C Problemen oplossen en routineonderhoud

Problemen oplossen

Als u denkt dat er een probleem is met uw machine, kijk dan in onderstaande tabel en volg de tips voor het oplossen van problemen.
De meeste problemen kunt u zelf eenvoudig oplossen. Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het Brother Solutions Center de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen. Ga naar http://solutions.brother.com.

Als u problemen hebt met uw machine

Controleer onderstaande tabel en volg de instructies.
Kopieerproblemen
Problemen
Suggesties
Kan geen kopie maken.
Contacteer uw beheerder om uw instellingen voor Beveiligd functieslot te controleren.
Verticale zwarte lijn op de kopieën.
Zwarte verticale lijnen op kopieën ontstaan meestal doordat er zich vuil of correctievloeistof op de glasplaat bevindt of doordat de printcorona vuil is. (Zie De scanner reinigen en De primaire corona reinigen.)
Afdrukproblemen
Problemen
Suggesties
Geen print.
Controleer of de stekker van de machine in het stopcontact zit en of de machine aanstaat.
Controleer of de tonercartridges en drumeenheid correct zijn geïnstalleerd. (Zie De drumeenheid vervangen.)
Controleer of de interfacekabel goed is aangesloten tussen de machine en uw computer. (Zie de installatiehandleiding.)
Controleer of de correcte printerdriver is geïnstalleerd en geselecteerd.
Controleer of het LCD-scherm een foutmelding weergeeft. (Zie Fout- en onderhoudsmeldingen.)
Ga na of de machine online is: (Windows Vista®) Klik op Start, Configuratiescherm, Hardware en geluiden en vervolgens op Printers. Klik met de rechtermuisknop op Brother DCP-XXXX Printer. Zorg ervoor dat Printer off line gebruiken is uitgevinkt. (Windows® XP en Windows Server® 2003) Klik op de knop Start en selecteer Printers. Klik met de rechtermuisknop op Brother DCP-XXXX Printer. Zorg ervoor dat Printer offline gebruiken is uitgevinkt. (Windows® 2000) Klik op de knop Start, selecteer Instellingen en daarna Printers. Klik met de rechtermuisknop op Brother DCP-XXXX Printer. Zorg ervoor dat Printer offline gebruiken is uitgevinkt.
Contacteer uw beheerder om uw instellingen voor Beveiligd functieslot te controleren.
De machine print onverwacht of print heel slecht.
Trek de papierlade uit de machine en wacht totdat de machine stopt met afdrukken. Schakel de machine vervolgens uit en verwijder de stekker enige minuten uit het stopcontact.
Controleer de instellingen in uw toepassing en controleer of deze kan samenwerken met uw machine.
Als u gebruik maakt van de parallelle poort, controleert u dat de poort BRMFC is en niet LPT1.
De machine print de eerste pagina's correct, maar dan ontbreekt tekst op enkele pagina’s.
Controleer de instellingen in uw toepassing en controleer of deze kan samenwerken met uw machine.
Uw computer herkent het signaal "ingangsbuffer vol" van de machine niet. Controleer of u de interfacekabel correct hebt aangesloten. (Zie de installatiehandleiding.)
De kop- of voetteksten in het document worden op het scherm weergegeven, maar ze verschijnen niet wanneer het document wordt afgedrukt.
Er is een niet-bedrukbaar gedeelte aan de boven- en onderkant van de pagina. Pas de boven- en ondermarge voor uw document aan.
De machine drukt niet dubbelzijdig af, ook al is de printerdriver ingesteld op Duplex.
Controleer de instelling voor het papierformaat in de printerdriver. Selecteer hiervoor het formaat A4.
De machine drukt niet af of is gestopt met afdrukken en de status-LED van de machine is geel.
Druk op Opdracht Annuleren. De machine annuleert de taak en wist deze uit het geheugen. Het is mogelijk dat een onvolledige pagina wordt afgedrukt.
Scanproblemen
Problemen
Suggesties
Tijdens het scannen treden er TWAIN-fouten op.
Zorg dat de TWAIN-driver van Brother als primaire bron is gekozen. Klik in PaperPort™ 11SE op Bestand, Scannen of Foto ophalen en selecteer de TWAIN-stuurprogramma.
OCR (optische tekstherkenning) werkt niet.
Probeer de inleesresolutie te verhogen.
De functie netwerkscannen werkt niet.
Softwareproblemen
Problemen
Suggesties
Onmogelijk software te installeren of te printen.
Voer het programma Repair MFL-Pro Suite uit op de cd-rom. Dit programma repareert en herinstalleert de software.
Kan '2 in 1' of '4 in 1'-afdrukken niet uitvoeren.
Controleer of de instellingen voor het papierformaat in de toepassing en in de printerdriver hetzelfde zijn.
De machine print niet vanuit Adobe® Illustrator®.
Probeer de printresolutie te verlagen. (Zie het tabblad Geavanceerd in de softwarehandleiding op de cd-rom.)
Problemen met het papier
Problemen
Suggesties
De machine voert geen papier in.
Het LCD-scherm toont Geen papier of de melding Vastgelopen papier.
Wanneer er geen papier is, plaatst u een nieuwe stapel papier in de papierlade.
Als er papier in de lade zit, moet u nagaan of het correct is geplaatst. Wanneer het papier gekruld is, moet u het strekken. Soms moet u het papier uit de lade halen, de stapel omdraaien en weer in de lade plaatsen.
Plaats minder papier in de lade en probeer het opnieuw.
Controleer dat de stand MP-lade niet geselecteerd is in de printerdriver.
Als op het LCD-scherm de melding Vastgelopen papier wordt weergegeven en het probleem blijft bestaan, raadpleegt u Papieropstoppingen.
De machine neemt geen papier uit de MP-lade.
Waaier het papier goed door en plaats het terug in de lade.
Controleer dat de stand MP-lade geselecteerd is in de printerdriver.
Hoe kan ik enveloppen afdrukken?
U kunt enveloppen invoeren via de MP-lade. Uw toepassing moet zo zijn ingesteld dat u het betreffende envelopformaat kunt printen. Dit stelt u meestal in via het menu pagina-instelling of documentinstelling van uw toepassing. (Raadpleeg de handleiding van de toepassing voor meer informatie.)
Welk papier kan ik gebruiken?
U kunt dun papier, normaal papier, dik papier, bankpostpapier, kringlooppapier, enveloppen, etiketten en transparanten gebruiken die geschikt zijn voor laserprinters. (Zie voor meer informatie Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen worden gebruikt.)
Er is papier vastgelopen.
Problemen met afdrukkwaliteit
Problemen
Suggesties
De afgedrukte pagina’s zijn gekruld.
Dun of dik papier van lage kwaliteit of het niet afdrukken op de aanbevolen papierzijde zou dit probleem kunnen veroorzaken. Probeer de stapel papier in de papierlade om te draaien.
Controleer of u het juiste papiertype hebt gekozen dat past bij het type printmedia. (Zie Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen worden gebruikt.)
De afgedrukte pagina’s zijn vlekkerig.
U hebt de verkeerde papiersoort ingesteld voor het papier dat u gebruikt, of het gebruikte papier is te dik of te gestructureerd. (Zie Papiersoorten en andere afdrukmedia die kunnen worden gebruikt en het tabblad Normaal in de softwarehandleiding op de cd-rom.)
De afdrukken zijn te licht.
Als dit probleem zich voordoet tijdens het maken van kopieën, schakel dan de tonerbespaarstand uit in de menu-instellingen van de machine. (Zie Toner sparen.)
Zet de tonerbespaarstand uit in het tabblad Geavanceerd van de printerdriver. (Zie het tabblad Geavanceerd in de softwarehandleiding op de cd-rom.)
Netwerkproblemen
Problemen
Suggesties
Printen via een bedraad netwerk onmogelijk.
Als u netwerkproblemen hebt, raadpleegt u de netwerkhandleiding op de cd-rom voor meer informatie.
Controleer of de machine aanstaat, online is en in de stand Gereed staat. Druk de netwerkconfiguratielijst af om uw huidige netwerkinstellingen te bekijken. (Zie Netwerkconfiguratielijst.) Sluit de LAN-kabel weer aan op de hub om te controleren of de kabel en de netwerkaansluitingen in orde zijn. Probeer, indien mogelijk, de machine aan te sluiten op een andere poort van uw hub en gebruik een andere kabel. Als de aansluitingen goed zijn, is de onderste LED van het achterpaneel van de machine groen.
De functie netwerkscannen werkt niet.
De functie netwerkprinten werkt niet.
(Windows®) De instelling van de firewall op uw pc kan de noodzakelijke netwerkverbinding afwijzen. Volg onderstaande instructies om Windows® Firewall te configureren. Gebruikt u andere persoonlijke firewallsoftware, raadpleeg dan de gebruikershandleiding van deze software of neem contact op met de leverancier van de software.
(Windows® XP SP2)
1
Klik op de knop Start, Configuratiescherm, Netwerk- en Internet-verbindingen en klik op Windows Firewall. Controleer dat Windows Firewall in het tabblad Algemeen is ingesteld op Aan.
2
Klik op het tabblad Geavanceerd en klik bij de Instellingen van netwerkverbinding op de knop Instellingen....
3
Klik op de knop Toevoegen.
4
Voer de volgende informatie in om poort 54925 toe te voegen voor scannen via het netwerk:
1. Voer bij Beschrijving van de service: een omschrijving in, bijvoorbeeld "Brother Scanner".
2. Voer "Localhost" in bij Naam of IP-adres (bijvoorbeeld 192.168.0.12) van de computer die als host voor deze service optreedt:.
3. Geef bij Nummer van de externe poort voor deze service: "54925" op.
4. Geef bij Nummer van de interne poort voor deze service: "54925" op.
5. Controleer dat UDP is geselecteerd.
6. Klik op OK.
5
Klik op de knop Add.
6
Als u nog steeds problemen met de netwerkverbinding hebt, klikt u op de knop Add.
7
Als u poort 137 voor netwerkscannen en printen via het netwerk wilt toevoegen, voert u de onderstaande informatie in:
1. Voer bij Beschrijving van de service: een omschrijving in, bijvoorbeeld "Brother netwerkscannen".
2. Voer "Localhost" in bij Naam of IP-adres (bijvoorbeeld 192.168.0.12) van de computer die als host voor deze service optreedt:.
3. Geef bij Nummer van de externe poort voor deze service: "137" op.
4. Geef bij Nummer van de interne poort voor deze service: "137" op.
5. Controleer dat UDP is geselecteerd.
6. Klik op OK.
8
Controleer of de nieuwe instelling is toegevoegd en geselecteerd en klik op OK.
(Windows Vista®):
1
Klik op de knop Start, Configuratiescherm, Netwerk en internet, Windows Firewall en klik op Instellingen wijzigen.
2
Wanneer het scherm Gebruikersaccountbeheer wordt geopend, doet u het volgende.
Gebruikers met beheerdersbevoegdheden: Klik op Doorgaan.
Gebruikers zonder beheerdersbevoegdheden: Voer het beheerderswachtwoord in en klik op OK.
3
Controleer dat Windows Firewall in het tabblad Algemeen is ingesteld op Aan.
4
Klik op het tabblad Uitzonderingen.
5
Klik op de knop Poort toevoegen....
6
Voer de volgende informatie in om poort 54925 toe te voegen voor scannen via het netwerk:
1. Voer in het vak Naam: een beschrijving in. (bijvoorbeeld “Brother Scanner”)
2. Geef bij Poortnummer: "54925" op.
3. Controleer dat UDP is geselecteerd. Klik vervolgens op OK.
7
Klik op de knop Poort toevoegen....
8
Controleer of de nieuwe instelling is toegevoegd en geselecteerd en klik op Toepassen.
9
Als u nog steeds problemen met de netwerkverbinding hebt, bijvoorbeeld met het scannen of afdrukken over het netwerk, selecteert u het vakje Bestands- en printerdeling in het tabblad Uitzonderingen en klikt u op Toepassen.
Uw computer kan de machine niet vinden.
(Windows®) De instelling van de firewall op uw pc kan de noodzakelijke netwerkverbinding afwijzen. (Zie bovenstaande instructies voor meer informatie.)
(Macintosh®) Selecteer de machine opnieuw in de toepassing Device Selector in Macintosh HD/Bibliotheek/Printers/Brother/Hulpprogramma's/DeviceSelector of via het pop-upmenu Model van ControlCenter2.