Home > Apparaat-instellingen > De instellingen van het apparaat vanaf het bedieningspaneel wijzigen > Instellingen- en functietabellen > Instellingstabellen (DCP-L3555CDWDCP-L3560CDW)
Instellingstabellen (DCP-L3555CDW/DCP-L3560CDW)
[Instell.]
[Instell.]
Niveau 1 | Niveau 2 | Niveau 3 | Omschrijvingen |
---|---|---|---|
| - | - | Hiermee krijgt u toegang tot de menu's om de datum en tijd in te stellen. |
Toner | Levensduur toner | - | U kunt bekijken hoeveel toner ongeveer resteert. |
Testafdruk | - | Hiermee drukt u een testpagina af. | |
Kleurcorrectie | Kleurcorrectie | Hiermee start u de kalibratie van de kleuren om de kleuren te controleren en te corrigeren. | |
Reset | Hiermee reset u de kalibratieparameters naar de standaardinstellingen. | ||
Controle van tonercartridge | Zwart Magenta Cyaan Geel | Hiermee geeft u informatie over de geïnstalleerde tonercartridge weer op het LCD-scherm, bijvoorbeeld of de tonercartridge origineel is. | |
Netwerk | LAN met kabel | - | Hiermee opent u het instellingenmenu voor een bedraad LAN. |
WLAN(Wi-Fi) | - | Hiermee opent u de WLAN-instellingenmenu's. | |
Lade- instelling | - | - | Hiermee opent u de lade-instellingenmenu's. |
Wi-Fi Direct | - | - | Hiermee opent u de instellingenmenu's van Wi-Fi Direct. |
Ecomodus | - | - | |
Alle instell. | - | - | Hiermee kunt u de gedetailleerde instellingen configureren. |
[Standaardinst.]
Niveau 3 | Niveau 4 | Niveau 5 | Omschrijvingen |
---|---|---|---|
Lade-instelling | Papiersoort | - | Hiermee selecteert u de papiersoort die overeenkomt met het papier in de standaardpapierlade. |
Papierform. | - | Hiermee selecteert u het formaat van het papier dat u in de standaardpapierlade hebt geplaatst. | |
Printpositie | X Offset | Hiermee verplaatst u de afdrukstartpositie (meestal de linkerbovenhoek van pagina's) voor het in de multifunctionele lade geplaatste papier horizontaal van -500 (links) tot +500 (rechts) punten bij het afdrukken in 300 dpi. | |
Y Offset | Hiermee verplaatst u de afdrukstartpositie (meestal de linkerbovenhoek van pagina's) voor het in de multifunctionele lade geplaatste papier verticaal van -500 (boven) tot +500 (onder) punten bij het afdrukken in 300 dpi. | ||
Contr. papier | - | Hiermee selecteert u of een bericht moet worden weergegeven dat u vraagt om het papiertype en het papierformaat te controleren wanneer u een papierlade uit het apparaat trekt. | |
Toon | - | - | Hiermee past u het volume van de waarschuwingstoon aan. |
LCD-instell. | Schermverlicht | - | Hiermee kunt u de helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm aanpassen. |
Lichtdim-timer | - | Hiermee kunt u instellen hoe lang de achtergrondverlichting op de LCD blijft branden nadat u naar het hoofdbeginscherm bent teruggekeerd of andere functies hebt gebruikt. | |
Scherminst. | Startscherm | - | Stel het hoofdbeginscherm in. |
Scherm Scannen | - | Hiermee kunt u het standaardscanscherm instellen. | |
Info weergeven | IP-adres | Hiermee bepaalt u of het IP-adres van het apparaat moet worden weergegeven op het beginscherm. | |
Instellingen voor meldingen | Scanresult. (geen lege pag.) | - | Toont het totaal aantal gescande pagina's en overgeslagen pagina's nadat het scannen is voltooid. |
Ecologie | Ecomodus | - | |
Toner besparen | - | Hiermee verhoogt u het rendement van de tonercartridge. | |
Tijd slaapstand | - | Hiermee bepaalt u hoeveel tijd moet verstrijken voordat het apparaat naar de energiespaarstand gaat. | |
Stille modus | - | Hiermee vermindert u het lawaai bij het afdrukken. | |
Aut. uitschak. | - | Hiermee kunt u de uren opgeven waarin het apparaat in de slaapstand blijft staan voordat deze wordt uitgeschakeld. | |
Instelblokk. | - | - | Hiermee voorkomt u dat onbevoegde gebruikers de instellingen van het apparaat wijzigen. |
Gegevens Wissen | Macro-ID= | - | Hiermee verwijdert u de geregistreerde macrogegevens. |
Stream-ID | - | Hiermee verwijdert u de geregistreerde streamgegevens. | |
Font ID= | - | Hiermee verwijdert u de geregistreerde lettertypegegevens. | |
Alles verwijderen | - | Hiermee herstelt u de macro-, stream- en lettertypegegevens van uw apparaat naar de fabrieksinstellingen. |
[Instellingen snelkoppelingen]
Niveau 3 | Niveau 4 | Omschrijvingen |
---|---|---|
(Selecteer een snelkoppeling) | Naamwijz | Hiermee wijzigt u de naam van de snelkoppeling. |
Bewerken | Hiermee kunt u de snelkoppelingsinstellingen wijzigen. | |
Verwijder | Hiermee verwijdert u de snelkoppeling. |
[Printer]
Niveau 3 | Niveau 4 | Niveau 5 | Omschrijvingen |
---|---|---|---|
Emulatie | - | - | Hiermee selecteert u de emulatiemodus. |
Kwaliteit | - | - | Hiermee selecteert u de afdrukkwaliteit. |
Afdrukopties | Lijst met Lettretypen | HP LaserJet | Druk een lijst met de interne lettertypes van het apparaat af. |
BR-Script 3 | |||
Testafdruk | - | Hiermee drukt u een testpagina af. | |
Tweezijdig | 2-zijdige afdruk | - | Hiermee schakelt u 2-zijdig afdrukken in of uit en selecteert u lange zijde of korte zijde. |
Eén afbeelding | - | Voor een afdruktaak waarvan de laatste pagina een enkelzijdige afbeelding is, selecteert u de optie 1-zijd. invoer om de afdruktijd te verminderen. Wanneer u voorgedrukt papier gebruikt, moet u de optie 2-zijd. invoer selecteren. Als u 1-zijd. invoer selecteert voor voorgedrukt papier, wordt de laatste pagina op de achterzijde afgedrukt. | |
Autom. doorgaan | - | - | Selecteer als u wilt dat het apparaat fouten met het papierformaat of fouten met het mediatype automatisch wist en papier van andere lades gebruikt. |
Uitvoerkleur | - | - | Stel de uitvoerkleur in. |
Papiersoort | - | - | Hiermee stelt u de papiersoort in. |
Papierform. | - | - | Hiermee stelt u het papierformaat in. |
Aantal | - | - | Hiermee stelt u het aantal afgedrukte pagina's in. |
Orientatie | - | - | Hiermee bepaalt u of u pagina's staand of liggend wilt afdrukken. |
Nadruk op rand | - | - | Hiermee wordt de tekst scherper weergegeven. |
Printpositie | - | - | Hiermee opent u de instellingenmenu's voor de afdrukpositie. |
Auto FF | - | - | Hiermee drukt het apparaat automatisch overblijvende gegevens af. |
HP LaserJet | Fontnr. | Fontnr. | Stel het lettertypenummer in. Dit menu verschijnt als een laadbaar lettertype is geïnstalleerd op uw apparaat van Brother. |
Soft Font nr. | Stel het nummer van het laadbare lettertype in. Dit menu verschijnt als een laadbaar lettertype is geïnstalleerd op uw apparaat van Brother. | ||
Lettretypepitch | - | Hiermee stelt u de lettertypepitch in. (Slechts beschikbaar voor specifieke lettertypen.) | |
Lettretypepunten | - | Hiermee stelt u de grootte van het lettertype in. (Slechts beschikbaar voor specifieke lettertypen.) | |
Symbolenset | - | Hiermee selecteert u de symbool- of tekenset. | |
Tabel afdrukken | - | Hiermee drukt u de codetabel af. | |
Auto LF | - | AAN: CR -> CR+LF, UIT: CR -> CR | |
Auto CR | - | AAN: LF -> LF+CR, FF -> FF+CR of VT -> VT+CR UIT: LF -> LF, FF -> FF of VT -> VT | |
Auto WRAP | - | Hiermee selecteert u of er een regelinvoer en regelterugloop moeten plaatsvinden wanneer de rechtermarge wordt bereikt. | |
Auto SKIP | - | Hiermee selecteert u of er een regelinvoer en regelterugloop moeten plaatsvinden wanneer de onderste marge wordt bereikt. | |
Linkerkantlijn | - | Hiermee stelt u de linkermarge bij kolom 0 tot 70 in op 1 cpi. | |
Rechterkantlijn | - | Hiermee stelt u de rechtermarge bij kolom 10 tot 80 in op 1 cpi. | |
Bovenmarge | - | Hiermee stelt u de bovenste margeafstand in van de bovenrand van het papier. | |
Ondermarge | - | Stelt de onderste margeafstand in van de onderrand van het papier. | |
Regels | - | Hiermee stelt u het aantal lijnen op elke pagina in. | |
Opdracht lade | - | Selecteer deze instelling als een verkeerde lade wordt gebruikt wanneer u de HP-drivers gebruikt. | |
BR-Script 3 | Print foutlijst | - | Kies of het apparaat de foutinformatie moet afdrukken wanneer de fout zich voordoet. |
CAPT | - | Gebruik CAPT (Colour Advanced Printing Technology) voor een optimale afdrukkwaliteit wanneer u een PS-bestand afdrukt dat door een PS-driver werd aangemaakt die niet van Brother komt. Hiermee verschijnen kleuren en foto's duidelijker en nauwkeuriger. De afdruksnelheid zal lager liggen. | |
Meer pag. afdr. | - | U kunt de paginalay-out instellen wanneer u meerdere pagina's afdrukt. | |
PDF-afdrukopties | - | Hiermee stelt u in of er naast de tekst van het pdf-bestand opmerkingen of stempels moeten worden afgedrukt als u via pdf afdrukt. | |
PDF aanp. aan pag. | - | Hiermee selecteert u of het apparaat de pagina's in het pdf-bestand moet vergroten of verkleinen zodat ze op het geselecteerde papierformaat passen. | |
Kleurcorrectie | Correctie starten | - | Kalibreer de kleuren om de kleuren te controleren en te corrigeren en voer vervolgens een registratie uit om de afdrukpositie van elke kleur uit te lijnen. |
Reset | - | Hiermee reset u de kalibratieparameters naar de standaardinstellingen. | |
Autom. correctie | - | Stel het apparaat zo in dat ze de kalibratie en de registratie van de kleuren automatisch uitvoert. | |
Kleurinstellingen | Instelmodus | Selecteer of de afdrukinstellingen voor kleur van het apparaat of de printerdriver moeten worden toegepast. | |
Kleurmodus | Hiermee selecteert u de modus voor kleuren. | ||
Grijze kleur verbeteren | Schakel in of uit om de beeldkwaliteit van schaduwgebieden te verbeteren. | ||
Afdrukken in zwart verb. | Schakel in of uit als een zwarte afbeelding niet correct is afgedrukt. | ||
Helderheid | Hiermee kunt u de helderheid instellen. | ||
Contrast | Hiermee kunt u het contrast instellen. | ||
Rood | Hiermee past u de rode kleur aan. | ||
Groen | Hiermee past u de groene kleur aan. | ||
Blauw | Hiermee past u de blauwe kleur aan. | ||
Printer resetten | - | - | Hiermee worden de apparaatinstellingen naar de fabrieksinstellingen teruggezet. |
[Netwerk]
Niveau 3 | Niveau 4 | Niveau 5 | Niveau 6 | Omschrijvingen |
---|---|---|---|---|
LAN met kabel | TCP/IP | Opstartmeth. | - | Selecteert de opstartmethode die het best aan uw eisen voldoet. |
IP-adres | - | Voer het IP-adres in. | ||
Subnetmasker | - | Voer het subnetmasker in. | ||
Gateway | - | Voer het adres van de gateway in. | ||
Knooppuntnaam | - | Voer de knooppuntnaam in. (maximaal 32 tekens) | ||
WINS-configuratie | - | Selecteert de WINS-configuratiemodus. | ||
WINS-server | Primair | Specificeer het IP-adres van de primaire WINS-server. | ||
Secundair | Specificeer het IP-adres van de secundaire WINS-server. | |||
DNS-server | Primair | Specificeer het IP-adres van de primaire DNS-server. | ||
Secundair | Specificeer het IP-adres van de secundaire DNS-server. | |||
APIPA | - | Hiermee stelt u het apparaat in om automatisch het IP-adres van het link-local-adresbereik toe te wijzen. | ||
IPv6 | - | Hiermee schakelt u het IPv6-protocol in of uit. | ||
Ethernet | - | - | Hiermee selecteert u de Ethernet-verbindingsmodus. | |
Status bedraad | - | - | Hiermee geeft u de status van het bedrade netwerk weer. | |
MAC-adres | - | - | Hiermee kunt u het MAC-adres van het apparaat weergeven. | |
Standaard | - | - | Hiermee worden de instellingen van het bedrade netwerk naar de fabrieksinstellingen teruggezet. | |
Bekabeld insch. | - | - | Hiermee schakelt u het bedrade LAN handmatig in of uit. | |
WLAN(Wi-Fi) | Wi-Fi-netwerk vinden | - | - | Configureer uw draadloze netwerkinstellingen handmatig. |
TCP/IP | Opstartmeth. | - | Selecteert de opstartmethode die het best aan uw eisen voldoet. | |
IP-adres | - | Voer het IP-adres in. | ||
Subnetmasker | - | Voer het subnetmasker in. | ||
Gateway | - | Voer het adres van de gateway in. | ||
Knooppuntnaam | - | Voer de knooppuntnaam in. (maximaal 32 tekens) | ||
WINS-configuratie | - | Selecteert de WINS-configuratiemodus. | ||
WINS-server | Primair | Specificeer het IP-adres van de primaire WINS-server. | ||
Secundair | Specificeer het IP-adres van de secundaire WINS-server. | |||
DNS-server | Primair | Specificeer het IP-adres van de primaire DNS-server. | ||
Secundair | Specificeer het IP-adres van de secundaire DNS-server. | |||
APIPA | - | Hiermee stelt u het apparaat in om automatisch het IP-adres van het link-local-adresbereik toe te wijzen. | ||
IPv6 | - | Hiermee schakelt u het IPv6-protocol in of uit. | ||
WPS/drukknop | - | - | U kunt uw draadloze netwerkinstellingen eenvoudig configureren met één druk op de knop. | |
WPS/pincode | - | - | U kunt uw draadloze netwerkinstellingen eenvoudig configureren met WPS en een pincode. | |
Status WLAN | Status | - | Hiermee geeft u de status van het huidige draadloze netwerk weer. | |
Signaal | - | Hiermee kunt u de signaalsterkte van het huidige netwerk weergeven. | ||
SSID | - | Hiermee geeft u de huidige SSID weer. | ||
Comm. Modus | - | Hiermee geeft u de huidige communicatiemodus weer. | ||
MAC-adres | - | - | Hiermee kunt u het MAC-adres van het apparaat weergeven. | |
Standaard | - | - | Hiermee worden de instellingen van het draadloze netwerk naar de fabrieksinstellingen teruggezet. | |
WLAN insch. | - | - | Schakelt de draadloze interface in of uit. | |
Wi-Fi Direct | Handmatig | - | - | Hiermee configureert u handmatig uw Wi-Fi Direct-netwerkinstellingen. |
Groepseigenaar | - | - | Stel uw apparaat als de Groepseigenaar in. | |
Drukknop | - | - | Hiermee configureert u uw Wi-Fi Direct-netwerkinstellingen met de drukknopmethode. | |
Pincode | - | - | Hiermee kunt u uw Wi-Fi Direct-netwerkinstellingen configureren met WPS en een pincode. | |
Apparaatgegevens | Apparaatnaam | - | Hiermee wordt de apparaatnaam van uw apparaat weergegeven. | |
SSID | - | Hiermee kunt u de SSID van de groepseigenaar weergeven. Wanneer het apparaat niet verbonden is, wordt Niet verbonden op het LCD-scherm weergegeven. | ||
IP-adres | - | Hiermee kunt u het huidige IP-adres van uw apparaat weergeven. | ||
Statusinformatie | Status | - | Hiermee geeft u de status van het huidige Wi-Fi Direct-netwerk weer. | |
Signaal | - | Hiermee kunt u de signaalsterkte van het huidige WiFi Direct-netwerk nagaan. Wanneer uw apparaat als Groepseigenaar handelt, geeft de LCD altijd een sterk signaal aan. | ||
Interf. insch. | - | - | Hiermee schakelt u de Wi-Fi Direct-verbinding in of uit. | |
Web Connect-instellingen | Proxy-instell. | Proxy-verbinding | - | Hiermee wijzigt u de webinstellingen. |
Adres | - | |||
Poort | - | |||
Gebruikersnaam | - | |||
Wachtwoord | - | |||
Webgebaseerd beheer | - | - | - | Hiermee schakelt u Beheer via een webbrowser in en uit. Als u deze functie inschakelt, moet u ook aangeven dat de verbindingsmethode gebruik moet maken van Beheer via een webbrowser. |
IPsec | - | - | - | IPsec is een optionele beveiligingsfunctie van het IP-protocol dat verificatie- en versleutelingsservices voorziet. We raden u aan om contact op te nemen met uw netwerkbeheerder voordat u deze instelling wijzigt. |
GlobalNW dtct. | Detectie toestaan | - | - | Hiermee schakelt u Wereldwijde detectie in en uit. Dit is een functie die onbedoelde verbinding met een wereldwijd netwerk detecteert en de gebruiker daarover informeert. |
Toegang afwijzen | - | - | Hiermee schakelt u verbindingen met het wereldwijde netwerk uit. | |
Netw. resetten | - | - | - | Herstelt alle fabrieksinstellingen van het netwerk. |
[Print lijsten]
Niveau 3 | Niveau 4 | Omschrijvingen |
---|---|---|
Gebruikersinst | - | Hiermee drukt u een lijst af met uw gebruikersinstellingen. |
Printerinstellingen | - | Hiermee drukt u een lijst af met uw printerinstellingen. |
Netwerkconfiguratie | - | Hiermee drukt u een lijst af met uw netwerkinstellingen. |
Bestandsl. afdr. | - | Hiermee drukt u een lijst af met de gegevens die zijn opgeslagen in het geheugen van het apparaat. |
Drumstippen afdrukken | - | Hiermee drukt u een controlevel voor drumdot afdrukken af. |
WLAN-rapport | - | Hiermee drukt u de resultaten van de draadloze LAN-verbinding af. |
[Machine-info]
Niveau 3 | Niveau 4 | Niveau 5 | Omschrijvingen |
---|---|---|---|
Serienummer | - | - | Hiermee controleert u het serienummer van uw apparaat. |
Firmware-versie | Hoofdversie | - | Hiermee controleert u de firmwareversie van uw apparaat. |
Beveiligingsversie | - | ||
Firmware bijwerken | - | - | Hiermee werkt u het apparaat bij met de meest recente firmware. |
Firmware Auto Check | - | - | U kunt informatie over de firmware op het hoofdbeginscherm bekijken. |
Paginateller | Totaal | Kleur | Hiermee controleert u het totale aantal pagina's dat het apparaat heeft afgedrukt. |
Zwart-wit | |||
Kopiëren | Kleur | ||
Zwart-wit | |||
Afdrukken | Kleur | ||
Zwart-wit | |||
Overige | Kleur | ||
Zwart-wit | |||
Levensduur onderdelen *1 | Drumeenheid | Zwart(BK) | Hiermee geeft u de resterende levensduur van elke drumeenheid weer. |
Cyaan(C) | |||
Magenta (M) | |||
Geel (Y) | |||
Riem | - | Hiermee geeft u de resterende levensduur van de riemeenheid weer. | |
Fusereenheid | - | Hiermee geeft u de resterende levensduur van de fuseereenheid weer. |
[Stand.instel.]
Niveau 3 | Niveau 4 | Omschrijvingen |
---|---|---|
Datum en tijd | Datum | Hiermee stelt u de datum en tijd op uw apparaat in. |
Tijd | ||
Type klok | Hiermee selecteert u de tijdsindeling (12-uurs- of 24-uursnotatie). | |
Aut. zomertijd (Alleen in bepaalde landen beschikbaar) | Hiermee stelt u het apparaat in voor automatische aanpassing aan de zomer-/wintertijd. | |
Tijdzone | Hiermee stelt u uw tijdzone in. | |
Reset | Apparaat resetten | Hiermee herstelt u de apparaat-instellingen die u hebt gewijzigd. |
Netw. resetten | Herstelt alle fabrieksinstellingen van het netwerk. | |
Alle instellingen | Hiermee herstelt u alle apparaat-instellingen terug naar de fabrieksinstellingen en verwijdert u de persoonlijke gegevens in het geheugen. U kunt de gegevens niet zien op het apparaat. | |
Fabrieksinstellingen | Hiermee herstelt u alle apparaat-instellingen terug naar de fabrieksinstellingen en verwijdert u de persoonlijke gegevens in het geheugen van het apparaat. We raden u aan deze menuoptie te gebruiken als u alle gegeven van het apparaat wilt wissen. | |
Taalkeuze (Alleen in bepaalde landen beschikbaar) | - | Hiermee wijzigt u de taal op uw LCD-scherm. |