De apparaatinstellingen gebruiken

Wijzig de standaardinstellingen van de printer bij [Apparaatinstellingen] in Printer Instelling Tool.
Belangrijk Belangrijk
Controleer of het Editor Lite-lampje is uitgeschakeld voordat u de USB-kabel aansluit op de computer. Als het Editor Lite-lampje brandt, houdt u de Editor Lite-knop ingedrukt tot het lampje dooft.
Steek zo nodig de stekker van de netspanningsadapter in het stopcontact.
Controleer of het printerstuurprogramma is geïnstalleerd en volledig functioneel is.
Sluit de printer aan op een computer met een USB-kabel.
U kunt met dit hulpprogramma geen instellingen configureren via een WLAN-verbinding.
1
Sluit de te configureren P-touch aan op de computer.
2
Voor Windows 10
Klik op de knop Start en vervolgens op [Printer Instelling Tool] onder [Brother].
Voor Windows 8/ Windows 8.1 / Windows Server 2012/2012 R2
Klik op het scherm [Apps] op [Printer Instelling Tool].
Voor Windows Vista / Windows 7 / Windows Server 2008/2008 R2
Klik in het menu Start op [Alle Programma’s] - [Brother] - [Label & Mobile Printer] - [Printer Instelling Tool].
Het hoofdvenster wordt geopend.
3
Selecteer de te configureren P-touch in de vervolgkeuzelijst [Printer] en klik op [Apparaatinstellingen]. Het venster [Apparaatinstellingen] wordt geopend.
4
Geef instellingen op of wijzig instellingen.
Afbeelding
1.
Automatisch uitschakelen als de netspanningsadapter is aangesloten
Instelling voor de duur van inactiviteit voordat de printer automatisch wordt uitgeschakeld.
Mogelijke instellingen: [Geen], 10/20/30/40/50 minuten, 1/2/4/8/12 uur
2.
Automatisch uitschakelen als de lithium-ionbatterij wordt gebruikt
Instelling voor de duur van inactiviteit voordat de printer automatisch wordt uitgeschakeld.
Mogelijke instellingen: [Geen], 10/20/30/40/50 minuten, 1 uur
3.
Inhoud
De printergegevens die worden afgedrukt.
Mogelijke instellingen: [Alles], [Verbruikslog], [Printerinstellingen]
4.
Aanpassing lengte
De lengte van een afgedrukt label aanpassen aan de op de computer weergegeven lengte.
Mogelijke instellingen: -3 tot +3% (stappen van 1%)
5.
Testafdruk
Een label afdrukken om het resultaat te controleren van het aanpassen van de lengte.
6.
Menubalk
Selecteer een opdracht in een van de menu’s.
Zie Menubalk voor meer informatie over de menubalk.
7.
Huidige instellingen
Klik op deze knop om de instellingen op te halen van de aangesloten printer en die weer te geven in het dialoogvenster.
8.
Sluiten
Het venster [Communicatie-instellingen] wordt gesloten; u keert terug naar het hoofdvenster van [Printer Instelling Tool].
9.
Toepassen
Klik op [Toepassen] om de instellingen toe te passen op de printer.
Selecteer [Opslaan in opdrachtbestand] in de vervolgkeuzelijst om de opgegeven instellingen op te slaan in een opdrachtbestand.
5
Klik na het wijzigen van instellingen op [Toepassen] - [Sluiten] en klik op [Sluiten] in het hoofdvenster om het opgeven van instellingen af te ronden.

Menubalk

Menu Bestand

Instellingen op printer toepassen
De instellingen naar de printer sturen. Dit heeft hetzelfde effect als klikken op de knop [Toepassen].
Instellingen opslaan in opdrachtbestand
De opgegeven instellingen opslaan in een opdrachtbestand. De bestandsextensie is ".bin".
U kunt het opgeslagen opdrachtbestand gebruiken in het hulpprogramma BRAdmin om instellingen toe te passen op een apparaat.
Importeren
Het geëxporteerde bestand importeren en de instellingen toepassen op dit apparaat.
Exporteren
De huidige instellingen opslaan in een bestand.

Menu Tools

Informatierapport afdrukken
De printerinstellingen afdrukken.
Resetten naar fabrieksinstellingen
De fabrieksinstellingen herstellen voor alle printerinstellingen.
Optie-instellingen
Als u het selectievakje [Geen foutbericht weergeven als de huidige instellingen bij het opstarten niet kunnen worden opgehaald.] inschakelt, wordt een volgende keer geen foutmelding weergegeven.