Zoeken

Home > Routineonderhoud > Uw Brother-apparaat controleren > De afdrukuitlijning van uw Brother-apparaat controleren

De afdrukuitlijning van uw Brother-apparaat controleren

Als uw afgedrukte tekst wazig wordt of de afbeeldingen vaag worden na transport van het apparaat, past u de afdrukuitlijning aan.

DCP-J1310DW/DCP-J1313DW/DCP-J1360DW/MFC-J4350DW

  • (MFC-J4350DW) Controleer voordat u de uitlijning aanpast eerst de afdrukkwaliteit door te drukken op image (Inkt), image of image om opnieuw [Afdr.kwal. verb.]>[Afdr.kwal. verb.] te selecteren, en vervolgens OK.
  • (DCP-J1310DW/DCP-J1313DW/DCP-J1360DW) Controleer voordat u de uitlijning aanpast eerst de afdrukkwaliteit door te drukken op image (Inkt), image of image om opnieuw [Afdr.kwal. verb.]>[Afdr.kwal. verb.] te selecteren, en vervolgens OK.
  1. (MFC-J4350DW) Druk op image (Inkt).(DCP-J1310DW/DCP-J1313DW/DCP-J1360DW) Druk op image (Inkt).
  2. Druk op image of image om uw selecties te maken:
    1. Selecteer [Afdr.kwal. verb.]. Druk op OK.
    2. Selecteer [Uitlijning]. Druk op OK.
  3. Druk op image.
  4. Druk op image nadat een bevestigingsbericht over het uitvoeren van een controle van de afdrukkwaliteit wordt weergegeven op de LCD.
  5. Hiermee selecteert u het papierformaat dat u wilt aanpassen.
  6. Hiermee selecteert u de papiersoort die u wilt aanpassen. (Alleen ondersteunde modellen)
  7. Volg de instructies op het LCD-scherm om het papier in de lade te plaatsen en druk vervolgens op image.
    Het controleblad wordt afgedrukt.
  8. Volg de instructies op het LCD-scherm om de aanpassing te voltooien.
    image

    Wanneer het uitlijnen van het afdrukken niet goed is ingesteld, ziet de tekst er, zoals hieronder, vaag uit:

    image

    Wanneer het uitlijnen van het afdrukken goed is ingesteld, ziet de tekst er als volgt uit:

    image

  9. Druk op Stop/Exit (Stop/Eindigen).

DCP-J1460DW/MFC-J4550DW

Controleer voordat u de uitlijning aanpast eerst de afdrukkwaliteit door te drukken op image[Inkt]>[Afdrukkwaliteit verbeteren (Verbeter afdrukkwaliteit)]>[Contr. afdrukkwaliteit].

  1. Druk op image[Inkt]>[Afdrukkwaliteit verbeteren (Verbeter afdrukkwaliteit)]>[Uitlijning].
  2. Druk op [Volg.].
  3. Druk op [Ja] nadat een bevestigingsbericht over het uitvoeren van een controle van de afdrukkwaliteit wordt weergegeven op de LCD.
  4. Hiermee selecteert u het papierformaat dat u wilt aanpassen.
  5. Hiermee selecteert u de papiersoort die u wilt aanpassen. (Alleen ondersteunde modellen)
  6. Volg de instructies op het LCD-scherm om het papier in de lade te plaatsen en druk vervolgens op [Start].
    Het controleblad wordt afgedrukt.
  7. Volg de instructies op het LCD-scherm om de aanpassing te voltooien.
    image

    Wanneer het uitlijnen van het afdrukken niet goed is ingesteld, ziet de tekst er, zoals hieronder, vaag uit:

    image

    Wanneer het uitlijnen van het afdrukken goed is ingesteld, ziet de tekst er als volgt uit:

    image

Was deze pagina behulpzaam?