Scannen met Nuance™ PaperPort™12SE of andere Windows®-toepassingen

Scannen met Nuance™ PaperPort™12SE

U kunt scannen met de toepassing Nuance™ PaperPort™12SE, die deel uitmaakt van de Brother MFL-Pro-softwaresuite. De scaninstructies in deze stappen zijn gebaseerd op Nuance™ PaperPort™12SE. Voor andere Windows®-toepassingen komen deze stappen ongeveer overeen. Nuance™ PaperPort™12SE ondersteunt zowel TWAIN- als WIA-drivers. In het voorbeeld op deze pagina wordt de TWAIN-driver (aanbevolen) gebruikt. Zie Scannen met Windows® Photo Gallery of Windows® Fax & Scan voor een voorbeeld met de WIA-driver.
Opmerking Opmerking
Nuance™ PaperPort™12SE ondersteunt Windows® XP (SP3 of recenter), Windows Vista® (SP2 of recenter) en Windows® 7.
Raadpleeg het Help-bestand van Nuance™ PaperPort™12SE voor meer informatie over deze toepassing. U kunt het Help-bestand openen via het menu Help van Nuance™ PaperPort™12SE.
1
Laad uw document.
2
Start Nuance™ PaperPort™12SE door in het menu start achtereenvolgens op Alle programma’s/Nuance PaperPort 12/PaperPort te klikken.
Het venster van Nuance™ PaperPort™12SE wordt weergegeven.
Scherm
3
Klik op Scaninstellingen op het tabblad Bureaublad.
Het deelvenster Scannen of foto ophalen wordt aan de linkerkant van het venster weergegeven.
Scherm
4
Klik op de knop Selecteren.
5
Selecteer in de lijst Beschikbare scanners de optie TWAIN: TW-Brother ADS-XXXX (waarbij ADS-XXXX de modelnaam van uw machine is). Als u de WIA-driver wilt gebruiken, selecteert u de Brother-driver met het voorvoegsel “WIA”.
Klik op OK.
6
Schakel het selectievakje Scannerdialoogvenster weergeven in het deelvenster Scannen of foto ophalen in.
7
Klik op de knop Scannen.
Het dialoogvenster kleur instellen wordt weergegeven.
Scherm
8
Pas de instellingen in het dialoogvenster Kleur instellen zo nodig aan (Resolutie, Type scan, Helderheid en Contrast).
9
Selecteer de grootte van uw document in de keuzelijst Documentgrootte.
Opmerking Opmerking
Als u een documentgrootte hebt gekozen, kunt u het te scannen gedeelte aanpassen door er met de linkermuisknop op te klikken en te slepen. Dit is vereist wanneer u een afbeelding bijsnijdt om te worden gescand.
10
Klik op de knop Starten.
Het scannen wordt gestart.

Instellingen voor de TWAIN-driver

Scherm
1.
Scan (beeldtype)
U kunt Foto, Web of Tekst selecteren als type document dat u wilt scannen.
Scan (beeldtype)
Resolutie
Type scan
Foto
Voor het scannen van foto’s
300 x 300 dpi
24bit kleur
Web
Voor het publiceren van het gescande beeld aan webpagina’s
100 x 100 dpi
24bit kleur
Tekst
Voor het scannen van tekstdocumenten
200 x 200 dpi
Zwart-wit
2.
Resolutie
U kunt een scanresolutie selecteren in de keuzelijst Resolutie. Hogere resoluties nemen meer geheugen in beslag en vergen meer overdrachtstijd, maar leveren een preciezer gescand beeld.
Resolutie
Zwart-wit/Grijs (Foutdiffusie)
256 kleuren
Ware grijstinten/24bit Kleur
100 x 100 dpi
Ja
Ja
Ja
150 x 150 dpi
Ja
Ja
Ja
200 x 200 dpi
Ja
Ja
Ja
300 x 300 dpi
Ja
Ja
Ja
400 x 400 dpi
Ja
Ja
Ja
600 x 600 dpi
Ja
Ja
Ja
1200 x 1200 dpi
Ja
Nee
Ja
3.
Type scan
Selecteer een van de volgende typen:
Zwart-wit
Voor tekst of lijntekeningen.
Grijs (Foutdiffusie)
Voor fotografische beelden of grafische afbeeldingen. (Foutdiffusie is een methode waarbij beelden met gesimuleerde grijstinten worden gemaakt, zonder grijze stippen te gebruiken. Zwarte stippen worden in een specifiek patroon geplaatst zodat het beeld grijs lijkt.)
Ware grijstinten
Voor fotografische beelden of grafische afbeeldingen. Deze modus is nauwkeuriger, omdat er tot wel 256 tinten grijs worden gebruikt.
256 kleuren
Voor eenvoudige kleurenillustraties die niet het volledige kleurenspectrum gebruiken. Gebruikt tot 256 kleuren om afbeeldingen te maken.
24bit kleur
Hiermee worden tot 16,8 miljoen kleuren gebruikt om het beeld te scannen. De optie 24bit kleur levert de meest nauwkeurige kleurenreproductie op, maar deze optie heeft ook het meeste geheugen nodig en hiermee duurt de overdracht het langst.
4.
Ruis verminderen
Met deze optie kunt u de kwaliteit van gescande beelden verbeteren. De instelling Ruis verminderen is beschikbaar bij gebruik van 24bit kleur en een scanresolutie van 300 x 300 dpi, 400 x 400 dpi of 600 x 600 dpi.
5.
Helderheid
Stel de instelling voor helderheid bij (-50 tot 50) tot u het beste resultaat krijgt. De standaard ingestelde waarde is 0, wat als een gemiddelde wordt beschouwd en over het algemeen geschikt is voor de meeste afbeeldingen. U kunt de Helderheid instellen door de schuifbalk naar rechts of naar links te slepen om het beeld lichter of donkerder te maken. U kunt ook een waarde in het vakje invoeren om het niveau in te stellen. Als het gescande beeld te licht is, moet u voor de helderheid een lagere waarde opgeven en het document nogmaals scannen. Als het gescande beeld te donker is, moet u voor de helderheid een hogere waarde opgeven en het beeld nogmaals scannen.
Opmerking Opmerking
De instelling Helderheid is alleen beschikbaar als Type scan is ingesteld op Zwart-wit, Grijs (Foutdiffusie), Ware grijstinten of 24bit kleur.
6.
Contrast
U kunt het contrast verhogen of verlagen door de schuifbalk naar rechts of links te slepen. Het verhogen van het contrast benadrukt de donkere en lichte gedeelten van het beeld, terwijl het verlagen ervan meer details weergeeft in de grijze zones. U kunt ook een waarde in het vakje invoeren om het Contrast in te stellen.
Opmerking Opmerking
De instelling Contrast is alleen beschikbaar als Type scan is ingesteld op Automatisch, Grijs (Foutdiffusie), Ware grijstinten of 24bit kleur.
7.
Documentgrootte
Documentgrootte is standaard ingesteld op A4. Als u de scansnelheid wilt verhogen, kunt u de exacte grootte van het document selecteren in de keuzelijst Documentgrootte. Als u Afwijkende selecteert, wordt het dialoogvenster Afwijkende documentgrootte weergegeven, waarin u de documentgrootte kunt opgeven.
8.
Duplex(dubbelzijdig) Scannen
Selecteer afhankelijk van de lay-out van het document de optie Inbinden aan de lange kant of Inbinden aan de korte kant om ervoor te zorgen dat het gegevensbestand op de juiste wijze wordt gemaakt.
Instelling Duplex(dubbelzijdig) Scannen
Oorspronkelijke lay-out
Scanresultaat
Inbinden aan de lange kant
Figuur
Figuur
Inbinden aan de korte kant
Figuur
Figuur

Instellingen voor de WIA-driver

Scherm
1.
Papierinvoer
U kunt alleen Documentinvoer selecteren.
2.
Type foto (beeldtype)
U kunt Kleurenafbeelding, Zwart-witafbeelding, Zwart-witafbeelding of tekst of Aangepaste instellingen selecteren als type document dat u wilt scannen.
Als u geavanceerde instellingen wilt wijzigen, klikt u op De kwaliteit van de gescande foto aanpassen.
Resolutie
U kunt een scanresolutie selecteren in het tekstvak Resolutie. Hogere resoluties nemen meer geheugen in beslag en vergen meer overdrachtstijd, maar leveren een preciezer gescand beeld.
Helderheid
Stel de instelling voor helderheid bij (-50 tot 50) tot u het beste resultaat krijgt. De standaard ingestelde waarde is 0, wat als een gemiddelde wordt beschouwd en over het algemeen geschikt is voor de meeste afbeeldingen. U kunt de Helderheid instellen door de schuifbalk naar rechts of naar links te slepen om het beeld lichter of donkerder te maken. U kunt ook een waarde in het vakje invoeren om het niveau in te stellen. Als het gescande beeld te licht is, moet u voor de helderheid een lagere waarde opgeven en het document nogmaals scannen. Als het gescande beeld te donker is, moet u voor de helderheid een hogere waarde opgeven en het beeld nogmaals scannen.
Contrast
U kunt het contrast verhogen of verlagen door de schuifbalk naar rechts of links te slepen. Het verhogen van het contrast benadrukt de donkere en lichte gedeelten van het beeld, terwijl het verlagen ervan meer details weergeeft in de grijze zones. U kunt ook een waarde in het vakje invoeren om het Contrast in te stellen.