Voor Windows® 2000/XP en Windows Server® 2003

1
(Windows® XP en Windows Server® 2003)
Klik op de knop start en kies Printers en faxapparaten.
(Windows®2000)
Klik op de knop start en kies Instellingen en dan Printers.
2
(Windows® XP en Windows Server® 2003)
Klik op Een printer toevoegen om Printer toevoegen te starten.
(Windows® 2000)
Dubbelklik op het pictogram Printer toevoegen om Printer toevoegen te starten.
3
Klik op Volgende als het welkomscherm van de wizard is geopend.
4
Kies Netwerkprinter.
(Windows® XP and Windows Server® 2003)
Kies Netwerkprinter, of een printer die met een andere computer is verbonden.
(Windows® 2000)
Kies Netwerkprinter.
5
Klik op Volgende.
6
(Windows® XP en Windows Server® 2003)
Kies Verbinding maken met een printer op het Internet of in uw thuis- of bedrijfsnetwerk en voer dan in het URL-veld de volgende informatie in:
http://IP-adres van de printer:631/ipp
(Waarbij “IP-adres van de printer” de knooppuntnaam of het IP-adres van de printer is.)
(Windows® 2000)
Kies Verbinding maken met een printer op het Internet of in uw intranet en voer de volgende informatie in het URL-veld in:
http://IP-adres van de printer:631/ipp
(Waarbij “IP-adres van de printer” de knooppuntnaam of het IP-adres van de printer is.)
Opmerking Opmerking
Als u het HOSTS-bestand op uw computer hebt bijgewerkt of een domeinnaamsysteem (DNS) gebruikt, mag u hier ook de DNS-naam van de afdrukserver invoeren. Aangezien de afdrukserver zowel TCP/IP- als NetBIOS-namen ondersteunt, mag u ook de NetBIOS-naam van de afdrukserver invoeren. De NetBIOS-naam kunt u vinden door de netwerkconfiguratielijst af te drukken. (Raadpleeg De netwerkconfiguratielijst afdrukken voor informatie over het afdrukken van de netwerkconfiguratielijst.) De toegewezen NetBIOS-naam bestaat uit de eerste 15 tekens van de knooppuntnaam en standaard wordt deze weergegeven als “BRNxxxxxxxxxxxx” voor een bedraad netwerk of “BRWxxxxxxxxxxxx” voor een draadloos netwerk. (“xxxxxxxxxxxx” is het MAC-adres/ethernetadres van uw machine.)
7
Zodra u op Volgende klikt, maakt Windows® 2000/XP of Windows Server® 2003 de verbinding met de opgegeven URL.
Als de printerdriver reeds geïnstalleerd is:
Het printerselectiescherm wordt weergegeven in Printer toevoegen.
Als de geschikte printerdriver al is geïnstalleerd op uw computer, gebruikt Windows® 2000/XP of Windows Server® 2003 automatisch deze driver. In dat geval vraagt het programma u of u de huidige driver wilt instellen als standaardprinter, waarna de wizard Printer toevoegen wordt voltooid. U kunt nu gaan afdrukken.
Ga naar stap 12.
Als de printerdriver NIET geïnstalleerd is:
Een van de voordelen van het afdrukken via het IPP-protocol is dat dit de modelnaam van de printer identificeert wanneer u ermee communiceert. Als de communicatie goed is verlopen, wordt automatisch de modelnaam van de printer weergegeven. Dit betekent dat u Windows® 2000/XP en Windows Server® 2003 niet hoeft te laten weten welk type printerdriver er gebruikt moet worden.
Ga naar stap 8.
8
De driver wordt nu automatisch geïnstalleerd.
Opmerking Opmerking
Als de printerdriver die u wilt installeren niet over een digitaal certificaat beschikt, verschijnt er een waarschuwing. Klik op Toch doorgaan1 om de installatie te voltooien.
1
Ja bij gebruik van Windows® 2000
9
(Windows® XP en Windows Server® 2003)
Klik op Diskette. U wordt gevraagd het schijfje te plaatsen.
(Windows® 2000)
Klik op OK als het scherm Schijf plaatsen is geopend.
10
Klik op Bladeren en selecteer de gewenste printerdriver van Brother op de cd-rom of op de gedeelde netwerkschijf.
Kies bijvoorbeeld de map “X:\\driver\win2kxpvista1\uw taal” (waarbij X de letter van uw station is). Klik op Openen.
1
winxpx64vista64 voor gebruikers van een 64-bit-besturingssysteem
11
Klik op OK.
12
Selecteer Ja als u deze printer als de standaardprinter wilt gebruiken. Klik op Volgende.
13
Klik op Voltooien; de printer is nu klaar om af te drukken. Druk een testpagina af om de printeraansluiting te controleren.