![]() ![]() | ![]() ![]() |
1 | Controleer dat het netsnoer is aangesloten. | ||||||
2 | Zet de machine aan en wacht tot de machine gereed is. | ||||||
3 | Zet de computer aan. (U moet met beheerdersbevoegdheden zijn aangemeld.) Sluit alle actieve applicaties alvorens de configuratie uit te voeren. | ||||||
4 | Plaats de meegeleverde cd-rom in het cd-romstation. Het eerste scherm wordt automatisch geopend. Selecteer het printermodel en de gewenste taal. | ||||||
5 | Klik in het menuscherm op De printerdriver installeren. | ||||||
6 | Klik op Bij gebruik van een draadloos netwerk. | ||||||
7 | Selecteer Draadloze installatie en driver installeren (Aanbevolen) of Alleen draadloze installatie, en klik op Volgende. | ||||||
8 | Selecteer Automatische installatie (geavanceerd) en klik op Volgende. | ||||||
9 | Lees de melding op uw scherm en klik op Volgende. | ||||||
10 | Druk de draadloze instelknop aan de achterzijde van de printer zoals aangegeven kort in (minder dan twee seconden). De machine schakelt nu over naar de automatische draadloze instelmodus (1x go toets). Deze functie detecteert automatisch welke modus uw toegangspunt gebruikt voor de one-pushconfiguratie (SecureEasySetup™, Wi-Fi Protected Setup of AOSS™).
| ||||||
11 | De machine start de automatische draadloze instelmodus (1x go toets). De machine zal twee minuten lang op zoek gaan naar een toegangspunt dat SecureEasySetup™, Wi-Fi Protected Setup of AOSS™ ondersteunt. | ||||||
12 | Zet de toegangspoort in de modus SecureEasySetup™, Wi-Fi Protected Setup of AOSS™, afhankelijk van de modus die hij ondersteunt. Raadpleeg de handleiding die met de toegangspoort geleverd werd. | ||||||
13 | Wacht tot de LED Status van uw machine Verbonden aangeeft. De LED Status is 5 minuten aan. (Zie de onderstaande tabel.) Deze indicatie geeft aan dat de printer verbinding met de toegangspoort of router heeft gemaakt. U kunt de machine nu op het draadloze netwerk gebruiken. Wanneer de LED Verbind. mislukt aangeeft (zie de onderstaande tabel), heeft de printer geen verbinding met de toegangspoort of router gekregen. Probeer het vanaf 10 opnieuw. Als hetzelfde bericht opnieuw wordt weergegeven, moet u de fabrieksinstellingen van de afdrukserver herstellen. Raadpleeg Stel de netwerkinstellingen terug op de fabrieksinstellingen voor informatie over het resetten. Als de LED Geen toegangsp. aangeeft (zie de onderstaande tabel), dan heeft de machine geen verbinding met de toegangspoort of router van uw netwerk gekregen. Plaats de machine van Brother zo dicht mogelijk bij het netwerktoegangspunt / de router. Zorg dat er zo min mogelijk obstakels tussen de router en de machine staan en probeer het opnieuw vanaf 10. Als hetzelfde bericht opnieuw wordt weergegeven, moet u de fabrieksinstellingen van de afdrukserver herstellen en het opnieuw proberen. Raadpleeg Stel de netwerkinstellingen terug op de fabrieksinstellingen voor informatie over het resetten. Als de LED Verbindingsfout aangeeft (zie de onderstaande tabel), dan heeft de printer op het netwerk meer dan twee routers of toegangspoorten waargenomen, waarop SecureEasySetup™, de Wi-Fi Protected Setup modus of de AOSS™ is geactiveerd. Zorg ervoor dat er slechts één router of toegangspunt de SecureEasySetup™ modus, the Wi-Fi Protected Setup modus of de AOSS™ modus heeft ingeschakeld en probeer opnieuw te starten vanaf 10.
| ||||||
14 | Klik op Volgende of Voltooien.
| ||||||
15 | Activeer het vakje nadat u heeft bevestigd dat u de draadloze instellingen heeft voltooid en klik op Volgende. Ga naar De printerdriver installeren. |
![]() ![]() | ![]() ![]() |