Scannen naar FTP (alleen MFC-9120CN en MFC-9320CW)

Als u Scan naar FTP selecteert, kunt u een zwart-wit- of kleurendocument rechtstreeks naar een FTP-server in uw lokale netwerk of op internet scannen.
U kunt de gegevens voor het gebruik van Scan naar FTP invoeren met Beheer via een webbrowser. Op deze manier kunt u deze gegevens vooraf configureren en opslaan in een FTP-profiel.
Opmerking Opmerking
Scan naar FTP is beschikbaar wanneer FTP-profielen zijn geconfigureerd met Beheer via een webbrowser.
Als u Beheer via een webbrowser wilt gebruiken, typt u http://xxx.xxx.xxx.xxx (waarbij xxx.xxx.xxx.xxx voor het IP-adres van uw machine staat) in uw browser. Vervolgens kunt u de instellingen in FTP/netwerkscanprofiel in Beheerderinstellingen configureren of wijzigen. In FTP/netwerkscaninstellingen kunt u maximaal tien FTP-serverprofielen configureren en kunt u kiezen welke profielnummers (tussen 1 en 10) u wilt gebruiken voor de Scan naar FTP-instellingen.
Opmerking Opmerking
Als u het IP-adres van uw machine wilt achterhalen, zie De netwerkconfiguratielijst afdrukken in de Netwerkhandleiding.
Behalve de zeven voorgeprogrammeerde bestandsnamen kunt u ook twee door de gebruiker gedefinieerde bestandsnamen opslaan die voor het maken van een FTP-serverprofiel kunnen worden gebruikt.
Selecteer FTP/netwerkscaninstellingen in Beheer via een webbrowser. Typ onder Creëer DoorGebr Gedef Bestnaam een bestandsnaam in een van de twee gebruikersvelden en klik op Indienen. U kunt in elk gebruikersveld maximaal 32 tekens invoeren.
Figuur

De standaard-FTP-instellingen configureren

Figuur
U kunt Passieve modus op Uit of Aan instellen afhankelijk van de configuratie van uw FTP-server en netwerkfirewall. De standaardinstelling is Uit. U kunt ook het poortnummer voor toegang tot de FTP-server wijzigen. Het standaardpoortnummer is 21. In de meeste gevallen kunt u deze twee instellingen aanhouden.
1
Selecteer FTP in FTP/netwerkscaninstellingen op het tabblad FTP/netwerkscaninstellingen. Klik op Indienen.
2
Selecteer het te configureren profiel in FTP/netwerkscanprofiel.
3
Typ de naam die u voor het profiel van de FTP-server wilt gebruiken. Deze naam wordt weergegeven op het LCD-scherm van de machine en mag maximaal 15 tekens lang zijn.
4
Host-adres staat voor de domeinnaam van de FTP-server. Voer het hostadres (bijvoorbeeld ftp.voorbeeld.com; maximaal 60 tekens) of het IP-adres in (bijvoorbeeld 192.23.56.189).
5
Typ de gebruikersnaam die bij de FTP-server voor de machine is geregistreerd (maximaal 32 tekens).
6
Typ het wachtwoord voor toegang tot de FTP-server (maximaal 32 tekens).
7
Geef op in welke map uw document op de FTP-server moet worden opgeslagen (bijvoorbeeld /brother/abc/) (maximaal 60 tekens).
8
Kies de bestandsnaam die u voor het gescande document wilt gebruiken. U hebt de keuze uit zeven vooraf ingestelde en twee door de gebruiker gedefinieerde bestandsnamen. De bestandsnaam die voor uw document wordt gebruikt, bestaat uit de door u geselecteerde bestandsnaam plus de laatste 6 cijfers van de flatbed-/ADF-scannerteller, gevolgd door de bestandsextensie (bijvoorbeeld Estimate098765.pdf). U kunt ook handmatig een bestandsnaam van maximaal 15 tekens typen.
9
Selecteer de scankwaliteit in de vervolgkeuzelijst. U hebt de keuze uit Kleur 100, Kleur 200, Kleur 300, Kleur 600, Z&W 200, Z&W 200x100, Grijs 100, Grijs 200 en Grijs 300.
10
Selecteer het bestandstype voor het document in de vervolgkeuzelijst. Voor kleurendocumenten of documenten met grijstinten hebt u de keuze uit PDF, Beveiligde PDF, XPS en JPEG, en voor zwart-witdocumenten kunt u PDF, Beveiligde PDF of TIFF selecteren.
Opmerking Opmerking
Als u Beveiligde PDF selecteert, wordt u gevraagd een wachtwoord van 4 cijfers (tussen 1 en 9) op de machine in te voeren voordat met scannen wordt begonnen.

Scannen naar FTP met FTP-serverprofielen

1
Plaats uw document.
2
Druk op Figuur (Scan).
3
Druk op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om Scan nr FTP te selecteren. Druk op OK.
4
Druk op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om een van de weergegeven FTP-serverprofielen te selecteren. Druk op OK.
Als het Scan naar FTP-profiel compleet is, gaat u automatisch naar stap 8.
Als het Scan naar FTP-profiel niet compleet is, omdat bijvoorbeeld geen kwaliteit of bestandstype is opgegeven, wordt u gevraagd de ontbrekende gegevens in te voeren in de volgende stappen.
5
Kies een van de volgende opties:
Druk op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om Kleur 100 dpi, Kleur 200 dpi, 300 dpi kleur, 600 dpi kleur, Grijs 100 dpi, Grijs 200 dpi of Grijs 300 dpi te selecteren. Druk op OK en ga naar stap 6.
Druk op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om 200 dpi Z&W of 200x100 dpi Z&W te selecteren. Druk op OK en ga naar stap 7.
6
Druk op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om PDF, Beveiligde PDF, JPEG of XPS te selecteren.
Druk op OK en ga naar stap 8.
7
Druk op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om PDF, Beveiligde PDF of TIFF te selecteren. Druk op OK.
Opmerking Opmerking
Als u Beveiligde PDF selecteert, wordt u gevraagd een wachtwoord van 4 cijfers (tussen 1 en 9) op de machine in te voeren voordat met scannen wordt begonnen.
8
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Als u wilt beginnen met scannen, drukt u op Mono Start of Kleur Start (Colour Start) en gaat u naar stap 11.
Als u de bestandsnaam wilt wijzigen, gaat u naar stap 9.
9
Druk op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om de gewenste bestandsnaam te selecteren en druk op OK. Druk op Mono Start of Kleur Start (Colour Start) en ga naar stap 11.
Opmerking Opmerking
Als u de bestandsnaam handmatig wilt wijzigen, gaat u naar stap 10.
10
Druk op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om <Handmatig> te selecteren. Druk op OK.
Voer de gewenste bestandsnaam in (maximaal 32 tekens) en druk op OK.
Druk op Mono Start of Kleur Start (Colour Start).
11
Op het LCD-scherm wordt Aansluiten bezig weergegeven. Zodra de verbinding met de FTP-server tot stand is gebracht, begint de machine met scannen.
Opmerking Opmerking
Het type scan is afhankelijk van de instellingen op het tabblad Bedieningsknop Apparaat; de instellingen worden niet gewijzigd door Mono Start of Kleur Start (Colour Start).