Scannen naar Bestand

Wanneer u Scannen naar Bestand selecteert, kunt u een zwart-wit- of kleurendocument scannen en dit direct naar een aangewezen computer in uw netwerk verzenden. Het bestand wordt opgeslagen in de map en in het bestandsformaat dat u in ControlCenter3 of ControlCenter2 hebt geconfigureerd. U kunt de scanconfiguratie wijzigen. (Zie E-mail voor Windows®. Zie SCANNEN voor Macintosh.)
1
Plaats uw document.
2
Druk op Figuur (Scan).
3
Druk op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om Scannen > pc te selecteren.
Druk op OK.
4
Druk op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om Bestand te selecteren.
Druk op OK.
5
Druk op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om de gewenste computer te selecteren waarheen u wilt zenden.
Druk op OK.
Wanneer u via het LCD-scherm wordt gevraagd om een pincode in te voeren, voert u via het bedieningspaneel de 4 cijfers van de pincode voor de betreffende computer in.
Druk op OK.
6
Druk op Mono Start of Kleur Start (Colour Start).
De machine begint met scannen.
Opmerking Opmerking
Het type scan is afhankelijk van de instellingen op het tabblad Bedieningsknop Apparaat; de instellingen worden niet gewijzigd door Mono Start of Kleur Start (Colour Start).
Als u de gescande gegevens in kleur wilt, selecteert u kleur voor het type scan op het tabblad Bedieningsknop Apparaat van het ControlCenter3- of ControlCenter2-configuratievenster. Als u de gescande gegevens in zwart-wit wilt, selecteert u zwart-wit voor het type scan op het tabblad Bedieningsknop Apparaat van het ControlCenter3- of ControlCenter2-configuratievenster.
Als u de bestandsnaam van gescande documenten wilt wijzigen, typt u de bestandsnaam in het vak Bestandsnaam op het tabblad Bedieningsknop Apparaat van het ControlCenter3- of ControlCenter2-configuratievenster. Als u de Scan-toetsinstellingen voor ControlCenter3 wilt wijzigen, klikt u met de rechtermuisknop op elke ControlCenter-knop en klikt u vervolgens op Configuratie ControlCenter en op de tab Bedieningsknop Apparaat. Als u de softwareknop in ControlCenter2 wilt configureren, selecteert u het tabblad Bedieningsknop Software (klik op elke ControlCenter-knop terwijl u Ctrl ingedrukt houdt en selecteer Bedieningsknop Software) in het configuratiemenu voor elk van de SCAN-knoppen.
Als u de standaardbestandsgrootte wilt wijzigen, selecteert u de gewenste grootte door de schuifregelaar op het tabblad Bedieningsknop Apparaat van het ControlCenter3- of ControlCenter2-configuratievenster te verslepen.