Zoeken

Home > Netwerk > Draadloze netwerkinstellingen > Gebruik het draadloze netwerk > Het apparaat voor een draadloos Enterprise-netwerk configureren

Het apparaat voor een draadloos Enterprise-netwerk configureren

HL-L3215CW/HL-L3220CW/HL-L3220CWE/HL-L3240CDW

We raden u aan de draadloze netwerkinstellingen te noteren voordat u het apparaat configureert. U hebt deze gegevens nodig om de configuratie uit te voeren.

  1. Controleer en noteer de huidige instellingen van het draadloze netwerk.
    Netwerknaam (SSID)
     
    Authenticatiemethode Versleutelingsmodus Gebruikers-ID Wachtwoord
    EAP-FAST/NONE AES
    TKIP
    EAP-FAST/MS-CHAPv2 AES
    TKIP
    EAP-FAST/GTC AES
    TKIP
    PEAP/MS-CHAPv2 AES
    TKIP
    PEAP/GTC AES
    TKIP
    EAP-TTLS/CHAP AES
    TKIP
    EAP-TTLS/MS-CHAP AES
    TKIP
    EAP-TTLS/MS-CHAPv2 AES
    TKIP
    EAP-TTLS/PAP AES
    TKIP
    EAP-TLS AES -
    TKIP -

    Bijvoorbeeld:

    Netwerknaam (SSID)
    HELLO
    Authenticatiemethode Versleutelingsmodus Gebruikers-ID Wachtwoord
    EAP-FAST/MS-CHAPv2 AES Brother 12345678
    image
    • Als u het apparaat configureert met EAP-TLS-verificatie, moet u het door een certificatie-instantie uitgegeven clientcertificaat installeren voordat u de configuratie start. Raadpleeg uw netwerkbeheerder over het clientcertificaat. Als u meerdere certificaten hebt geïnstalleerd, raden we aan de certificaatnaam te noteren die u wilt gebruiken.

    • Als u het apparaat wilt verifiëren met behulp van de algemene naam van het servercertificaat, raden we aan deze naam te noteren voordat u de configuratie start. Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor de algemene naam van het servercertificaat.

  2. Druk op image of image om de optie [Netwerk] te selecteren en druk vervolgens op OK.
  3. Druk op image of image om de optie [WLAN(Wi-Fi)] te selecteren en druk vervolgens op OK.
  4. Druk op image of image om de optie [Netwerk vinden] te selecteren en druk vervolgens op OK.
  5. Wanneer [WLAN insch.?] wordt weergegeven, selecteert u Aan.
    Hiermee wordt de installatiewizard voor het draadloze netwerk gestart.
  6. Het apparaat zoekt uw netwerk en toont een lijst met beschikbare SSID's. Druk op image of image om de optie [<Nieuwe SSID>] te selecteren en druk vervolgens op OK.
  7. Voer de SSID-naam in en druk vervolgens op OK.
  8. Druk op image of image om de gewenste verificatiemethode te selecteren en druk vervolgens op OK.
  9. Voer een van de volgende handelingen uit:
    • Als u de optie [EAP-FAST], [PEAP] of [EAP-TTLS] geselecteerd hebt, drukt u op image of image om de inwendige verificatiemethode [NONE], [CHAP], [MS-CHAP], [MS-CHAPv2], [PAP] of [GTC] te selecteren en drukt u vervolgens op OK.

      image
      Afhankelijk van uw verificatiemethode kunnen de selecties van de interne verificatiemethode verschillen.

      Druk op image of image om het versleutelingstype [TKIP+AES] of [AES] te selecteren en druk vervolgens op OK.

      Druk op image of image om de verificatiemethode [Geen verif.], [CA] of [CA + Server-ID] te selecteren en druk vervolgens op OK.

      • Als u de optie [CA + Server-ID] hebt geselecteerd, voert u het server-ID, gebruikers-ID en wachtwoord in (indien vereist) en drukt u op OK voor elke optie.
      • Voor andere selecties voert u het gebruikers-ID en wachtwoord in en drukt u op OK voor elke optie.
      image
      Als u geen CA-certificaat hebt geïmporteerd in het apparaat, zal het apparaat het bericht [Geen verif.] weergeven.
    • Als u de optie [EAP-TLS] hebt geselecteerd, drukt u op image of image om het versleutelingstype [TKIP+AES] of [AES] te selecteren en drukt u vervolgens op OK.

      Wanneer het apparaat een lijst met beschikbare clientcertificaten weergeeft, selecteert u het gewenste certificaat.

      Druk op image of image om de verificatiemethode [Geen verif.], [CA] of [CA + Server-ID] te selecteren en druk vervolgens op OK.

      • Als u de optie [CA + Server-ID] hebt geselecteerd, voert u het server-ID en gebruikers-ID in en drukt u op OK voor elke optie.
      • Voer voor andere selecties het gebruikers-ID in en druk vervolgens op OK.
  10. Druk op image om de instellingen toe te passen. Druk op image om te annuleren.
  11. Het apparaat probeert verbinding te maken met het draadloze apparaat dat u hebt geselecteerd.
Als uw draadloos apparaat correct is verbonden, wordt [Verbonden] weergegeven op het LCD-scherm.

De installatie van het draadloze netwerk is nu voltooid. Voor de installatie van de benodigde drivers of toepassing voor het apparaat gaat u naar de pagina Downloads van uw model op support.brother.com/downloads.

HL-L8230CDW/HL-L8240CDW

We raden u aan de draadloze netwerkinstellingen te noteren voordat u het apparaat configureert. U hebt deze gegevens nodig om de configuratie uit te voeren.

  1. Controleer en noteer de huidige instellingen van het draadloze netwerk.
    Netwerknaam (SSID)
     
    Authenticatiemethode Versleutelingsmodus Gebruikers-ID Wachtwoord
    EAP-FAST/NONE AES
    TKIP
    EAP-FAST/MS-CHAPv2 AES
    TKIP
    EAP-FAST/GTC AES
    TKIP
    PEAP/MS-CHAPv2 AES
    TKIP
    PEAP/GTC AES
    TKIP
    EAP-TTLS/CHAP AES
    TKIP
    EAP-TTLS/MS-CHAP AES
    TKIP
    EAP-TTLS/MS-CHAPv2 AES
    TKIP
    EAP-TTLS/PAP AES
    TKIP
    EAP-TLS AES -
    TKIP -

    Bijvoorbeeld:

    Netwerknaam (SSID)
    HELLO
    Authenticatiemethode Versleutelingsmodus Gebruikers-ID Wachtwoord
    EAP-FAST/MS-CHAPv2 AES Brother 12345678
    image
    • Als u het apparaat configureert met EAP-TLS-verificatie, moet u het door een certificatie-instantie uitgegeven clientcertificaat installeren voordat u de configuratie start. Raadpleeg uw netwerkbeheerder over het clientcertificaat. Als u meerdere certificaten hebt geïnstalleerd, raden we aan de certificaatnaam te noteren die u wilt gebruiken.

    • Als u het apparaat wilt verifiëren met behulp van de algemene naam van het servercertificaat, raden we aan deze naam te noteren voordat u de configuratie start. Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor de algemene naam van het servercertificaat.

  2. Druk op image [Instell.]>[Alle instell.]>[Netwerk]>[WLAN(Wi-Fi)]>[Wi-Fi-netwerk vinden].
  3. Wanneer [WLAN inschakelen?] verschijnt, drukt u op [Ja].
    Hiermee wordt de installatiewizard voor het draadloze netwerk gestart. Druk op [Nee] om te annuleren.
  4. Het apparaat zoekt uw netwerk en toont een lijst met beschikbare SSID's. Druk op image of image om de optie [<Nieuwe SSID>] weer te geven.
  5. Druk op [<Nieuwe SSID>] en vervolgens op [OK].
  6. Voer de SSID-naam in en druk vervolgens op [OK].
  7. Selecteer de verificatiemethode.
  8. Voer een van de volgende handelingen uit:
    • Als u de optie [EAP-FAST], [PEAP] of [EAP-TTLS] geselecteerd hebt, drukt u op image of image om de inwendige verificatiemethode [NONE], [CHAP], [MS-CHAP], [MS-CHAPv2], [GTC] of [PAP] te selecteren.
      image
      Afhankelijk van uw verificatiemethode kunnen de selecties van de interne verificatiemethode verschillen.

      Selecteer het versleutelingstype [TKIP+AES] of [AES].

      Selecteer de verificatiemethode [Geen verificatie], [CA] of [CA + Server ID].

      • Als u de optie [CA + Server ID] hebt geselecteerd, voert u de server-ID, gebruikers-ID en het wachtwoord in (indien vereist) en drukt u op [OK] voor elke optie.
      • Voor andere selecties voert u het gebruikers-ID en wachtwoord in en drukt u op [OK] voor elke optie.
      image
      Als u geen CA-certificaat hebt geïmporteerd in het apparaat, geeft het apparaat [Geen verificatie] weer.
    • Als u de optie [EAP-TLS] heeft geselecteerd, selecteert u het versleutelingstype [TKIP+AES] of [AES].

      Wanneer het apparaat een lijst met beschikbare clientcertificaten weergeeft, selecteert u het gewenste certificaat.

      Selecteer de verificatiemethode [Geen verificatie], [CA] of [CA + Server ID].

      • Als u de optie [CA + Server ID] hebt geselecteerd, voert u het server-ID en gebruikers-ID in en drukt u op [OK] voor elke optie.
      • Voer voor andere selecties het gebruikers-ID in en druk vervolgens op [OK].
  9. Het apparaat probeert verbinding te maken met het draadloze apparaat dat u hebt geselecteerd.
Als uw draadloos apparaat correct is verbonden, wordt [Verbonden] weergegeven op het LCD-scherm. Druk op [OK].

De installatie van het draadloze netwerk is nu voltooid. Voor de installatie van de benodigde drivers of toepassing voor het apparaat gaat u naar de pagina Downloads van uw model op support.brother.com/downloads.

Was deze pagina behulpzaam?