Op dik papier, etiketten en enveloppen afdrukken

Wanneer de uitvoerlade aan de achterkant open is, heeft de printer een recht papierpad van MF-lade naar de achterkant van de printer. Gebruik deze methode voor papierin- en uitvoer als u op dik papier, etiketten of enveloppen wilt afdrukken. (Raadpleeg Over papier en Soorten enveloppen om te zien welke papiersoorten u kunt gebruiken.)
1
Maak de achterklep (uitvoerlade aan de achterkant) open.
Figuur
2
<Uitsluitend voor het bedrukken van enveloppen>
Duw de twee grijze hendels naar beneden. Deze bevinden zich aan de linker- en aan de rechterzijde (zie afbeelding).
Figuur
3
Maak de MF lade open en trek deze voorzichtig omlaag.
Figuur
4
Trek de steun van de MF lade uit (1).
Figuur
5
Plaats het papier in de MF lade. Controleer dat het papier onder de maximum papiermarkeringen (Bsymbol.dtri) blijft.
Figuur
Opmerking Opmerking
• 
Doe NIET meer dan 3 enveloppen in de MF-lade.
• 
Door de producent geplakte delen van enveloppen moeten goed zijn vastgeplakt.
• 
De te bedrukken zijde moet naar boven zijn gericht.
• 
Alle zijden moeten netjes zijn gevouwen en mogen niet gekreukt zijn.
6
Houd de vrijgavehendel (1) van de papiergeleiders ingedrukt en stel de papiergeleider af op het gebruikte papierformaat.
Figuur
7
Selecteer het volgende in de printerdriver:
Papierformaat......(1)
Soort papier(Q)......(2)
Papierbron......(3)
en elke andere instelling die u wilt instellen. (Raadpleeg Driver en software.)
• 
Windows® printerdriver
Scherm
• 
BR-Script printerdriver voor Windows®
Scherm
Scherm
Opmerking Opmerking
• 
Als u de BR-Script-printerdriver wilt gebruiken, kunt u deze installeren met gebruik van de aangepaste installatie op de CD‑ROM.
• 
Bij gebruik van Enveloppe #10, kiest u Com-10 voor het papierformaat.
• 
Voor andere enveloppen die niet in de printerdriver worden vermeld, bijvoorbeeld Enveloppe #9 of Enveloppe C6, kiest u Door gebruiker gedefinieerd.... (Raadpleeg Papierformaat voor nadere informatie over envelopformaten.)
• 
Macintosh printerdriver
Scherm
Scherm
Scherm
Opmerking Opmerking
Voor andere enveloppen die niet in de printerdriver worden vermeld, bijvoorbeeld Enveloppe #9 of Enveloppe C6, gebruikt u Afwijkend formaat. (Raadpleeg Papierformaat voor nadere informatie over envelopformaten.)
8
Stuur de afdrukgegevens naar de printer.
9
<Uitsluitend voor het bedrukken van enveloppen>
Wanneer het afdrukken is voltooid, zet u de twee grijze hendels die u in stap 2 naar beneden duwde weer terug in de originele positie.
Opmerking Opmerking
• 
Neem elk vel of elke enveloppe onmiddellijk nadat deze is afgedrukt van de uitvoerlade. Als u vellen of enveloppen stapelt, kan het papier vastlopen of omkrullen.
• 
Indien de enveloppen vuil worden tijdens het afdrukken, stel dan Soort papier(Q) in op Dik papier of Dikker papier om de afdruktemperatuur te verhogen.
• 
Indien de enveloppen verkreukelt raken nadat ze afgedrukt zijn, zie: De afdrukkwaliteit verbeteren.
• 
(Voor Windows® gebruikers) Indien de DL-enveloppen met dubbele flap verkreukelt raken na het afdrukken, kies DL lange zijde in Papierformaat, in de Normaal tab. Plaats een nieuwe DL-enveloppe met dubbele flap in de MF lade, met de langste zijde eerste, en druk opnieuw af.
Scherm
• 
Bij het plaatsen van papier in de MF lade dient u rekening te houden met het volgende:
• 
Plaats het papier voorzichtig en met de bovenste rand eerst in de lade.
• 
Zorg dat het papier recht en in de juiste stand in de MF lade ligt. Is dit niet het geval, dan kan het papier scheef worden ingevoerd waardoor de vellen verkreukeld worden uitgevoerd of het papier kan vastlopen.