![]() ![]() | ![]() ![]() |
1 | (Voor Windows Vista®) Klik op de ![]() (Voor Windows Server® 2008) Klik op de Starten, Configuratiescherm, Hardware en Geluiden, en daarna Printers. | ||||||||
2 | Klik op Een printer toevoegen. | ||||||||
3 | Selecteer Netwerkprinter, draadloze printer of Bluetooth-printer toevoegen. | ||||||||
4 | Klik op De printer die ik wil gebruiken, staat niet in de lijst. | ||||||||
5 | Selecteer Een gedeelde printer op naam selecteren en voer in het URL-veld het volgende in: http://IP-adres van printer:631/ipp (waar “IP-adres van printer” de knooppuntnaam of het IP-adres van de printer is.) Als u het HOSTS-bestand op uw computer heeft bijgewerkt of een domeinnaamsysteem (DNS) gebruikt, dan mag u hier ook de DNS-naam van de afdrukserver invoeren. Aangezien de afdrukserver zowel TCP/IP- als NetBIOS-namen ondersteunt, mag u ook de NetBIOS-naam van de afdrukserver invoeren. De NetBIOS-naam kunt u vinden door de Pagina met printerinstellingen af te drukken. Raadpleeg De pagina met printerinstellingen afdrukken voor informatie over het afdrukken van de pagina met printerinstellingen. De toegewezen NetBIOS-naam bestaat uit de eerste 15 tekens van de knooppuntnaam en standaard wordt deze weergegeven als “BRNxxxxxxxxxxxx” voor een bedraad netwerk of “BRWxxxxxxxxxxxx” voor een draadloos netwerk. | ||||||||
6 | Zodra u op Volgende klikt, maakt Windows Vista® en Windows Server® 2008 de verbinding met de opgegeven URL.
| ||||||||
7 | Als uw printer niet in de lijst met ondersteunde printers staat, klikt u op Bladeren. U wordt gevraagd het schijfje te plaatsen. | ||||||||
8 | Klik op Bladeren... en selecteer de gewenste Brother printerdriver dat op de cd-rom of de gedeelde netwerkschijf staat. Klik op Openen. Selecteer bijvoorbeeld de map “X:\\install\uw taal\PCL\win2kxpvista1” (waar X de letter van het station is). Klik op Openen. | ||||||||
9 | Klik op OK. | ||||||||
10 | Geef de modelnaam van de printer op. Klik op OK. | ||||||||
11 | U ziet het scherm Geef een naam voor de printer op in de Printer toevoegen. Activeer het vakje Als standaardprinter instellen wanneer deze printer als de standaard printer wilt gebruiken, en klik op Volgende. | ||||||||
12 | Klik op Testpagina afdrukken om de printeraansluiting te testen en daarna klik op Voltooien. De printer is nu geconfigureerd en klaar om af te drukken. |
![]() ![]() | ![]() ![]() |