Home > Apparaat-instellingen > De instellingen van het apparaat vanaf het bedieningspaneel wijzigen > Instellingen- en functietabellen > Instellingstabellen (1,8” (4,5 cm) kleuren-LCD
Instellingstabellen (1,8” (4,5 cm) kleuren-LCD
De volgende tabellen geven u inzicht in de menuopties op uw apparaat.
Settings (Instellingen) > [Standaardinst.]
Niveau 3 | Niveau 4 | Niveau 5 | Omschrijvingen |
---|---|---|---|
Onderhoud | Afdr.kwal. verb. | Afdr.kwal. verb. | Hiermee kunt u de afdrukkwaliteit, uitlijning en papierinvoer controleren en verbeteren volgens de aanwijzingen op het LCD-scherm. |
Uitlijning | |||
Corrigeer invoer | |||
Printkop reinigen | Alleen zwart | Hiermee reinigt u de printkop volgens de instructies op het LCD-scherm. | |
Alleen kleur | |||
Alle inkt (Allen) | |||
Inktvolume | - | Geeft aan hoeveel inkt er nog beschikbaar is. | |
Inktcartridgemodel | - | Hiermee controleert u de nummers van de inktcartridges. | |
Afdrukopties | Verminder vlekken | Hiermee voorkomt u vlekken op het papier of papierstoringen tijdens het afdrukken. | |
Afdruk verbet. | Hiermee verbetert u de afdrukkwaliteit en gaat u onscherpe afdrukken tegen. | ||
Controle inktcartridge | - | Hiermee bekijkt u de gegevens van de inktcartridges. | |
Papiersoort | - | - | Hiermee kunt u het soort papier voor de papierlade instellen. |
Papierform. (Papierformaat) | - | - | Hiermee stelt u het papierformaat in de papierlade in. |
Contr. papier | - | - | Controleer de papiersoort en het papierformaat wanneer u de lade uit het apparaat trekt. |
Volume (MFC-J4350DW) | Belvolume | - | Hiermee kunt u het belvolume aanpassen. |
Toon (MFC-J4350DW) | - | Hiermee past u het volume van de waarschuwingstoon aan. | |
Luidspreker (MFC-J4350DW) | - | Hiermee stelt u het volume van de luidspreker in. | |
LCD-instell. | Schermverlicht | - | Hiermee kunt u de helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm aanpassen. |
Lichtdim-timer | - | Hiermee stelt u in hoelang de achtergrondverlichting op het LCD-scherm blijft branden nadat u naar het beginscherm bent teruggekeerd. | |
Ecologie | Ecomodus | - | Zet de volgende apparaatinstellingen aan:
|
Tijd slaapstand | - | Stel in hoe lang het apparaat inactief moet blijven voordat het in Slaapstand gaat. | |
Stille modus | - | Hiermee vermindert u het lawaai bij het afdrukken. | |
Aut. uitschak. | - | Geef op na hoeveel tijd het apparaat automatisch moet overschakelen naar de stroom uit-modus. Als deze functie is uitgeschakeld, gaat het apparaat niet automatisch uit. | |
Instelblokk. (MFC-J4350DW) | - | - | Hiermee voorkomt u dat onbevoegde gebruikers de instellingen van het apparaat wijzigen. |
Settings (Instellingen) > [Inkt]
Niveau 3 | Niveau 4 | Omschrijvingen |
---|---|---|
Inktvolume | - | Geeft aan hoeveel inkt er nog beschikbaar is. |
Resterende pag. | - | Hiermee controleert u het geschatte aantal pagina's dat nog kan worden afgedrukt met de nu geïnstalleerde cartridges. |
Inktcartridgemodel | - | Hiermee controleert u de nummers van de inktcartridges. |
Controle inktcartridge | - | Hiermee bekijkt u de gegevens van de inktcartridges. |
Settings (Instellingen) > [Fax] (voor modellen met fax-functie)
Niveau 3 | Niveau 4 | Niveau 5 | Omschrijvingen |
---|---|---|---|
Ontvangstmenu | Belvertraging | - | Hiermee kunt u instellen hoe vaak het belsignaal moet overgaan voordat het apparaat reageert in de modus Alleen fax of Fax/Tel. |
Ontvangstmodus | - | Hiermee kiest u de ontvangstmodus die het best aan uw behoeften voldoet. | |
F/T beltijd | - | Hiermee stelt u de duur van het dubbele belsignaal in de modus Fax/Telefoon in. | |
Fax Waarnemen | - | Hiermee worden faxen automatisch ontvangen wanneer u een oproep beantwoordt en de faxtoon hoort. | |
Act.Op Afst. | Act.Op Afst. | Hiermee kunt u oproepen op een tweede of extern toestel aannemen en codes gebruiken om de codes op afstand in- of uitschakelen. U kunt deze codes personaliseren. | |
Afstandscode | |||
Deactiveren | |||
Auto reductie (Autoreductie) | - | Verklein elke pagina van een inkomende fax zodanig dat hij op het papier past. | |
PC-Fax ontv. | - | Hiermee stelt u het apparaat in om faxen naar uw computer te verzenden. U kunt dan ook de beveiligingsfunctie Reserveafdruk inschakelen. | |
Faxontvang ststempel | - | Hiermee drukt u bovenaan ontvangen faxen de tijd en datum van ontvangst af. | |
Kies rapport | Verzendrapp. (Verz.rapport) | - | Hiermee selecteert u de begininstellingen voor het verzendrapport. |
Journaal tijd (Journaalper.) | Journaal tijd (Journaalper.) | Hiermee stelt u het interval in voor het automatisch afdrukken van het faxjournaal. Als u een andere optie dan Uit of Elke 50 faxen selecteert, kunt u de tijd voor de optie instellen. Als u Elke 7 dagen selecteert, kunt u de dag van de week instellen. | |
Tijd | |||
Dag | |||
Fax afdrukken (Print fax) | - | - | Hiermee drukt u ontvangen faxen af die in het geheugen van het apparaat zijn opgeslagen. Na het afdrukken worden alle faxen uit het geheugen van het apparaat gewist. |
Rest. jobs | - | - | Hiermee kunt u controleren welke geplande taken in het geheugen van het apparaat zijn opgeslagen en geselecteerde taken annuleren. |
Diversen | Verzendslot | - | Verbied de meeste functies behalve faxen ontvangen. |
Beller ID | - | Hiermee kunt u de opgeslagen gegevens van de laatste 20 bellers bekijken of afdrukken. |
Settings (Instellingen) > [Netwerk]
Niveau 3 | Niveau 4 | Niveau 5 | Omschrijvingen |
---|---|---|---|
WLAN(Wi-Fi) | Wi-Fi-netwerk vinden | - | Configureer uw draadloze netwerkinstellingen handmatig. |
Support bij inst. | - | Hiermee configureert u de instellingen voor het draadloze netwerk met de informatie die op het LCD-scherm wordt weergegeven. | |
WPS/drukknop | - | U kunt uw draadloze netwerkinstellingen eenvoudig configureren met één druk op de knop. | |
WPS/pincode | - | U kunt uw draadloze netwerkinstellingen eenvoudig configureren met WPS en een pincode. | |
WLAN herstellen | - | Reset en herstart uw draadloos netwerk. | |
Status WLAN | Status | Hiermee geeft u de status van het huidige draadloze netwerk weer. | |
Signaal | Hiermee kunt u de signaalsterkte van het huidige netwerk weergeven. | ||
SSID | Hiermee geeft u de huidige SSID weer. | ||
Comm. Modus | Hiermee geeft u de huidige communicatiemodus weer. | ||
TCP/IP | Opstartmethode | Selecteert de opstartmethode die het best aan uw eisen voldoet. | |
IP-adres | Voer het IP-adres in. | ||
Subnetmasker | Voer het subnetmasker in. | ||
Gateway | Voer het adres van de gateway in. | ||
Knooppuntnaam | Voer de knooppuntnaam in. | ||
WINS-configuratie | Selecteert de WINS-configuratiemodus. | ||
WINS-server | Hiermee kunt u het IP-adres van de primaire of secundaire WINS-server opgeven. | ||
DNS-server | Hiermee kunt u het IP-adres van de primaire of secundaire DNS-server opgeven. | ||
APIPA | Hiermee stelt u het apparaat in om automatisch het IP-adres van het link-local-adresbereik toe te wijzen. | ||
IPv6 | Hiermee schakelt u het IPv6-protocol in of uit. | ||
MAC-adres | - | Hiermee kunt u het MAC-adres van het apparaat weergeven. | |
WLAN insch. (WLAN activeren) | - | Hiermee schakelt u de draadloze netwerkverbinding in of uit. | |
Wi-Fi Direct | Handmatig | - | Hiermee configureert u handmatig uw Wi-Fi Direct-netwerkinstellingen. |
Groepseigenaar | - | Stel uw apparaat als de Groepseigenaar in. | |
Drukknop | - | Hiermee configureert u uw Wi-Fi Direct-netwerkinstellingen met de drukknopmethode. | |
Pincode | - | Hiermee kunt u uw Wi-Fi Direct-netwerkinstellingen configureren met WPS en een pincode. | |
Apparaatgegevens | Apparaatnaam | Hiermee wordt de apparaatnaam van uw apparaat weergegeven. | |
SSID | Hiermee kunt u de SSID van de groepseigenaar weergeven. Wanneer het apparaat niet verbonden is, wordt Niet verbonden op het LCD-scherm weergegeven. | ||
IP-adres | Hiermee kunt u het huidige IP-adres van uw apparaat weergeven. | ||
Statusinformatie | Status | Hiermee geeft u de status van het huidige Wi-Fi Direct-netwerk weer. | |
Signaal | Hiermee kunt u de signaalsterkte van het huidige WiFi Direct-netwerk nagaan. Wanneer uw apparaat als Groepseigenaar handelt, geeft de LCD altijd een sterk signaal aan. | ||
Interf. insch. | - | Hiermee schakelt u de Wi-Fi Direct-verbinding in of uit. | |
Web Connect-inst. | Proxy-instell. | Proxy-verbinding | Hiermee wijzigt u de webinstellingen. |
Adres | |||
Poort | |||
Gebruikersnaam | |||
Wachtwoord | |||
Webgebaseerd beheer | - | - | Hiermee schakelt u Beheer via een webbrowser in en uit. Als u deze functie inschakelt, moet u ook aangeven dat de verbindingsmethode gebruik moet maken van Beheer via een webbrowser. |
IP-filter | - | - | Hiermee beperkt u de toegang tot uw apparaat door het IP-filter in te schakelen. |
GlobalNW dtct. | Detectie toestaan | - | Hiermee schakelt u Wereldwijde detectie in en uit. Dit is een functie die onbedoelde verbinding met een wereldwijd netwerk detecteert en de gebruiker daarover informeert. |
Toegang afwijzen | - | Hiermee schakelt u verbindingen met het wereldwijde netwerk uit. | |
Netw. resetten | - | - | Herstel de netwerkinstellingen van het apparaat naar de fabrieksinstellingen, behalve het beheerderwachtwoord. |
Settings (Instellingen) > [Print lijsten]
Niveau 3 | Omschrijvingen |
---|---|
Verzendrapport (voor modellen met fax-functie) | Hiermee drukt u een verzendrapport af van de laatste transmissie. |
Adresboek (voor modellen met fax-functie) | Hiermee drukt u een lijst met bestemmingen af die in het adresboek zijn opgeslagen. |
Fax Journaal (Faxjournaal) (voor modellen met fax-functie) | Hiermee drukt u een lijst af met informatie over de laatste 200 ontvangen en verzonden faxen. (TX betekent verzonden. RX betekent ontvangen.) |
Gebruikersinst | Hiermee drukt u een lijst af met uw gebruikersinstellingen. |
Netwerk Conf. (Netwerkconfig.) | Hiermee drukt u een lijst af met uw netwerkinstellingen. |
WLAN-rapport | Hiermee drukt u de resultaten van de draadloze LAN-verbinding af. |
Overzicht beller-ID (voor modellen met fax-functie) | Hiermee drukt u een lijst af met de beschikbare informatie over nummerweergave (beller-ID's) van de 20 laatst ontvangen faxen en telefoongesprekken. |
Settings (Instellingen) > [Machine-info]
Niveau 3 | Omschrijvingen |
---|
Serienummer | Hiermee controleert u het serienummer van uw apparaat. |
Firmware-versie | Hiermee controleert u de firmwareversie van uw apparaat. |
Firmware bijwerken | Hiermee werkt u het apparaat bij met de meest recente firmware. |
Firmware-update instellen | Hiermee stelt u de dagen en tijden in voor automatische firmware-updates. |
Paginateller | Hiermee controleert u het totale aantal pagina's dat het apparaat heeft afgedrukt. |
Settings (Instellingen) > [Stand.instel.]
Niveau 3 | Niveau 4 | Omschrijvingen |
---|---|---|
Datum en tijd (Datum & Tijd) | Datum | (voor modellen met fax-functie) Hiermee kunt u de datum en de tijd instellen die op het scherm en in de kopteksten van de verzonden faxen worden weergegeven. (voor modellen zonder fax-functie) Hiermee stelt u de datum en tijd op uw apparaat in. |
Tijd | ||
Aut. zomertijd (voor modellen met fax-functie) | Hiermee stelt u het apparaat in voor automatische aanpassing aan de zomer-/wintertijd. | |
Tijdzone | Hiermee stelt u uw tijdzone in. | |
Stations-ID (voor modellen met fax-functie) | Fax | Hiermee kunt u opgeven welke naam en welk faxnummer moeten worden afgedrukt op elke pagina die u faxt. |
Naam | ||
Toon/Puls (voor modellen met fax-functie) (Alleen voor sommige landen beschikbaar.) | - | Selecteer de kiesmodus. |
Fax autom. herk. (Fax automatisch herkiezen) (voor modellen met fax-functie) | - | Hiermee kunt u het apparaat instellen om het laatste faxnummer opnieuw te kiezen als de fax niet kon worden verzonden omdat de lijn bezet was. |
Kiestoon (voor modellen met fax-functie) | - | Hiermee verkort u de tijd tot de kiestoon wordt waargenomen. |
Tel lijn inst (voor modellen met fax-functie) | - | Hiermee selecteert u het type telefoonlijn. |
Compatibel (voor modellen met fax-functie) | - | Hiermee past u de synchronisatie aan bij verzendproblemen. VoIP-providers bieden faxondersteuning middels verschillende standaards. Als u regelmatig transmissiefouten ondervindt, selecteert u Minimaal (voor VoIP). |
Reset | Apparaat resetten | Herstel alle apparaatinstellingen die u hebt gewijzigd, zoals datum en tijd. |
Netwerk | Herstel de netwerkinstellingen van het apparaat naar de fabrieksinstellingen, behalve het beheerderwachtwoord. | |
Adresboek en fax (voor modellen met fax-functie) | Hiermee verwijdert u alle opgeslagen telefoonnummers, faxgegevens en faxinstellingen. | |
Opgeslagen faxdata (voor modellen met fax-functie) | Hiermee wist u alle opgeslagen faxgegevens en de faxgeschiedenis. | |
Alle instellingen | Herstel alle instellingen van het apparaat naar de fabrieksinstellingen. | |
Taalkeuze (Alleen voor sommige landen beschikbaar.) | - | Hiermee wijzigt u de taal op uw LCD-scherm. |