe berichten op de server in.

Koptekst

-

Hiermee selecteert u de inhoud van de kopregel die wordt afgedrukt.

Fout mail verw./lezen

-

Foutmeldingen worden automatisch door de POP3-server verwijderd. Foutmeldingen worden nadat u ze gelezen hebt automatisch door de IMAP4-server verwijderd.

Melding

-

Hiermee ontvangt u waarschuwingsberichten.

E-mail TX instellen

Onderw. afz.

-

Hiermee kunt u het onderwerp bekijken.

Groottebeperk.

Groottebeperk.

Beperkt de grootte van e-maildocumenten.

Max.grootte (MB)

Melding

-

Hiermee verzendt u waarschuwingsberichten.

Relayeren instellen

Groepsverz.

-

Hiermee relayeert u een document naar een ander faxapparaat.

Groepsdomein

Groepsverz. ##

Hiermee registreert u de domeinnaam.

Groepsrapport

-

Hiermee drukt u een Groepsverzendingsrapport af.

Kies rapport

E-mail

Verzendrapp.

Hiermee selecteert u de begininstellingen voor het verzendrapport.

IFAX

Verzendrapp.

Handmatig ontvangen

-

-

Hiermee controleert u de POP3- of IMAP4-server automatisch op nieuwe berichten.

Web Connect-instellingen

Proxy-instell.

Proxy-verbinding

-

Hiermee wijzigt u de webinstellingen.

Adres

-

Poort

-

Gebruikersnaam

-

Wachtwoord

-

Webgebaseerd beheer

-

-

-

Hiermee schakelt u Beheer via een webbrowser in en uit.

Als u deze functie inschakelt, moet u ook aangeven dat de verbindingsmethode gebruik moet maken van Beheer via een webbrowser.

Faxen naar server

(op bepaalde modellen beschikbaar)

Faxen naar server

-

-

Hiermee selecteert u het netwerkverbindingstype.

Prefix

-

-

Suffix

-

-

IPsec

(op bepaalde modellen beschikbaar)

-

-

-

IPsec is een optionele beveiligingsfunctie van het IP-protocol dat verificatie- en versleutelingsservices voorziet. We raden u aan om contact op te nemen met uw netwerkbeheerder voordat u deze instelling wijzigt.

GlobalNW dtct.

Detectie toestaan

-

-

Hiermee schakelt u Wereldwijde detectie in en uit. Dit is een functie die onbedoelde verbinding met een wereldwijd netwerk detecteert en de gebruiker daarover informeert.

Toegang afwijzen

-

-

Hiermee schakelt u verbindingen met het wereldwijde netwerk uit.

Netw. resetten

-

-

-

Herstelt alle fabrieksinstellingen van het netwerk.

[Print lijsten]

[Alle instell.]>[Print lijsten]

Niveau 3

Niveau 4

Omschrijvingen

Verzendrapport

Weerg. op LCD

Hiermee geeft u verzendrapporten weer over verzonden faxen.

Afdrukrapport

Hiermee drukt u een verzendrapport van de laatste transmissie af.

Adresboek

-

Hiermee drukt u een lijst met namen en nummers af die in het adresboek zijn opgeslagen.

Fax Journaal

-

Hiermee drukt u een lijst af met informatie over de laatste 200 ontvangen en verzonden faxen.

(TX betekent verzonden. RX betekent ontvangen.)

Gebruikersinst

-

Hiermee drukt u een lijst af met uw gebruikersinstellingen.

Printerinstellingen

-

Hiermee drukt u een lijst af met uw printerinstellingen.

Netwerkconfiguratie

-

Hiermee drukt u een lijst af met uw netwerkinstellingen.

Bestandsl. afdr.

(op bepaalde modellen beschikbaar)

-

Hiermee drukt u een lijst af met de gegevens die zijn opgeslagen in het geheugen van het apparaat.

Drumstippen afdrukken

-

Hiermee drukt u een controlevel voor drumdot afdrukken af.

WLAN-rapport

(Voor modellen met draadloze netwerkfunctie)

-

Hiermee drukt u de resultaten van de draadloze LAN-verbinding af.

Overzicht beller-ID

(Alleen voor sommige landen beschikbaar.)

-

Hiermee drukt u een belleroverzicht af.

[Machine-info]

[Alle instell.]>[Machine-info]

Niveau 3

Niveau 4

Omschrijvingen

Serienummer

-

Hiermee controleert u het serienummer van uw apparaat.

Firmware-versie

Hoofdversie

Hiermee controleert u de firmwareversie van uw apparaat.

Sub1-versie

Beveiligingsversie

Firmware bijwerken

-

Hiermee werkt u het apparaat bij met de meest recente firmware.

Firmware Auto Check

-

U kunt informatie over de firmware in het beginscherm bekijken.

Paginateller

Totaal

Hiermee controleert u het totale aantal pagina's dat het apparaat heeft afgedrukt.

Fax

Kopiëren

Afdrukken

Overige

Levensduur onderdelen

Drumeenheid

Controleer het percentage van de resterende beschikbare levensduur van de verbruiksartikelen.

[Stand.instel.]

[Alle instell.]>[Stand.instel.]

Niveau 3

Niveau 4

Omschrijvingen

Datum en tijd

Datum

Hiermee kunt u de datum en de tijd instellen die op het scherm en in de kopteksten van de verzonden faxen worden weergegeven.

Tijd

Type klok

Hiermee selecteert u de tijdsindeling (12-uurs- of 24-uursnotatie).

Aut. zomertijd

Hiermee stelt u het apparaat in voor automatische aanpassing aan de zomer-/wintertijd.

Tijdzone

Hiermee stelt u uw tijdzone in.

Stations-ID

Fax

Hiermee kunt u opgeven welke naam en welk faxnummer moeten worden afgedrukt op elke pagina die u faxt.

Telefoon

Naam

Toon/Puls

(voor Nederland)

-

Selecteer de kiesmodus.

Kiestoon

-

Hiermee verkort u de tijd tot de kiestoon wordt waargenomen.

Tel lijn inst

-

Hiermee selecteert u het type telefoonlijn.

Compatibel

-

Hiermee past u de synchronisatie aan bij verzendproblemen.

VoIP-providers bieden faxondersteuning middels verschillende standaards. Als u regelmatig transmissiefouten ondervindt, selecteert u Minimaal (voor VoIP).

Reset

Apparaat resetten

Hiermee herstelt u alle apparaat-instellingen die u hebt gewijzigd.

Netw. resetten

Herstelt alle fabrieksinstellingen van het netwerk.

Adresboek en fax

Hiermee verwijdert u alle opgeslagen telefoonnummers en faxinstellingen.

Alle instellingen

Herstel alle instellingen van het apparaat naar de fabrieksinstellingen.

Fabrieksinstellingen

Hiermee worden alle fabrieksinstellingen hersteld.

Taalkeuze

(Alleen voor sommige landen beschikbaar.)

-

Hiermee wijzigt u de taal op uw LCD-scherm.

Was deze pagina behulpzaam?