Home > Apparaat-instellingen > De instellingen van het apparaat vanaf het bedieningspaneel wijzigen > Instellingen- en functietabellen > Instellingstabellen (DCP-L3515CDWDCP-L3520CDWDCP-L3520CDWEDCP-L3527CDW)
Instellingstabellen (DCP-L3515CDW/DCP-L3520CDW/DCP-L3520CDWE/DCP-L3527CDW)
[Standaardinst.]
Niveau 3 | Niveau 4 | Niveau 5 | Omschrijvingen |
---|---|---|---|
Lade-instell. | Papiersoort | - | Hiermee kunt u het soort papier voor de papierlade instellen. |
Papierform. | - | Hiermee stelt u het papierformaat in de papierlade in. | |
Printpositie | X Offset | Hiermee verplaatst u de afdrukstartpositie (linkerbovenhoek van pagina's) horizontaal van -500 (links) tot +500 (rechts) punten in 300 dpi. | |
Y Offset | Hiermee verplaatst u de afdrukstartpositie (linkerbovenhoek van pagina's) verticaal van -500 (boven) tot +500 (onder) punten in 300 dpi. | ||
Contr. papier | - | Hiermee selecteert u of een bericht moet worden weergegeven dat u vraagt om het papiertype en het papierformaat te controleren wanneer u een papierlade uit het apparaat trekt. | |
Toon | - | - | Hiermee past u het volume van de waarschuwingstoon aan. |
Meldingen | Geen lege pg | - | Toont het aantal overgeslagen pagina's nadat het scannen is voltooid. |
Ecologie | Ecomodus | - | |
Toner besparen | - | Hiermee verhoogt u het rendement van de tonercartridge. | |
Tijd slaapstand | - | Hiermee stelt u in na hoeveel minuten het apparaat in de slaapstand gaat. | |
Stille modus | - | Hiermee vermindert u het lawaai bij het afdrukken. | |
Aut. uitschak. | - | Hiermee kunt u de uren opgeven waarin het apparaat in de slaapstand blijft staan voordat deze wordt uitgeschakeld. | |
LCD-Contrast | - | - | Hiermee past u LCD-contrast aan. |
Instelblokk. | - | - | Hiermee voorkomt u dat onbevoegde gebruikers de instellingen van het apparaat wijzigen. |
Opslag wissen | Macro-ID= | - | Hiermee verwijdert u de geregistreerde macrogegevens. |
Stream-ID | - | Hiermee verwijdert u de geregistreerde streamgegevens. | |
Font ID= | - | Hiermee verwijdert u de geregistreerde lettertypegegevens. | |
Alles verw. | - | Hiermee herstelt u de macro-, stream- en lettertypegegevens van uw apparaat naar de fabrieksinstellingen. |
[Kopie]
Niveau 3 | Niveau 4 | Omschrijvingen |
---|---|---|
Dichtheid | - | Hiermee kunt u de dichtheid instellen. |
Kwaliteit | - | Kies de kopieerresolutie voor uw documenttype. |
Contrast | - | Pas het contrast voor kopieën aan. |
Kleuren aanp. | Rood | Hiermee past u de rode kleur aan. |
Groen | Hiermee past u de groene kleur aan. | |
Blauw | Hiermee past u de blauwe kleur aan. | |
Id kopieëren | Dichtheid | Hiermee kunt u de dichtheid instellen. |
Kwaliteit | Kies de kopieerresolutie voor uw documenttype. | |
Contrast | Pas het contrast voor kopieën aan. | |
2op1/1op1 | Maak 2-in-1-kopieën van identiteitskaarten. |
[Printer]
Niveau 3 | Niveau 4 | Niveau 5 | Omschrijvingen |
---|---|---|---|
Emulatie | - | - | Selecteer de printeremulatiemodus. |
Kwaliteit | - | - | Hiermee selecteert u de afdrukkwaliteit. |
Afdrukopties | Lettert.lijst | HP LaserJet | Druk een lijst met de interne lettertypes van het apparaat af. |
BR-Script 3 | |||
Testafdruk | - | Hiermee drukt u een testpagina af. | |
Tweezijdig | 2-zijd. afdruk | - | Schakel tweezijdig afdrukken in of uit en selecteer omdraaien langs lange zijde of korte zijde. |
Eén afbeelding | - | Voor een afdruktaak waarvan de laatste pagina een enkelzijdige afbeelding is, selecteert u de optie 1-zijd. invoer om de afdruktijd te verminderen. Wanneer u voorgedrukt papier gebruikt, moet u de optie 2-zijd. invoer selecteren. Als u 1-zijd. invoer selecteert voor voorgedrukt papier, wordt de laatste pagina op de achterzijde afgedrukt. | |
Auto doorgaan | - | - | Selecteer deze instelling als u wilt dat het apparaat fouten met het papierformaat of fouten met het mediatype wist en papier van andere lades gebruikt. |
Uitvoerkleur | - | - | Stel de uitvoerkleur in. |
Papiersoort | - | - | Hiermee stelt u de papiersoort in. |
Papierform. | - | - | Hiermee stelt u het papierformaat in. |
Aantal | - | - | Hiermee stelt u het aantal afgedrukte pagina's in. |
Oriëntatie | - | - | Hiermee bepaalt u of u pagina's staand of liggend wilt afdrukken. |
Nadruk rand | - | - | Hiermee wordt de tekst scherper weergegeven. |
PrintPosition | X Offset | - | Hiermee verplaatst u de afdrukstartpositie (linkerbovenhoek van pagina's) horizontaal van -500 (links) tot +500 (rechts) punten in 300 dpi. |
Y Offset | - | Hiermee verplaatst u de afdrukstartpositie (linkerbovenhoek van pagina's) verticaal van -500 (boven) tot +500 (onder) punten in 300 dpi. | |
Auto FF | - | - | Hiermee drukt het apparaat automatisch overblijvende gegevens af. |
HP LaserJet | Fontnr. | - | Stel het lettertypenummer in. |
Font breedte | - | Hiermee stelt u de lettertypepitch in. (Slechts beschikbaar voor specifieke lettertypen.) | |
Font punts | - | Hiermee stelt u de grootte van het lettertype in. (Slechts beschikbaar voor specifieke lettertypen.) | |
Symbolenset | - | Hiermee selecteert u de symbool- of tekenset. | |
Tabel afdrukk. | - | Hiermee drukt u de codetabel af. | |
Auto LF | - | AAN: CR -> CR+LF, UIT: CR -> CR | |
Auto CR | - | AAN: LF -> LF+CR, FF -> FF+CR of VT -> VT+CR UIT: LF -> LF, FF -> FF of VT -> VT | |
Auto WRAP | - | Hiermee selecteert u of er een regelinvoer en regelterugloop moeten plaatsvinden wanneer de rechtermarge wordt bereikt. | |
Auto SKIP | - | Hiermee selecteert u of er een regelinvoer en regelterugloop moeten plaatsvinden wanneer de onderste marge wordt bereikt. | |
Linkermarge | - | Hiermee stelt u de linkermarge bij kolom 0 tot 70 in op 1 cpi. | |
Rechtermarge | - | Hiermee stelt u de rechtermarge bij kolom 10 tot 80 in op 1 cpi. | |
Bovenmarge | - | Hiermee stelt u de bovenste margeafstand in van de bovenrand van het papier. | |
Ondermarge | - | Stelt de onderste margeafstand in van de onderrand van het papier. | |
Regels | - | Hiermee stelt u het aantal lijnen op elke pagina in. | |
Opdracht lade | - | Selecteer deze instelling als een verkeerde lade wordt gebruikt wanneer u de HP-drivers gebruikt. | |
BR-Script 3 | Afgedr. foutm. | - | Kies of het apparaat de foutinformatie moet afdrukken wanneer de fout zich voordoet. |
CAPT | - | Gebruik CAPT (Colour Advanced Printing Technology) voor een optimale afdrukkwaliteit wanneer u een PS-bestand afdrukt dat door een PS-driver werd aangemaakt die niet van Brother komt. Hiermee verschijnen kleuren en foto's duidelijker en nauwkeuriger. De afdruksnelheid zal lager liggen. | |
Meerdere pag. | - | U kunt de paginalay-out instellen wanneer u meerdere pagina's afdrukt. | |
PDF-afdrukopt. | - | Hiermee stelt u in of er naast de tekst van het pdf-bestand opmerkingen of stempels moeten worden afgedrukt als u via pdf afdrukt. | |
Aanp. aan pag. | - | Hiermee selecteert u of het apparaat de pagina's in het pdf-bestand moet vergroten of verkleinen zodat ze op het geselecteerde papierformaat passen. | |
ClrCorrection | Correctie | - | Hiermee start u de kalibratie van de kleuren om de kleuren te controleren en te corrigeren. |
Reset | - | Hiermee reset u de kalibratieparameters naar de standaardinstellingen. | |
Autocorr. | - | Stel het apparaat zo in dat ze de kalibratie en de registratie van de kleuren automatisch uitvoert. | |
Kleurinstel. | Instelmodus | Selecteer of de afdrukinstellingen voor kleur van het apparaat of de printerdriver moeten worden toegepast. | |
Kleurmodus | Hiermee selecteert u de modus voor kleuren. | ||
Verbeter grijs | Schakel in of uit om de beeldkwaliteit van schaduwgebieden te verbeteren. | ||
Verbeter zwart | Schakel in of uit als een zwarte afbeelding niet correct is afgedrukt. | ||
Helderheid | Hiermee kunt u de helderheid instellen. | ||
Contrast | Hiermee kunt u het contrast instellen. | ||
Rood | Hiermee past u de rode kleur aan. | ||
Groen | Hiermee past u de groene kleur aan. | ||
Blauw | Hiermee past u de blauwe kleur aan. | ||
Printer resetten | - | - | Hiermee worden de apparaatinstellingen naar de fabrieksinstellingen teruggezet. |
[Netwerk]
Niveau 3 | Niveau 4 | Niveau 5 | Niveau 6 | Omschrijvingen |
---|---|---|---|---|
WLAN(Wi-Fi) | Netwerk vinden | - | - | Hiermee configureert u de draadloze netwerkinstellingen met de installatiewizard. |
TCP/IP | Opstartmeth. | - | Selecteert de opstartmethode die het best aan uw eisen voldoet. | |
IP-adres | - | Voer het IP-adres in. | ||
Subnetmasker | - | Voer het subnetmasker in. | ||
Gateway | - | Voer het adres van de gateway in. | ||
Knooppuntnaam | - | Voer de knooppuntnaam in. (maximaal 32 tekens) | ||
WINS Config | - | Selecteert de WINS-configuratiemodus. | ||
WINS-server | Primair | Specificeer het IP-adres van de primaire WINS-server. | ||
Secundair | Specificeer het IP-adres van de secundaire WINS-server. | |||
DNS-server | Primair | Specificeer het IP-adres van de primaire DNS-server. | ||
Secundair | Specificeer het IP-adres van de secundaire DNS-server. | |||
APIPA | - | Hiermee stelt u het apparaat in om automatisch het IP-adres van het link-local-adresbereik toe te wijzen. | ||
IPv6 | - | Hiermee schakelt u het IPv6-protocol in of uit. | ||
WPS/drukknop | - | - | U kunt uw draadloze netwerkinstellingen eenvoudig configureren met één druk op de knop. | |
WPS/pincode | - | - | U kunt uw draadloze netwerkinstellingen eenvoudig configureren met WPS en een pincode. | |
Status WLAN | Status | - | Hiermee geeft u de status van het huidige draadloze netwerk weer. | |
Signaal | - | Hiermee kunt u de signaalsterkte van het huidige netwerk weergeven. | ||
Kanaal | - | Hiermee geeft u het huidige draadloze netwerkkanaal weer. | ||
Snelheid | - | Hiermee geeft u de huidige draadloze netwerksnelheid weer. | ||
SSID | - | Hiermee geeft u de huidige SSID weer. | ||
Comm. Modus | - | Hiermee geeft u de huidige communicatiemodus weer. | ||
MAC-adres | - | - | Hiermee kunt u het MAC-adres van het apparaat weergeven. | |
WLAN insch. | - | - | Hiermee schakelt u het WLAN handmatig in of uit. | |
Wi-Fi Direct | Handmatig | - | - | Hiermee configureert u handmatig uw Wi-Fi Direct-netwerkinstellingen. |
Groepseigenaar | - | - | Stel uw apparaat als de Groepseigenaar in. | |
Drukknop | - | - | Hiermee configureert u uw Wi-Fi Direct-netwerkinstellingen met de drukknopmethode. | |
Pincode | - | - | Hiermee kunt u uw Wi-Fi Direct-netwerkinstellingen configureren met WPS en een pincode. | |
Apparaatinfo. | Apparaatnaam | - | Hiermee wordt de apparaatnaam van uw apparaat weergegeven. | |
SSID | - | Hiermee kunt u de SSID van de groepseigenaar weergeven. Wanneer het apparaat niet verbonden is, wordt Niet verbonden op het LCD-scherm weergegeven. | ||
IP-adres | - | Hiermee kunt u het huidige IP-adres van uw apparaat weergeven. | ||
Statusinfo | Status | - | Hiermee geeft u de status van het huidige Wi-Fi Direct-netwerk weer. | |
Signaal | - | Hiermee kunt u de signaalsterkte van het huidige WiFi Direct-netwerk nagaan. Wanneer uw apparaat als Groepseigenaar handelt, geeft de LCD altijd een sterk signaal aan. | ||
Kanaal | - | Hiermee geeft u het huidige Wi-Fi Direct-netwerkkanaal weer. | ||
Snelheid | - | Hiermee geeft u de huidige Wi-Fi Direct-netwerksnelheid weer. | ||
Interf. insch. | - | - | Hiermee schakelt u de Wi-Fi Direct-verbinding in of uit. | |
Webgeb. beheer | - | - | - | Hiermee schakelt u Beheer via een webbrowser in en uit. Als u deze functie inschakelt, moet u ook aangeven dat de verbindingsmethode gebruik moet maken van Beheer via een webbrowser. |
IPsec | - | - | - | IPsec is een optionele beveiligingsfunctie van het IP-protocol dat verificatie- en versleutelingsservices voorziet. We raden u aan om contact op te nemen met uw netwerkbeheerder voordat u deze instelling wijzigt. |
GlobalNW dtct. | Detect. toest. | - | - | Hiermee schakelt u Wereldwijde detectie in en uit. Dit is een functie die onbedoelde verbinding met een wereldwijd netwerk detecteert en de gebruiker daarover informeert. |
Toeg. afwijz. | - | - | Hiermee schakelt u verbindingen met het wereldwijde netwerk uit. | |
Netw. resetten | - | - | - | Herstelt alle fabrieksinstellingen van het netwerk. |
[Print lijsten]
Niveau 3 | Omschrijvingen |
---|---|
Gebruikersinst | Hiermee drukt u een lijst af met uw gebruikersinstellingen. |
Afdrukinstell. | Hiermee drukt u een lijst af met uw printerinstellingen. |
Netwerk Conf. | Hiermee drukt u een lijst af met uw netwerkinstellingen. |
Bst.lst.afdr. | Hiermee drukt u een lijst af met de gegevens die zijn opgeslagen in het geheugen van het apparaat. |
Drum puntafd. | Hiermee drukt u een controlevel voor drumdot afdrukken af. |
WLAN-rapport | Hiermee drukt u de resultaten van de draadloze LAN-verbinding af. |
[Machine-info]
Niveau 3 | Niveau 4 | Omschrijvingen |
---|---|---|
Serienummer | - | Hiermee geeft u het serienummer van het apparaat weer. |
Firmware-versie | Hoofdversie | Hiermee controleert u de firmwareversie van uw apparaat. |
Sub3-versie | ||
Beveilig.ver. | ||
Paginateller | Totaal | Hiermee controleert u het totale aantal pagina's dat het apparaat tijdens zijn levensduur heeft afgedrukt. |
Kopiëren | ||
Afdrukken | ||
Overige | ||
Duur onderdelen | Toner | Bekijk de geschatte resterende levensduur van de toner voor elke kleur. |
Drumeenheid | Hiermee geeft u de resterende levensduur van elke drumeenheid weer. | |
Riem | Hiermee geeft u de resterende levensduur van de riemeenheid weer. | |
Fusereenheid | Hiermee geeft u de resterende levensduur van de fuseereenheid weer. | |
[Bev. afdr.]
Niveau 2 | Omschrijvingen |
---|---|
Bev. afdr. | U kunt taken die opgeslagen zijn in het geheugen afdrukken wanneer u uw viercijferige wachtwoord invoert. Dit is alleen actief als het apparaat beveiligde afdrukgegevens bevat. |
[Stand.instel.]
Niveau 3 | Niveau 4 | Omschrijvingen |
---|---|---|
Datum&tijd | Datum&tijd | Hiermee krijgt u toegang tot de menu's om de datum en tijd in te stellen. |
Aut. zomertijd (Alleen in bepaalde landen beschikbaar) | Hiermee stelt u het apparaat in voor automatische aanpassing aan de zomer-/wintertijd. | |
Tijdzone | Hiermee stelt u uw tijdzone in. | |
Reset | Reset machine | Hiermee herstelt u alle apparaat-instellingen die u hebt gewijzigd. |
Netw. resetten | Herstelt alle fabrieksinstellingen van het netwerk. | |
Alle instell. | Herstel alle instellingen van het apparaat naar de fabrieksinstellingen. | |
Fabrieksinstell. | Hiermee worden alle fabrieksinstellingen van het apparaat hersteld. Voer deze handeling uit wanneer u uw apparaat wegdoet. | |
Taalkeuze (op bepaalde modellen beschikbaar) | - | Hiermee wijzigt u de taal op uw LCD-scherm. |