Home AfdrukkenVorige Volgende

Een CSR maken en een certificaat installeren

De CSR maken

1
Klik op CSR maken in de pagina Certificaat configureren.
2
Geef een Algemene naam en uw gegevens op, bijvoorbeeld uw Organisatie. Klik nu op Indienen.
Opmerking Opmerking
• 
Wij raden u aan het basiscertificaat van de CA op uw computer te installeren alvorens CSR te maken.
• 
De Algemene naam moet uit minder dan 64 bytes bestaan. Geef een identificatie op, bijvoorbeeld een IP-adres, knooppuntnaam of domeinnaam, die moet worden gebruikt wanneer deze printer met SSL/TLS-communicatie wordt gebruikt. Standaard wordt de knooppuntnaam weergegeven. De Algemene naam is verplicht.
• 
Er wordt een waarschuwing weergegeven als u in de URL een andere naam gebruikt dan de Algemene Naam die voor het certificaat was gebruikt.
• 
De Organisatie, Organisatorische eenheid, Plaats en Provincie zijn elk minder dan 64 bytes lang.
• 
De naam van Land/Regio moet in de vorm van een ISO 3166 landcode van twee letters worden opgegeven.
3
Wanneer de inhoud van de CSR wordt weergegeven, klikt u op Opslaan om het CSR-bestand op de computer op te slaan.
4
De CSR is nu gemaakt.
Opmerking Opmerking
• 
Volg het beleid van uw CA om een CSR naar uw CA te verzenden.
• 
Als u Basis-CA van onderneming van Windows Server® 2003 gebruikt, raden wij u aan om voor het maken van het certificaat het Certificaatsjabloon Web server te gebruiken.
Begin pagina

Het certificaat op de printer installeren

Wanneer u het certificaat van een CA ontvangt, volgt u de onderstaande stappen om dit op de afdrukserver te installeren.
Opmerking Opmerking
 
Er kan alleen een certificaat worden geïnstalleerd dat met een CSR van deze printer is uitgegeven.
1
Klik op Certificaat installeren in de pagina Certificaat configureren.
2
Geef het certificaatbestand dat de CA heeft verstrekt op en klik op Indienen.
3
Het certificaat is nu gemaakt. Selecteer het vakje links van elke functie die u wilt uitschakelen en klik op OK.
Scherm
Opmerking Opmerking
• 
Wij raden u aan de protocollen Telnet, FTP en TFTP en het netwerkbeheer met oudere versies van BRAdmin1 uit te schakelen, zodat de communicatie veilig is. Als deze zijn ingeschakeld, is de gebruikersverificatie niet veilig.
• 
Er wordt alleen een selectievakje voor een afzonderlijk protocol of oudere versie van BRAdmin weergegeven, als dat protocol of de oudere versie reeds geactiveerd is.
1
BRAdmin Professional ouder dan Ver. 2.80, Web BRAdmin ouder dan Ver. 1.40, BRAdmin Light voor Macintosh® ouder dan Ver. 1.10.
4
Start de printer opnieuw op om de configuratie te activeren.
5
Het certificaat is nu in het geheugen van de printer opgeslagen. Als u SSL/TLS-communicatie wilt gebruiken, moet het basiscertificaat van de CA op de computer worden geïnstalleerd. Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor informatie over het installeren.
Begin pagina
Home AfdrukkenVorige Volgende