B Problemen oplossen en routineonderhoud

Problemen oplossen

Als u denkt dat er een probleem is met uw machine, kijk dan in onderstaande tabel en volg de tips voor het oplossen van problemen.
De meeste problemen kunt u zelf eenvoudig oplossen. Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het Brother Solutions Center de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen. Ga naar http://solutions.brother.com/.

Als u problemen hebt met uw machine

Controleer onderstaande tabel en volg de instructies.
Problemen met kopieerkwaliteit
Problemen
Suggesties
Verticale zwarte lijn op de kopieën.
Zwarte verticale lijnen op kopieën ontstaan meestal doordat er zich vuil of correctievloeistof op de glasplaat (Uitsluitend DCP-7040 en DCP-7045N) bevindt of doordat de printcorona vuil is. (Zie De glasplaat reinigen en De printcorona reinigen.)
Afdrukproblemen
Problemen
Suggesties
Geen print.
Controleer of de stekker van de machine in het stopcontact zit en of de machine aanstaat.
Controleer of de tonercartridges en drumeenheid correct zijn geïnstalleerd. (Zie De drumeenheid vervangen.)
Controleer of de interfacekabel goed is aangesloten tussen de machine en uw computer. (Zie de installatiehandleiding.)
Controleer of de correcte printerdriver is geïnstalleerd en geselecteerd.
Controleer of het LCD-scherm een foutmelding weergeeft. (Zie Fout- en onderhoudsberichten.)
Controleer of de machine online is:
(voor Windows Vista®)
klik op de knop Start, Configuratiescherm, Hardware en geluiden, en vervolgens op Printers. Klik met de rechtermuisknop op Brother DCP-XXXX Printer. Controleer of Printer off line gebruiken is uitgeschakeld.
(Voor Windows Server® 2003 (uitsluitend DCP-7045N) en Windows® XP)
Klik op de knop Start en selecteer Printers. Klik met de rechtermuisknop op Brother DCP-XXXX Printer. Controleer of Printer offline gebruiken is uitgeschakeld.
(Voor Windows® 2000)
Klik op de knop Start en selecteer Instellingen en dan Printers. Klik met de rechtermuisknop op Brother DCP-XXXX Printer. Controleer of Printer off line gebruiken is uitgeschakeld.
De machine print onverwacht of print heel slecht.
Trek de papierlade uit de machine en wacht totdat de machine stopt met afdrukken. Schakel de machine vervolgens uit en verwijder de stekker enige minuten uit het stopcontact.
Controleer de instellingen in uw toepassing en controleer of deze kan samenwerken met uw machine.
De machine print de eerste pagina’s correct, maar dan ontbreekt tekst op enkele pagina’s.
Controleer de instellingen in uw toepassing en controleer of deze kan samenwerken met uw machine.
Uw computer herkent het signaal "ingangsbuffer vol" van de machine niet. Controleer of u de interfacekabel correct hebt aangesloten. (Zie de installatiehandleiding.)
De kop- of voetteksten in het document worden op het scherm weergegeven, maar ze verschijnen niet wanneer het document wordt afgedrukt.
Er is een niet-bedrukbaar gedeelte aan de boven- en onderkant van de pagina. Pas de boven- en ondermarge voor uw document aan.
Scanproblemen
Problemen
Suggesties
Tijdens het scannen treden er TWAIN-fouten op.
Zorg dat de TWAIN-driver van Brother als primaire bron is gekozen. In PaperPort™ 11SE, klikt u op Bestand, Scannen of Foto ophalen en selecteert dan Brother TWAIN-stuurprogramma.
OCR (optische tekstherkenning) werkt niet
Probeer de inleesresolutie te verhogen.
De functie netwerkscannen werkt niet. (Uitsluitend DCP-7045N)
Softwareproblemen
Problemen
Suggesties
Onmogelijk software te installeren of te printen.
Voer het programma Repair MFL-Pro Suite op de cd-rom uit. Dit programma repareert en herinstalleert de software.
Kan ‘2 op 1’ of ‘4 op 1’-afdrukken niet uitvoeren.
Controleer of de instellingen voor het papierformaat in de toepassing en in de printerdriver hetzelfde zijn.
De machine print niet vanuit Adobe® Illustrator®.
Probeer de printresolutie te verlagen. (Zie het tabblad Geavanceerd in de softwarehandleiding op de cd-rom.)
Problemen met het papier
Problemen
Suggesties
De machine voert geen papier in.
Het LCD-scherm toont Geen papier of de melding Vastgelopen papier.
Wanneer er geen papier is, plaatst u een nieuwe stapel papier in de papierlade.
Als er papier in de lade zit, moet u nagaan of het correct is geplaatst. Wanneer het papier gekruld is, moet u het strekken. Soms moet u het papier uit de lade halen, de stapel omdraaien en weer in de lade plaatsen.
Plaats minder papier in de lade en probeer het opnieuw.
Als op het LCD-scherm de melding Vastgelopen papier wordt weergegeven en het probleem blijft bestaan, raadpleegt u Papieropstoppingen.
Hoe kan ik enveloppen afdrukken?
U kunt enveloppen invoeren via de handmatige invoergleuf. Uw toepassing moet zo zijn ingesteld dat u het betreffende envelopformaat kunt printen. Dit stelt u meestal in via het menu pagina-instelling of documentinstelling van uw toepassing. (Zie de handleiding bij de toepassing voor meer informatie.)
Welk papier kan ik gebruiken?
U kunt normaal papier, kringlooppapier, transparant papier en etiketten gebruiken die geschikt zijn voor laserprinters. (Zie voor meer informatie Acceptabel papier en andere printmedia.)
Er is papier vastgelopen.
Problemen met de afdrukkwaliteit
Problemen
Suggesties
De afgedrukte pagina’s zijn gekruld.
Dun of dik papier van lage kwaliteit of het niet afdrukken op de aanbevolen papierzijde zou dit probleem kunnen veroorzaken. Probeer de stapel papier in de papierlade om te draaien.
Controleer of u het juiste papiertype hebt gekozen dat past bij het type printmedia. (Zie Acceptabel papier en andere printmedia.)
De afgedrukte pagina’s zijn vlekkerig.
U hebt de verkeerde papiersoort ingesteld voor het papier dat u gebruikt, of het gebruikte papier is te dik of te gestructureerd. (Zie Acceptabel papier en andere printmedia en het tabblad Normaal in de softwarehandleiding op de cd-rom.)
De afdrukken zijn te licht.
Als dit probleem zich voordoet tijdens het maken van kopieën of bij het afdrukken, zet dan de tonerbespaarstand uit in de menu-instellingen van de machine. (Zie Toner sparen.)
Zet de tonerbespaarstand uit in het tabblad Geavanceerd van de printerdriver. (Zie het tabblad Geavanceerd in de softwarehandleiding op de cd-rom.)
Netwerkproblemen (uitsluitend DCP-7045N)
Problemen
Suggesties
Printen via een bedraad netwerk onmogelijk.
Als u netwerkproblemen hebt, raadpleegt u de netwerkhandleiding op de cd-rom voor meer informatie.
Controleer of de machine aanstaat, online is en klaar om af te drukken. Druk de netwerkconfiguratielijst af om uw huidige netwerkinstellingen te bekijken. (Zie Netwerkconfiguratielijst (uitsluitend DCP-7045N) .) Sluit de LAN-kabel weer aan op de hub om te controleren of de kabel en de netwerkaansluitingen in orde zijn. Probeer, indien mogelijk, de machine aan te sluiten op een andere poort van uw hub en gebruik een andere kabel. Als de aansluitingen goed zijn, is de onderste LED van het achterpaneel van de machine groen.
De functie netwerkscannen werkt niet.
De functie netwerkprinten werkt niet.
(Alleen bij gebruik van Windows®) De instelling van de firewall op uw pc kan de noodzakelijke netwerkverbinding afwijzen. Volg onderstaande instructies om Windows® Firewall te configureren. Raadpleeg de gebruikershandleiding bij uw software of neem contact op met de softwarefabrikant als u andere eigen Firewall-software gebruikt.
Voor Windows® XP SP2-gebruikers:
1
Klik op de knop Start, Configuratiescherm, Netwerk- en Internet-verbindingen en vervolgens op Windows Firewall. Controleer op het tabblad Algemeen of Windows Firewall is ingeschakeld.
2
Klik op het tabblad Geavanceerd en op de knop Instellingen... in het vak Instellingen van netwerkverbinding.
3
Klik op de knop Toevoegen.
4
Voer de volgende informatie in om poort 54925 toe te voegen voor scannen via het netwerk:
1. Voer in het vak Beschrijving van de service: een beschrijving in, bijvoorbeeld “Brother Scanner”.
2. Voer in het vak Naam of IP-adres (bijvoorbeeld 192.168.0.12) van de computer die als host voor deze service optreedt: “Localhost” in.
3. Geef bij Nummer van de externe poort voor deze service: “54925” op.
4. Geef bij Nummer van de interne poort voor deze service: “54925” op.
5. Controleer of UDP is ingeschakeld.
6. Klik op OK.
5
Als u nog steeds problemen hebt met de netwerkverbinding, klikt u op de knop Toevoegen.
6
Voer de volgende informatie in om poort 137 toe te voegen voor scannen en afdrukken via het netwerk.
1. Voer in het vak Beschrijving van de service: een beschrijving in, bijvoorbeeld “Brother scannen via het netwerk”.
2. Voer in het vak Naam of IP-adres (bijvoorbeeld 192.168.0.12) van de computer die als host voor deze service optreedt: “Localhost” in.
3. Geef bij Nummer van de externe poort voor deze service: “137” op.
4. Geef bij Nummer van de interne poort voor deze service: “137” op.
5. Controleer of UDP is ingeschakeld.
6. Klik op OK.
7
Controleer of de nieuwe instelling is toegevoegd en is ingeschakeld, en klik vervolgens op OK.
 
Bij gebruik van Windows Vista®:
1
Klik op de knop Start, Configuratiescherm, Netwerk en internet, Windows Firewall en klik op Instellingen wijzigen.
2
Doe het volgende als het venster controle van het gebruikersaccount verschijnt.
Gebruikers met beheerderrechten: klik op Doorgaan.
Voor gebruikers die geen beheerderrechten hebben: voer het beheerderwachtwoord in en klik op OK.
3
Controleer op het tabblad Algemeen of Windows Firewall is ingeschakeld.
4
Klik op het tabblad Uitzonderingen.
5
Klik op de knop Poort toevoegen....
6
Voer de volgende informatie in om poort 54925 toe te voegen voor scannen via het netwerk:
1. voer in het vak Naam: een beschrijving in. (bijvoorbeeld “Brother Scanner”)
2. Voer in het vak Poortnummer: “54925” in.
3. Controleer of UDP is ingeschakeld. Klik vervolgens op OK.
7
Controleer of de nieuwe instelling is toegevoegd en is ingeschakeld, en klik vervolgens op Toepassen.
8
Als u nog steeds problemen hebt met de netwerkverbinding zoals scannen of afdrukken via het netwerk, schakelt u het selectievakje Bestands- en printerdeling in op het tabblad Uitzonderingen en klikt u vervolgens op Toepassen.
Uw computer kan de machine niet vinden.
Voor Windows®-gebruikers: de instelling van de firewall op uw pc kan de noodzakelijke netwerkverbinding afwijzen. Zie bovenstaande instructies voor meer informatie.
Voor Macintosh-gebruikers: selecteer het apparaat opnieuw in de toepassing Device Selector in Macintosh HD/Bibliotheek/Printers/Brother/Hulpprogramma's/DeviceSelector of via het contextmenu Model van ControlCenter2.