Met de afdrukserver van Brother kunt u
SSL/TLS-communicatie gebruiken door een
certificaat en bijbehorende
geheime sleutel te configureren. De afdrukserver ondersteunt twee certificeringsmethoden. Een zelf ondertekend certificaat en een certificaat dat is uitgegeven door een
CA (certificeringsinstantie).
• | Een zelf ondertekend certificaat gebruiken |
• | Een certificaat van een CA gebruiken Er zijn twee manieren om een certificaat van een CA te installeren. Als u al een CA hebt, of een certificaat van een vertrouwde CA wilt gebruiken: |

Opmerking
• | Als u SSL/TLS-communicatie gaat gebruiken, raden wij u aan om eerst contact op te nemen met uw systeembeheerder. |
• | Deze afdrukserver kan slechts één geïnstalleerde of geïmporteerde combinatie van certificaat en geheime sleutel opslaan. Deze printer overschrijft het certificaat en de geheime sleutel als u een nieuwe versie installeert. |
• | Wanneer u de fabrieksinstellingen van de afdrukserver herstelt, worden het geïnstalleerde certificaat en de geheime sleutel verwijderd. Als u na het resetten hetzelfde certificaat en dezelfde geheime sleutel wilt gebruiken, dan moet u deze voordat u gaat resetten exporteren en daarna weer installeren. Raadpleeg Exporteren van het certificaat en de geheime sleutel. |
Deze functie kan alleen worden geconfigureerd met gebruik van Beheer via een webbrowser. Volg de onderstaande stappen om de pagina Certificaat configureren met Beheer via een webbrowser te openen.
1 | Start uw webbrowser. |
2 | Typ "http://IP-adres van printer/" in uw browser. (waar “IP-adres van printer” de knooppuntnaam of het IP-adres van de printer is) • | Bijvoorbeeld: http://192.168.1.2/ (als het IP-adres van de printer 192.168.1.2 is.) http://BRN123456/ (als de knooppuntnaam van de printer BRN123456 is.) |
 Opmerking | Als u het HOSTS-bestand op uw computer hebt bijgewerkt of een domeinnaamsysteem gebruikt, dan mag u hier ook de DNS-naam van de afdrukserver invoeren. Aangezien de afdrukserver zowel TCP/IP- als NetBIOS-namen ondersteunt, mag u ook de NetBIOS-naam van de afdrukserver invoeren. De NetBIOS-naam kunt u vinden door de netwerkconfiguratielijst af te drukken. Raadpleeg De netwerkconfiguratielijst afdrukken voor informatie over het afdrukken van de netwerkconfiguratielijst. De toegewezen NetBIOS-naam bestaat uit de eerste 15 tekens van de knooppuntnaam en standaard wordt deze weergegeven als BRNxxxxxx, waar xxxxxx de laatste zes cijfers van het Ethernetadres zijn. |
|
3 | Klik op Netwerkconfiguratie. |
4 | Voer een gebruikersnaam en wachtwoord in. De standaardgebruikersnaam is admin en het standaardwachtwoord is access. |
5 | Klik op OK. |
6 | Klik op Certificaat configureren. |
7 | U kunt de certificaatinstellingen in het onderstaande venster configureren. |

Opmerking
• | De functies die in grijs zijn weergegeven, zijn niet beschikbaar. |
• | Raadpleeg de helptekst in Beheer via een webbrowser voor informatie over het configureren. |
Een zelf ondertekend certificaat maken en installeren
Maken en installeren van een zelf ondertekend certificaat
1 | Klik op Zelf ondertekend certificaat maken in de pagina Certificaat configureren. |
2 | Geef de Algemene naam en een Geldigheidsdatum op en klik op Indienen.  Opmerking • | De Algemene naam moet uit minder dan 64 bytes bestaan. Geef een identificatie op, bijvoorbeeld een IP-adres, knooppuntnaam of domeinnaam, die moet worden gebruikt wanneer deze printer met SSL/TLS-communicatie wordt gebruikt. Standaard wordt de knooppuntnaam weergegeven. | • | Er wordt een waarschuwing weergegeven als u in de URL een andere naam gebruikt dan de Algemene Naam die voor het zelf ondertekende certificaat was gebruikt. |
|
3 | Het zelf ondertekende certificaat is nu gemaakt. Selecteer het vakje links van elke functie die u wilt uitschakelen en klik op OK.  Opmerking • | Wij raden u aan de protocollen Telnet, FTP en TFTP en het netwerkbeheer met oudere versies van BRAdmin 1 uit te schakelen, zodat de communicatie veilig is. Als deze zijn ingeschakeld, is de gebruikersverificatie niet veilig. | • | Er wordt alleen een selectievakje voor een afzonderlijk protocol of oudere versie van BRAdmin weergegeven, als dat protocol of de oudere versie reeds geactiveerd is. |
|
4 | Start de printer opnieuw op om de configuratie te activeren. |
5 | Het zelf ondertekende certificaat is nu in het geheugen van de printer opgeslagen. Als u SSL/TLS-communicatie wilt gebruiken, moet het zelf ondertekende certificaat tevens op de computer worden geïnstalleerd. Ga door naar het volgende gedeelte. |
Het certificaat op de printer installeren

Opmerking
| De volgende stappen zijn voor Microsoft Internet Explorer. Als u een andere webbrowser gebruikt, moet u de helptekst in de betreffende browser volgen. |