Home > Apparaat-instellingen > De instellingen van het apparaat vanaf het bedieningspaneel wijzigen > Instellingen- en functietabellen > Instellingstabellen (HL-L3215CWHL-L3220CWHL-L3220CWEHL-L3240CDW)
Instellingstabellen (HL-L3215CW/HL-L3220CW/HL-L3220CWE/HL-L3240CDW)
[Standaardinst.]
Niveau 3 | Niveau 4 | Niveau 5 | Beschrijving |
---|---|---|---|
Lade-instell. | Papiersoort | - | Hiermee selecteert u de papiersoort die overeenkomt met het papier in de standaardpapierlade. |
Papierform. | - | Hiermee selecteert u het formaat van het papier dat u in de standaardpapierlade hebt geplaatst. | |
Handinvoer | - | Selecteer of er vanaf de sleuf voor handmatige invoer moet worden afgedrukt. | |
Printpositie | X Offset | Hiermee verplaatst u de afdrukstartpositie (linkerbovenhoek van pagina's) horizontaal van -500 (links) tot +500 (rechts) punten in 300 dpi. | |
Y Offset | Hiermee verplaatst u de afdrukstartpositie (linkerbovenhoek van pagina's) verticaal van -500 (boven) tot +500 (onder) punten in 300 dpi. | ||
Contr. papier | - | Hiermee selecteert u of een bericht moet worden weergegeven dat u vraagt om de grootte van het papier in het apparaat en het overeenstemmende papierformaat van het apparaat te controleren. | |
Ecologie | Ecomodus | - | |
Toner besparen | - | Hiermee verhoogt u het rendement van de tonercartridge. | |
Tijd slaapstand | - | Hiermee bepaalt u hoeveel tijd moet verstrijken voordat het apparaat naar de energiespaarstand gaat. | |
Stille modus | - | Hiermee vermindert u het lawaai bij het afdrukken. | |
Aut. uitschak. | - | Hiermee kunt u de uren opgeven waarin het apparaat in de slaapstand blijft staan voordat deze wordt uitgeschakeld. | |
Bediening | Toets herhalen | - | Stelt de tijd in voor het wijzigen van het LCD-bericht wanneer |
Bericht bladeren | - | Hiermee stelt u de tijd in seconden in dat een LCD-bericht op de LCD zal bladeren. Van niveau 1 (0,2 seconden) tot niveau 10 (2 seconden). | |
LCD-Contrast | - | Pas het contrast van de LCD aan. | |
Autom. online | - | Hiermee plaatst u het apparaat na 30 seconden inactiviteit terug naar de stand Gereed. | |
Instelblokk. | - | - | Hiermee vergrendelt u de instellingen van uw apparaat met het vergrendelingswachtwoord. |
Interface | Selecteren | - | Selecteer de te gebruiken interface. Als u Auto kiest, wijzigt het apparaat de interface naar USB of netwerk afhankelijk van welke interface gegevens ontvangt. |
Auto IF-tijd | - | Hiermee stelt u de time-outperiode voor de automatische interfaceselectie in. | |
Input Buffer | - | Hiermee kunt u de capaciteit van de invoerbuffer vergroten of verkleinen. |
[Printer]
Niveau 3 | Niveau 4 | Niveau 5 | Beschrijving |
---|---|---|---|
Emulatie | - | - | Kies de emulatiemodus. |
Kwal. | - | - | Hiermee selecteert u de afdrukkwaliteit. |
Afdrukopties | Lettretypelijst | HP LaserJet | Hiermee drukt u de lijst met lettertypes en voorbeelden van HP LaserJet af. |
BR-Script 3 | Druk de lijst met lettertypes en voorbeelden van BR-Script af. | ||
Testafdruk | - | Hiermee drukt u de testpagina af. | |
Tweezijdig (HL-L3240CDW) | 2-zijdige afdruk | - | Selecteer of op beide zijden van het papier moet worden afgedrukt. |
Eén afbeelding | - | Voor een afdruktaak waarvan de laatste pagina een enkelzijdige afbeelding is, selecteert u de optie 1-zijd. invoer om de afdruktijd te verminderen. Wanneer u voorgedrukt papier gebruikt, moet u de optie 2-zijd. invoer selecteren. Als u 1-zijd. invoer selecteert voor voorgedrukt papier, wordt de laatste pagina op de achterzijde afgedrukt. | |
Autom.doorgaan | - | - | Selecteer als u wilt dat het apparaat fouten met het papierformaat of fouten met het mediatype automatisch wist. |
Uitvoerkleur | - | - | Stel de uitvoerkleur in. |
Papiersoort | - | - | Hiermee stelt u de papiersoort in. |
Papierform. | - | - | Hiermee stelt u het papierformaat in. |
Aantal | - | - | Hiermee stelt u het aantal afgedrukte pagina's in. |
Orientatie | - | - | Hiermee bepaalt u of u pagina's staand of liggend wilt afdrukken. |
Nadruk rand | - | - | Hiermee wordt de tekst scherper weergegeven. |
Printpositie | X Offset | - | Hiermee verplaatst u de afdrukstartpositie (linkerbovenhoek van pagina's) horizontaal van -500 (links) tot +500 (rechts) punten in 300 dpi. |
Y Offset | - | Hiermee verplaatst u de afdrukstartpositie (linkerbovenhoek van pagina's) verticaal van -500 (boven) tot +500 (onder) punten in 300 dpi. | |
Auto FF | - | - | Hiermee drukt het apparaat automatisch overblijvende gegevens af. |
HP LaserJet | Fontnr. | - | Stel het lettertypenummer in. |
Font breedte | - | Hiermee stelt u de lettertypepitch in. (Slechts beschikbaar voor specifieke lettertypen.) | |
Font punts | - | Hiermee stelt u de grootte van het lettertype in. (Slechts beschikbaar voor specifieke lettertypen.) | |
Symbolenset | - | Hiermee selecteert u de symbool- of tekenset. | |
Tabel afdrukken | - | Hiermee drukt u de codetabel af. | |
Auto LF | - | AAN: CR -> CR+LF, UIT: CR -> CR | |
Auto CR | - | AAN: LF -> LF+CR, FF -> FF+CR of VT -> VT+CR UIT: LF -> LF, FF -> FF of VT -> VT | |
Auto WRAP | - | Hiermee selecteert u of er een regelinvoer en regelterugloop moeten plaatsvinden wanneer de rechtermarge wordt bereikt. | |
Auto SKIP | - | Hiermee selecteert u of er een regelinvoer en regelterugloop moeten plaatsvinden wanneer de onderste marge wordt bereikt. | |
Linkerkantlijn | - | Hiermee stelt u de linkermarge bij kolom 0 tot 70 in op 1 cpi. | |
Rechterkantlijn | - | Hiermee stelt u de rechtermarge bij kolom 10 tot 80 in op 1 cpi. | |
Bovenmarge | - | Hiermee stelt u de bovenste margeafstand in van de bovenrand van het papier. | |
Ondermarge | - | Stelt de onderste margeafstand in van de onderrand van het papier. | |
Regels | - | Hiermee stelt u het aantal lijnen op elke pagina in. | |
Opdracht lade | - | Selecteer deze instelling als een verkeerde lade wordt gebruikt wanneer u de HP-drivers gebruikt. | |
BR-Script 3 | Print foutlijst | - | Kies of het apparaat de foutinformatie moet afdrukken wanneer de fout zich voordoet. |
CAPT | - | Gebruik CAPT (Colour Advanced Printing Technology) voor een optimale afdrukkwaliteit wanneer u een PS-bestand afdrukt dat door een PS-driver werd aangemaakt die niet van Brother komt. Hiermee verschijnen kleuren en foto's duidelijker en nauwkeuriger. De afdruksnelheid zal lager liggen. | |
Meer pag. afdr. | - | U kunt de paginalay-out instellen wanneer u meerdere pagina's afdrukt. | |
PDF-afdrukopt. | - | Hiermee stelt u in of er naast de tekst van het pdf-bestand opmerkingen of stempels moeten worden afgedrukt als u via pdf afdrukt. | |
Aanp. aan pag. | - | Hiermee selecteert u of het apparaat de pagina's in het pdf-bestand moet vergroten of verkleinen zodat ze op het geselecteerde papierformaat passen. | |
Kleurcorrectie | Start correctie | - | Hiermee start u de kalibratie van de kleuren om de kleuren te controleren en te corrigeren. |
Reset | - | Hiermee reset u de kalibratieparameters naar de standaardinstellingen. | |
Autom. correctie | - | Stel het apparaat zo in dat ze de kalibratie en de registratie van de kleuren automatisch uitvoert. | |
Kleurinstel. | Instelmodus | Selecteer of de afdrukinstellingen voor kleur van het apparaat of de printerdriver moeten worden toegepast. | |
Kleurmodus | Hiermee selecteert u de modus voor kleuren. | ||
Grijs verbeteren | Schakel in of uit om de beeldkwaliteit van schaduwgebieden te verbeteren. | ||
Zwart verbeteren | Schakel in of uit als een zwarte afbeelding niet correct is afgedrukt. | ||
Helderheid | Hiermee kunt u de helderheid instellen. | ||
Contrast | Hiermee kunt u het contrast instellen. | ||
Rood | Hiermee past u de rode kleur aan. | ||
Groen | Hiermee past u de groene kleur aan. | ||
Blauw | Hiermee past u de blauwe kleur aan. | ||
Reset printer | - | - | Hiermee worden de apparaatinstellingen naar de fabrieksinstellingen teruggezet. |
[Netwerk]
Niveau 3 | Niveau 4 | Niveau 5 | Niveau 6 | Omschrijvingen |
---|---|---|---|---|
LAN met kabel (HL-L3240CDW) | TCP/IP | Opstartmeth. | - | Hiermee kiest u de IP-methode die het best aan uw behoeften voldoet. |
IP-adres | - | Voer het IP-adres in. | ||
Subnetmasker | - | Voer het subnetmasker in. | ||
Gateway | - | Voer het adres van de gateway in. | ||
Knooppuntnaam | - | Voer de knooppuntnaam in. | ||
WINS Config | - | Selecteert de WINS-configuratiemodus. | ||
WINS-server | Primair | Specificeer het IP-adres van de primaire WINS-server. | ||
Secundair | Specificeer het IP-adres van de secundaire WINS-server. | |||
DNS-server | Primair | Specificeer het IP-adres van de primaire DNS-server. | ||
Secundair | Specificeer het IP-adres van de secundaire DNS-server. | |||
APIPA | - | Hiermee wijst u automatisch het IP-adres uit het link-local-adresbereik toe *1. | ||
IPv6 | - | Hiermee schakelt u het IPv6-protocol in of uit. | ||
Ethernet | - | - | Hiermee kiest u de ethernetlinkmodus. | |
Status bedraad | - | - | Hiermee geeft u de verbindingsstatus van het draadloze netwerk weer. | |
MAC-adres | - | - | Hiermee geeft u het MAC-adres van uw apparaat weer. | |
Standaard | - | - | Hiermee worden de apparaatinstellingen voor het bedrade netwerk naar de fabrieksinstellingen teruggezet. | |
Bekabeld insch. | - | - | Hiermee schakelt u de bedrade interface in of uit. | |
WLAN(Wi-Fi) | Netwerk vinden | - | - | Hiermee configureert u de draadloze netwerkinstellingen met de installatiewizard. |
TCP/IP | Opstartmeth. | - | Hiermee kiest u de IP-methode die het best aan uw behoeften voldoet. | |
IP-adres | - | Voer het IP-adres in. | ||
Subnetmasker | - | Voer het subnetmasker in. | ||
Gateway | - | Voer het adres van de gateway in. | ||
Knooppuntnaam | - | Voer de knooppuntnaam in. | ||
WINS Config | - | Selecteert de WINS-configuratiemodus. | ||
WINS-server | Primair | Specificeer het IP-adres van de primaire WINS-server. | ||
Secundair | Specificeer het IP-adres van de secundaire WINS-server. | |||
DNS-server | Primair | Specificeer het IP-adres van de primaire DNS-server. | ||
Secundair | Specificeer het IP-adres van de secundaire DNS-server. | |||
APIPA | - | Hiermee wijst u automatisch het IP-adres uit het link-local-adresbereik toe *1. | ||
IPv6 | - | Hiermee schakelt u het IPv6-protocol in of uit. | ||
WPS/drukknop | - | - | U kunt uw draadloze netwerkinstellingen eenvoudig configureren met één druk op de knop. | |
WPS/pincode | - | - | Hiermee configureert u de draadloze netwerkinstellingen met WPS en een pincode. | |
Status WLAN | Status | - | Geeft de verbindingsstatus van het draadloos netwerk weer. | |
Signaal | - | Hiermee kunt u de signaalsterkte van het draadloze netwerk weergeven. | ||
Kanaal | - | Hiermee geeft u het gebruikte kanaal weer wanneer Status op Actief staat. | ||
Snelheid | - | Hiermee geeft u de verbindingssnelheid weer wanneer Status op Actief staat. | ||
SSID | - | Hiermee geeft u de SSID (netwerknaam) van het draadloze netwerk weer. | ||
Comm. Modus | - | Hiermee geeft u de huidige communicatiemodus weer. | ||
MAC-adres | - | - | Hiermee geeft u het MAC-adres van uw apparaat weer. | |
Standaard (HL-L3240CDW) | - | - | Hiermee worden de apparaatinstellingen voor het bedrade netwerk naar de fabrieksinstellingen teruggezet. | |
WLAN insch. | - | - | Hiermee schakelt u de draadloze interface in of uit. | |
Wi-Fi Direct | Handmatig | - | - | Hiermee configureert u handmatig uw Wi-Fi Direct-netwerkinstellingen. |
Groepseigenaar | - | - | Stel uw apparaat als de Groepseigenaar in. | |
Drukknop | - | - | Hiermee configureert u uw Wi-Fi Direct-netwerkinstellingen snel met de drukknopmethode. | |
Pincode | - | - | Hiermee kunt u uw Wi-Fi Direct-netwerkinstellingen snel configureren met WPS en een pincode. | |
Apparaatinfo. | Apparaatnaam | - | Hiermee wordt de apparaatnaam van uw apparaat weergegeven. | |
SSID | - | Hiermee geeft u de SSID (netwerknaam) van de groepseigenaar weer. | ||
IP-adres | - | Hiermee geeft u het IP-adres van uw apparaat weer. | ||
Statusinfo | Status | - | Hiermee geeft u de Wi-Fi Direct-netwerkstatus weer. | |
Signaal | - | Hiermee geeft u de huidige signaalsterkte van het Wi-Fi Direct-netwerk weer. Wanneer uw apparaat als Groepseigenaar handelt, geeft de LCD altijd Sterk weer. | ||
Kanaal | - | Hiermee geeft u het gebruikte kanaal weer wanneer de Status Gr.eig. actf of Cliënt actief is. | ||
Snelheid | - | Hiermee geeft u de verbindingssnelheid weer wanneer Status Gr.eig. actf of Cliënt actief is. | ||
Interf. insch. | - | - | Hiermee schakelt u de Wi-Fi Direct-verbinding in of uit. | |
Webgeb. beheer | - | - | - | Hiermee schakelt u Beheer via een webbrowser in en uit. Als u deze functie inschakelt, moet u ook aangeven dat de verbindingsmethode gebruik moet maken van Beheer via een webbrowser. |
IPsec | - | - | - | IPsec is een optionele beveiligingsfunctie van het IP-protocol dat verificatie- en versleutelingsservices voorziet. We raden u aan om contact op te nemen met uw netwerkbeheerder voordat u deze instelling wijzigt. |
GlobalNW dtct. | Detect. toest. | - | - | Hiermee schakelt u Wereldwijde detectie in en uit. Dit is een functie die onbedoelde verbinding met een wereldwijd netwerk detecteert en de gebruiker daarover informeert. |
Toeg. afwijz. | - | - | Hiermee schakelt u verbindingen met het wereldwijde netwerk uit. | |
Netw. resetten | - | - | - | Hiermee herstelt u alle netwerkinstellingen van uw apparaat naar de fabrieksinstellingen. |
[Print lijsten]
Niveau 3 | Niveau 4 | Beschrijving |
---|---|---|
Printerinst. | - | Hiermee drukt u de pagina met printerinstellingen af. |
Netwerk Conf. | - | Hiermee drukt u het netwerkconfiguratierapport af. |
Bestandsl. afdr. | - | Hiermee drukt u een lijst af met de gegevens die zijn opgeslagen in het geheugen. |
Drum puntafdruk | - | Hiermee drukt u een controlevel voor drumdot afdrukken af. |
WLAN-rapport | - | Hiermee drukt u het diagnoserapport voor de draadloze verbinding af. |
[Machine-info]
Niveau 3 | Niveau 4 | Beschrijving |
---|---|---|
Serienummer | - | Hiermee geeft u het serienummer van het apparaat weer. |
Firmware-versie | Hoofdversie | Hiermee geeft u de firmwareversie van het apparaat weer. |
Beveilig.versie | ||
Paginateller | Totaal | Hiermee geeft u het totale aantal gedrukte pagina's weer. |
Kleur | Hiermee geeft u het totale aantal gedrukte pagina's in kleur weer. | |
Zwart-wit | Geef het totale aantal gedrukte pagina's in zwart-wit weer. | |
Duur onderdelen *1 | Toner | Hiermee geeft u de resterende levensduur van elke toner weer. |
Drumeenheid | Hiermee geeft u de resterende levensduur van elke drumeenheid weer. | |
Riem | Hiermee geeft u de resterende levensduur van de riemeenheid weer. | |
Fusereenheid | Hiermee geeft u de resterende levensduur van de fuseereenheid weer. |
[Stand.instel.]
Niveau 3 | Niveau 4 | Beschrijving |
---|---|---|
Reset | Reset machine | Hiermee herstelt u alle apparaat-instellingen die u hebt gewijzigd. |
Netw. resetten | Herstelt alle fabrieksinstellingen van het netwerk. | |
Fabrieksinstell. | Hiermee worden alle fabrieksinstellingen van het apparaat hersteld. Voer deze handeling uit wanneer u uw apparaat wegdoet. | |
Taalkeuze | - | Selecteer de LCD-taal voor uw land. |