Zoeken

Instellingstabellen (DCP-L5510DW)

Gerelateerde modellen:DCP‑L5510DW

[Instellingen]

image [Instellingen]

Niveau 1

Niveau 2

Omschrijvingen

image

Datum en tijd

-

Hiermee krijgt u toegang tot de menu's om de datum en tijd in te stellen.

Toner

Levensduur toner

U kunt bekijken hoeveel toner ongeveer resteert.

Testafdruk

Hiermee drukt u een testpagina af.

Controle van tonercartridge

Hiermee geeft u informatie over de geïnstalleerde tonercartridge weer op het LCD-scherm, bijvoorbeeld of de tonercartridge origineel is.

Netwerk

LAN met kabel

Hiermee opent u het instellingenmenu voor een bedraad LAN.

WLAN(Wi-Fi)

(voor modellen met draadloos netwerk)

Hiermee opent u de WLAN-instellingenmenu's.

Wi-Fi Direct

(voor modellen met draadloos netwerk)

-

Hiermee opent u de instellingenmenu's van Wi-Fi Direct.

Lade-instell.

-

Hiermee opent u de lade-instellingenmenu's.

Ecomodus

-

Hiermee opent u het instellingenmenu van de ecostand.

Alle instellingen

-

Hiermee kunt u de gedetailleerde instellingen configureren.

[Standaardinst.]

[Alle instellingen]>[Standaardinst.]

Niveau 3

Niveau 4

Niveau 5

Niveau 6

Omschrijvingen

Lade-instelling

Papiersoort

MF-lade

-

Hiermee selecteert u de papiersoort die overeenkomt met het papier in de multifunctionele lade.

Lade 1

-

Hiermee selecteert u de papiersoort die overeenkomt met het papier in de standaardpapierlade.

Lade 2  *1

-

Hiermee selecteert u de papiersoort die overeenkomt met het papier in de optionele lade (lade 2).

Lade 3 *1

-

Hiermee selecteert u de papiersoort die overeenkomt met het papier in de optionele lade (lade 3).

Papierform.

MF-lade

-

Hiermee selecteert u het formaat van het papier dat u in de multifunctionele lade hebt geplaatst.

Lade 1

-

Hiermee selecteert u het formaat van het papier dat u in de standaardpapierlade hebt geplaatst.

Lade 2 *1

-

Hiermee selecteert u het formaat van het papier dat u in de optionele lade (lade 2) hebt geplaatst.

Lade 3 *1

-

Hiermee selecteert u het formaat van het papier dat u in de optionele lade (lade 3) hebt geplaatst.

Ladegebruik: Kopiëren

-

-

Hiermee selecteert u de lade die u wilt gebruiken om te kopiëren.

Ladegebruik: Afdrukken

-

-

Hiermee selecteert u de lade die u wilt gebruiken om af te drukken.

Printpositie

MF-lade

X Offset

Hiermee verplaatst u de afdrukstartpositie (meestal de linkerbovenhoek van pagina's) voor het in de multifunctionele lade geplaatste papier horizontaal van -500 (links) tot +500 (rechts) punten bij het afdrukken in 300 dpi.

Y Offset

Hiermee verplaatst u de afdrukstartpositie (meestal de linkerbovenhoek van pagina's) voor het in de multifunctionele lade geplaatste papier verticaal van -500 (boven) tot +500 (onder) punten bij het afdrukken in 300 dpi.

Lade 1

X Offset

Hiermee verplaatst u de afdrukstartpositie (meestal de linkerbovenhoek van pagina's) voor het in de standaardlade geplaatste papier horizontaal van -500 (links) tot +500 (rechts) punten bij het afdrukken in 300 dpi.

Y Offset

Hiermee verplaatst u de afdrukstartpositie (meestal de linkerbovenhoek van pagina's) voor het in de standaardlade geplaatste papier verticaal van -500 (boven) tot +500 (onder) punten bij het afdrukken in 300 dpi.

Lade 2 *1

X Offset

Hiermee verplaatst u de afdrukstartpositie (meestal de linkerbovenhoek van pagina's) voor het in optionele lade (lade 2) geplaatste papier horizontaal van -500 (links) tot +500 (rechts) punten bij het afdrukken in 300 dpi.

Y Offset

Hiermee verplaatst u de afdrukstartpositie (meestal de linkerbovenhoek van pagina's) voor het in optionele lade (lade 2) geplaatste papier verticaal van max. -500 (boven) tot +500 (onder) punten bij het afdrukken in 300 dpi.

Lade 3 *1

X Offset

Hiermee verplaatst u de afdrukstartpositie (meestal de linkerbovenhoek van pagina's) voor het in optionele lade (lade 3) geplaatste papier horizontaal van -500 (links) tot +500 (rechts) punten bij het afdrukken in 300 dpi.

Y Offset

Hiermee verplaatst u de afdrukstartpositie (meestal de linkerbovenhoek van pagina's) voor het in optionele lade (lade 3) geplaatste papier verticaal van max. -500 (boven) tot +500 (onder) punten bij het afdrukken in 300 dpi.

Lade overslaan *1

-

-

Hiermee selecteert u een specifieke lade die moet worden overgeslagen als deze papier van het verkeerde formaat bevat.

Scheidingslade *1

-

-

Hiermee selecteert u de lade met het papier dat wordt gebruikt als scheidingspapier dat tussen elke afdruktaak wordt ingevoegd.

Contr. papier

-

-

Hiermee selecteert u of een melding moet worden weergegeven om het papiertype en papierformaat te controleren.

Toon

-

-

-

Hiermee past u het volume van de waarschuwingstoon aan.

LCD-instell.

Schermverlicht

-

-

Hiermee kunt u de helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm aanpassen.

Lichtdim-timer

-

-

Hiermee stelt u in hoelang de achtergrondverlichting op het LCD-scherm blijft branden nadat u naar het beginscherm bent teruggekeerd.

Scherminst.

Startscherm

-

-

Stel het hoofdbeginscherm in.

Scherm Scannen

-

-

Hiermee kunt u het standaardscanscherm instellen.

Informatie weergeven

IP-adres

-

Hiermee bepaalt u of het IP-adres van het apparaat moet worden weergegeven op het beginscherm.

Instellingen voor meldingen

Scanresultaat (geen lege pagina's)

-

-

Toont het totaal aantal gescande pagina's en overgeslagen pagina's nadat het scannen is voltooid.

Ecologie

Ecomodus

-

-

Hiermee schakelt u de volgende apparaatinstellingen tegelijkertijd in:

  • 2-zijdige afdruk: Lange zijde *2
  • Tijd slaapstand: 0 Min

  • Lichtdim-timer: 10 sec

  • Stille modus: Aan *2

  • Toner besparen: Aan *2

Toner besparen

-

-

Hiermee verhoogt u het rendement van de tonercartridge.

Tijd slaapstand

-

-

Hiermee bepaalt u hoeveel tijd moet verstrijken voordat het apparaat naar de energiespaarstand gaat.

Stille modus

-

-

Hiermee vermindert u het lawaai bij het afdrukken.

Aut. uitschak.

-

-

Hiermee kunt u de uren opgeven waarin het apparaat in de slaapstand blijft staan voordat deze wordt uitgeschakeld.

Uitvoer verbeteren

-

-

-

Schakel de functie Krullen papier verminderen of de functie Hechting toner verbeteren in om het afdrukresultaat te verbeteren.

Instelblokk.

Wachtw. inst.

-

-

Hiermee voorkomt u dat onbevoegde gebruikers de instellingen van het apparaat wijzigen.

Slot Uit⇒Aan

-

-

Gegevens Wissen

Macro-ID=

-

-

Hiermee verwijdert u de geregistreerde macrogegevens.

Stream-ID

-

-

Hiermee verwijdert u de geregistreerde streamgegevens.

Font ID=

-

-

Hiermee verwijdert u de geregistreerde lettertypegegevens.

Alles wissen

-

-

Hiermee herstelt u de macro-, stream- en lettertypegegevens van uw apparaat naar de fabrieksinstellingen.

*1
Beschikbaar als de optionele lade(s) is (zijn) geïnstalleerd.
*2
U kunt deze instelling alleen wijzigen nadat u bepaalde apparaatinstellingen hebt aangepast in Beheer via een webbrowser.

[Instellingen snelkoppelingen]

[Alle instellingen]>[Instellingen snelkoppelingen]

Niveau 3

Niveau 4

Omschrijvingen

(Selecteer een snelkoppelingsknop)

Naamwijz

Hiermee wijzigt u de naam van de snelkoppeling.

Bewerken

Hiermee kunt u de snelkoppelingsinstellingen wijzigen.

Verwijder

Hiermee verwijdert u de snelkoppeling.

Kaart/NFC registreren

Hiermee wijst u een snelkoppeling toe aan een identiteitskaart.

Kaart/NFC verwijderen

Hiermee verwijdert u een snelkoppeling van een identiteitskaart.

[Printer]

[Alle instellingen]>[Printer]

Niveau 3

Niveau 4

Niveau 5

Omschrijvingen

Emulatie

-

-

Hiermee selecteert u de emulatiemodus.

Resolutie

-

-

Selecteer een afdrukresolutie.

Dichtheid

-

-

Selecteer een hogere of een lagere afdrukdichtheid.

AfdrInst

-

-

Hiermee stelt u de afdrukinstellingen in op tekst of afbeeldingen.

Afdrukopties

Lettretypelijst

HP LaserJet

Druk een lijst met de interne lettertypes van het apparaat af.

BR-Script 3

Testafdruk

-

Hiermee drukt u een testpagina af.

Tweezijdig

2-zijdige afdruk

-

Hiermee schakelt u 2-zijdig afdrukken in of uit en selecteert u lange zijde of korte zijde.

Eén afbeelding

-

Voor een afdruktaak waarvan de laatste pagina een enkelzijdige afbeelding is, selecteert u de optie 1-zijd. invoer om de afdruktijd te verminderen.

Wanneer u briefpapier of voorgedrukt papier gebruikt, moet u de optie 2-zijd. invoer selecteren. Als u 1-zijd. invoer selecteert voor briefpapier of voorgedrukt papier, wordt de laatste pagina op de achterzijde afgedrukt.

Autom. doorgaan

-

-

Selecteer deze instelling als u wilt dat het apparaat fouten met het papierformaat of fouten met het mediatype wist en papier van andere lades gebruikt.

Papiersoort

-

-

Hiermee stelt u de papiersoort in.

Papierform.

-

-

Hiermee stelt u het papierformaat in.

Aantal

-

-

Hiermee stelt u het aantal afgedrukte pagina's in.

Orientatie

-

-

Hiermee bepaalt u of u pagina's staand of liggend wilt afdrukken.

Printpositie

-

-

Hiermee opent u de instellingenmenu's voor de afdrukpositie.

Auto FF

-

-

Hiermee drukt het apparaat automatisch overblijvende gegevens af.

HP LaserJet

Fontnr.

Fontnr.

Stel het lettertypenummer in.

Soft Font nr.

Stel het nummer van het laadbare lettertype in.

Dit menu verschijnt als een laadbaar lettertype is geïnstalleerd op uw apparaat van Brother.

Lettretypepitch

-

Hiermee stelt u de lettertypepitch in.

(Slechts beschikbaar voor specifieke lettertypen.)

Lettretypepunten

-

Hiermee stelt u de grootte van het lettertype in.

(Slechts beschikbaar voor specifieke lettertypen.)

Symbolenset

-

Hiermee selecteert u de symbool- of tekenset.

Tabel afdrukken

-

Hiermee drukt u de codetabel af.

Auto LF

-

AAN: CR -> CR+LF, UIT: CR -> CR

Auto CR

-

AAN: LF -> LF+CR, FF -> FF+CR of VT -> VT+CR

UIT: LF -> LF, FF -> FF of VT -> VT

Auto WRAP

-

Hiermee selecteert u of er een regelinvoer en regelterugloop moeten plaatsvinden wanneer de rechtermarge wordt bereikt.

Auto SKIP

-

Hiermee selecteert u of er een regelinvoer en regelterugloop moeten plaatsvinden wanneer de onderste marge wordt bereikt.

Linkerkantlijn

-

Hiermee stelt u de linkermarge bij kolom 0 tot 70 in op 1 cpi.

Rechterkantlijn

-

Hiermee stelt u de rechtermarge bij kolom 10 tot 80 in op 1 cpi.

Bovenmarge

-

Hiermee stelt u de bovenste margeafstand in van de bovenrand van het papier.

Ondermarge

-

Stelt de onderste margeafstand in van de onderrand van het papier.

Regels

-

Hiermee stelt u het aantal lijnen op elke pagina in.

Opdracht lade

-

Selecteer deze instelling als een verkeerde lade wordt gebruikt wanneer u de HP-drivers gebruikt.

Epson FX-850

Fontnr.

Fontnr.

Stel het lettertypenummer in.

Soft Font nr.

Stel het nummer van het laadbare lettertype in.

Dit menu verschijnt als een laadbaar lettertype is geïnstalleerd op uw apparaat van Brother.

Lettretypepitch

-

Hiermee stelt u de lettertypepitch in.

(Slechts beschikbaar voor specifieke lettertypen.)

Lettretypepunten

-

Hiermee stelt u de grootte van het lettertype in.

(Slechts beschikbaar voor specifieke lettertypen.)

Tekenset

-

Hiermee selecteert u de symbool- of tekenset.

Tabel afdrukken

-

Hiermee drukt u de codetabel af.

Als Emulatie wijzig. op het LCD-scherm verschijnt, kiest u de gewenste optie.

Auto LF

-

AAN: CR -> CR+LF, UIT: CR -> CR

Autom. maskeren

-

Hiermee stelt u de boven- en ondermarges elk op twee regels in. Als u Autom. maskeren op Aan instelt, overschrijft deze instelling de instellingen Bovenmarge en Ondermarge.

Linkerkantlijn

-

Hiermee stelt u de linkermarge bij kolom 0 tot 70 in op 1 cpi.

Rechterkantlijn

-

Hiermee stelt u de rechtermarge bij kolom 10 tot 80 in op 1 cpi.

Bovenmarge

-

Hiermee stelt u de bovenste margeafstand in van de bovenrand van het papier.

Ondermarge

-

Stelt de onderste margeafstand in van de onderrand van het papier.

Regels

-

Hiermee stelt u het aantal lijnen op elke pagina in.

IBM Proprinter

Fontnr.

Fontnr.

Stel het lettertypenummer in.

Soft Font nr.

Stel het nummer van het laadbare lettertype in.

Dit menu verschijnt als een laadbaar lettertype is geïnstalleerd op uw apparaat van Brother.

Lettretypepitch

-

Hiermee stelt u de lettertypepitch in.

(Slechts beschikbaar voor specifieke lettertypen.)

Lettretypepunten

-

Hiermee stelt u de grootte van het lettertype in.

(Slechts beschikbaar voor specifieke lettertypen.)

Tekenset

-

Hiermee selecteert u de symbool- of tekenset.

Tabel afdrukken

-

Hiermee drukt u de codetabel af.

Als Emulatie wijzig. op de LCD verschijnt, kiest u de gewenste optie.

Auto LF

-

AAN: CR -> CR+LF, UIT: CR -> CR

Auto CR

-

AAN: LF -> LF+CR, FF -> FF+CR of VT -> VT+CR

UIT: LF -> LF, FF -> FF of VT -> VT

Autom. maskeren

-

Hiermee stelt u de boven- en ondermarges elk op twee regels in. Als u Autom. maskeren op Aan instelt, overschrijft deze instelling de instellingen Bovenmarge en Ondermarge.

Linkerkantlijn

-

Hiermee stelt u de linkermarge bij kolom 0 tot 70 in op 1 cpi.

Rechterkantlijn

-

Hiermee stelt u de rechtermarge bij kolom 10 tot 80 in op 1 cpi.

Bovenmarge

-

Hiermee stelt u de bovenste margeafstand in van de bovenrand van het papier.

Ondermarge

-

Stelt de onderste margeafstand in van de onderrand van het papier.

Regels

-

Hiermee stelt u het aantal lijnen op elke pagina in.

BR-Script 3

Print foutlijst

-

Kies of het apparaat de foutinformatie moet afdrukken wanneer de fout zich voordoet.

PDF

Meer pag. afdr.

-

U kunt de paginalay-out instellen wanneer u meerdere pagina's afdrukt.

PDF-afdrukopties

-

Hiermee stelt u in of er naast de tekst van het pdf-bestand opmerkingen of stempels moeten worden afgedrukt als u via pdf afdrukt.

PDF aanp. aan pag.

-

Hiermee selecteert u of het apparaat de pagina's in het pdf-bestand moet vergroten of verkleinen zodat ze op het geselecteerde papierformaat passen.

Carbon-menu

Carbon Copy

-

Hiermee schakelt u de functie Carbon Copy in of uit.

Aantal

-

Hiermee stelt u het aantal afgedrukte pagina's in.

Kopie1 Lade

-

Hiermee selecteert u de lade die u voor Kopie1 gebruikt.

Kopie1 Macro

-

Hiermee selecteert u een macro/stream voor Kopie1.

Kopie2 Lade... Kopie8 Lade

-

Hiermee selecteert u de lade die u voor Kopie2 tot Kopie8 gebruikt.

Kopie2 Macro... Kopie8 Macro

-

Hiermee selecteert u een macro/stream voor Kopie2 tot Kopie8.

Printer resetten

-

-

Hiermee worden de apparaatinstellingen naar de fabrieksinstellingen teruggezet.

[Netwerk] (DCP-L5510DW)

[Alle instellingen]>[Netwerk]

Niveau 3

Niveau 4

Niveau 5

Niveau 6

Omschrijvingen

LAN met kabel

TCP/IP

Opstartmeth.

Pogingen IP-boot

Selecteert de opstartmethode die het best aan uw eisen voldoet.

IP-adres

-

Voer het IP-adres in.

Subnetmasker

-

Voer het subnetmasker in.

Gateway

-

Voer het adres van de gateway in.

Knooppuntnaam

-

Voer de knooppuntnaam in.

(maximaal 32 tekens)

WINS-configuratie

-

Selecteert de WINS-configuratiemodus.

WINS-server

Primair

Specificeer het IP-adres van de primaire WINS-server.

Secundair

Specificeer het IP-adres van de secundaire WINS-server.

DNS-server

Primair

Specificeer het IP-adres van de primaire DNS-server.

Secundair

Specificeer het IP-adres van de secundaire DNS-server.

APIPA

-

Hiermee stelt u het apparaat in om automatisch het IP-adres van het link-local-adresbereik toe te wijzen.

IPv6

-

Hiermee schakelt u het IPv6-protocol in of uit.

Ethernet

-

-

Hiermee selecteert u de Ethernet-verbindingsmodus.

Status bedraad

-

-

Hiermee geeft u de status van het bedrade netwerk weer.

MAC-adres

-

-

Hiermee kunt u het MAC-adres van het apparaat weergeven.

Standaard

-

-

Hiermee worden de instellingen van het bedrade netwerk naar de fabrieksinstellingen teruggezet.

Bekabeld insch.

-

-

Hiermee schakelt u het bedrade LAN handmatig in of uit.

WLAN(Wi-Fi)

Wi-Fi-netwerk vinden

-

-

Configureer uw draadloze netwerkinstellingen handmatig.

TCP/IP

Opstartmeth.

Pogingen IP-boot

Selecteert de opstartmethode die het best aan uw eisen voldoet.

IP-adres

-

Voer het IP-adres in.

Subnetmasker

-

Voer het subnetmasker in.

Gateway

-

Voer het adres van de gateway in.

Knooppuntnaam

-

Voer de knooppuntnaam in.

(maximaal 32 tekens)

WINS-configuratie

-

Selecteert de WINS-configuratiemodus.

WINS-server

Primair

Specificeer het IP-adres van de primaire WINS-server.

Secundair

Specificeer het IP-adres van de secundaire WINS-server.

DNS-server

Primair

Specificeer het IP-adres van de primaire DNS-server.

Secundair

Specificeer het IP-adres van de secundaire DNS-server.

APIPA

-

Hiermee stelt u het apparaat in om automatisch het IP-adres van het link-local-adresbereik toe te wijzen.

IPv6

-

Hiermee schakelt u het IPv6-protocol in of uit.

WPS/drukknop

-

-

U kunt uw draadloze netwerkinstellingen eenvoudig configureren met één druk op de knop.

WPS/pincode

-

-

U kunt uw draadloze netwerkinstellingen eenvoudig configureren met WPS en een pincode.

Status WLAN

Status

-

Hiermee geeft u de status van het huidige draadloze netwerk weer.

Signaal

-

Hiermee kunt u de signaalsterkte van het huidige netwerk weergeven.

SSID

-

Hiermee geeft u de huidige SSID weer.

Comm. Modus

-

Hiermee geeft u de huidige communicatiemodus weer.

MAC-adres

-

-

Hiermee kunt u het MAC-adres van het apparaat weergeven.

Standaard

-

-

Hiermee worden de instellingen van het draadloze netwerk naar de fabrieksinstellingen teruggezet.

WLAN insch.

-

-

Schakelt de draadloze interface in of uit.

Wi-Fi Direct

Handmatig

-

-

Hiermee configureert u handmatig uw Wi-Fi Direct-netwerkinstellingen.

Groepseigenaar

-

-

Stel uw apparaat als de Groepseigenaar in.

Drukknop

-

-

Hiermee configureert u uw Wi-Fi Direct-netwerkinstellingen met de drukknopmethode.

Pincode

-

-

Hiermee kunt u uw Wi-Fi Direct-netwerkinstellingen configureren met WPS en een pincode.

Apparaatgegevens

Apparaatnaam

-

Hiermee wordt de apparaatnaam van uw apparaat weergegeven.

SSID

-

Hiermee kunt u de SSID van de groepseigenaar weergeven.

Wanneer het apparaat niet verbonden is, wordt Niet verbonden op het LCD-scherm weergegeven.

IP-adres

-

Hiermee kunt u het huidige IP-adres van uw apparaat weergeven.

Statusinformatie

Status

-

Hiermee geeft u de status van het huidige Wi-Fi Direct-netwerk weer.

Signaal

-

Hiermee kunt u de signaalsterkte van het huidige WiFi Direct-netwerk nagaan.

Wanneer uw apparaat als Groepseigenaar handelt, geeft de LCD altijd een sterk signaal aan.

Interf. insch.

-

-

Hiermee schakelt u de Wi-Fi Direct-verbinding in of uit.

E-mail

E-mailadres

-

-

Hiermee voert u het e-mailadres in.

(maximaal 255 tekens)

Server inst.

SMTP

Server

Voer de SMTP-servernaam en -adres in.

Poort

Voer het SMTP-poortnummer in.

Aut. voor SMTP

Selecteer hier de beveiligingsmethode voor e-mailmeldingen.

SSL/TLS

Hiermee kunt u een e-mail verzenden of ontvangen via een e-mailserver waarvoor beveiligde SSL-/TLS-communicatie vereist is.

Cert. contr.

Controleer het SMTP-servercertificaat automatisch.

E-mail TX instellen

Onderw. afz.

-

Hiermee kunt u het onderwerp bekijken.

Groottebeperk.

Groottebeperk.

Beperkt de grootte van e-maildocumenten.

Max.grootte (MB)

Melding

-

Hiermee verzendt u waarschuwingsberichten.

Web Connect-instellingen

Proxy-instell.

Proxy-verbinding

-

Hiermee wijzigt u de webinstellingen.

Adres

-

Poort

-

Gebruikersnaam

-

Wachtwoord

-

Webgebaseerd beheer

-

-

-

Hiermee schakelt u Beheer via een webbrowser in en uit.

Als u deze functie inschakelt, moet u ook aangeven dat de verbindingsmethode gebruik moet maken van Beheer via een webbrowser.

IPsec

-

-

-

IPsec is een optionele beveiligingsfunctie van het IP-protocol dat verificatie- en versleutelingsservices voorziet. We raden u aan om contact op te nemen met uw netwerkbeheerder voordat u deze instelling wijzigt.

GlobalNW dtct.

Detectie toestaan

-

-

Hiermee schakelt u Wereldwijde detectie in en uit. Dit is een functie die onbedoelde verbinding met een wereldwijd netwerk detecteert en de gebruiker daarover informeert.

Toegang afwijzen

-

-

Hiermee schakelt u verbindingen met het wereldwijde netwerk uit.

Netw. resetten

-

-

-

Herstelt alle fabrieksinstellingen van het netwerk.

[Print lijsten]

[Alle instellingen]>[Print lijsten]

Niveau 3

Niveau 4

Omschrijvingen

Adres boek

-

Hiermee drukt u een lijst met namen en nummers af die in het adresboek zijn opgeslagen.

Gebruikersinst

-

Hiermee drukt u een lijst af met uw gebruikersinstellingen.

Printerinstellingen

-

Hiermee drukt u een lijst af met uw printerinstellingen.

Netwerkconfiguratie

-

Hiermee drukt u een lijst af met uw netwerkinstellingen.

Bestandsl. afdr.

-

Hiermee drukt u een lijst af met de gegevens die zijn opgeslagen in het geheugen van het apparaat.

Drumstippen afdrukken

-

Hiermee drukt u een controlevel voor drumdot afdrukken af.

WLAN-rapport

(voor modellen met draadloos netwerk)

-

Hiermee drukt u de resultaten van de draadloze LAN-verbinding af.

[Machine-info]

[Alle instellingen]>[Machine-info]

Niveau 3

Niveau 4

Omschrijvingen

Serienummer

-

Hiermee controleert u het serienummer van uw apparaat.

Firmware-versie

Hoofdversie

Hiermee controleert u de firmwareversie van uw apparaat.

Beveiligingsversie

Firmware bijwerken

-

Hiermee werkt u het apparaat bij met de meest recente firmware.

Firmware Auto Check

-

U kunt informatie over de firmware op het hoofdbeginscherm bekijken.

Paginateller

Totaal

Hiermee controleert u het totale aantal pagina's dat het apparaat heeft afgedrukt.

Kopie

Afdrukken

Overige

Levensduur onderdelen  *1

Drumeenheid

Hiermee geeft u de resterende levensduur van de drumeenheid weer.

Fusereenheid

Hiermee geeft u de resterende levensduur van de fuseereenheid weer.

Lasereenheid

Hiermee geeft u de resterende levensduur van de laser-eenheid weer.

Pap.toev.kit MF

Hiermee geeft u de resterende levensduur van PF Kit MP weer.

Pap.toev.kit 1

Hiermee geeft u de resterende levensduur van PF Kit 1 weer.

Pap.toev.kit 2 *2

Hiermee geeft u de resterende levensduur van PF Kit 2 weer.

Pap.toev.kit 3 *2

Hiermee geeft u de resterende levensduur van PF Kit 3 weer.

*1
De gebruiksduur van onderdelen is een schatting en kan variëren naargelang het gebruik.
*2
Beschikbaar als de optionele lade(s) is (zijn) geïnstalleerd.

[Stand.instel.]

[Alle instellingen]>[Stand.instel.]

Niveau 3

Niveau 4

Omschrijvingen

Datum en tijd

Datum

Hiermee voegt u de datum en de tijd op het scherm toe.

Tijd

Type klok

Hiermee selecteert u de tijdsindeling (12-uurs- of 24-uursnotatie).

Aut. zomertijd

Hiermee stelt u het apparaat in voor automatische aanpassing aan de zomer-/wintertijd.

Tijdzone

Hiermee stelt u uw tijdzone in.

Reset

Apparaat resetten

Hiermee herstelt u alle apparaat-instellingen die u hebt gewijzigd.

Netw. resetten

Herstelt alle fabrieksinstellingen van het netwerk.

Adres boek

Hiermee wist u alle opgeslagen e-mailadressen.

Alle instellingen

Herstel alle instellingen van het apparaat naar de fabrieksinstellingen.

Fabrieksinstellingen

Hiermee worden alle fabrieksinstellingen hersteld.

Taalkeuze

(Alleen in bepaalde landen beschikbaar)

-

Hiermee wijzigt u de taal op uw LCD-scherm.

Was deze pagina behulpzaam?