Zoeken

TWAIN-driver instellen (Windows)

image
image
  • De namen van de onderdelen en de waarden die u kunt opgeven, zijn afhankelijk van het apparaat.
  • Plaats per keer slechts één document als u Lang papier of Modus hulpblad hebt geselecteerd.
  1. Scannen
    Selecteer de optie Foto of Document afhankelijk van het soort document dat u wilt scannen.
    Scannen (beeldtype) Resolutie Kleurinstelling
    Document Voor het scannen van tekstdocumenten. 300 x 300 dpi 24bit kleur
    Foto Voor het scannen van foto’s. 300 x 300 dpi 24bit kleur
  2. Resolutie
    Selecteer een scanresolutie in de Resolutie vervolgkeuzelijst. Een hogere resolutie zorgt voor meer details, maar neemt meer geheugen in beslag en verlengt de verwerkingstijd.
    image
    Voor het scannen van lang papier moet u een resolutie gebruiken die lager is dan 300 x 300 dpi.
  3. Kleureninstelling
    Kies een van de beschikbare instellingen voor scan-kleurdiepte.
    • Automatisch
      Bepaalt automatisch of in het document kleur wordt gebruikt en genereert een gescande afbeelding van het document. Voor documenten waarin pagina’s met kleur en in zwart-wit worden gecombineerd, worden de kleurenpagina’s in de modus Kleur gescand en de zwart-witpagina’s in de modus Zwart-wit.
    • Zwart-wit
      Geschikt voor tekst of lijnillustraties.
    • Grijs (Foutdiffusie)
      Gebruiken voor fotografische beelden of grafische afbeeldingen. (Foutdiffusie is een methode voor het creëren van afbeeldingen met gesimuleerde grijstinten zonder het gebruik van echte grijstinten. Zwarte stippen worden in een speciaal patroon geplaatst om grijze tinten te simuleren.)
    • Ware grijstinten
      Gebruiken voor fotografische beelden of grafische afbeeldingen. Deze modus is nauwkeuriger omdat er maximaal 256 tinten grijs worden gebruikt.
    • 24bit kleur
      Geschikt om een afbeelding te maken met een zo accuraat mogelijke kleurreproductie. Deze modus gebruikt maximaal 16,8 miljoen kleuren om de afbeelding te scannen, maar vergt wel het meeste geheugen en de langste scantijd.
  4. Documentgrootte
    Selecteer het exacte formaat van het document aan de hand van de vooraf gedefinieerde scanformaten. Als u Afwijkende selecteert, wordt het dialoogvenster Afwijkende documentgrootte weergegeven en kunt u de documentgrootte opgeven.
  5. Tweezijdig scannen
    Beide zijden van het document scannen. Selecteer Inbinden aan de lange kant of Inbinden aan de korte kant afhankelijk van de lay-out van het origineel, om ervoor te zorgen dat het gegevensbestand op de juiste manier in het gescande document wordt weergegeven.
    image
    Tweezijdig scannen is niet beschikbaar voor Lang papier.
    Instelling tweezijdig scannen Oorspronkelijke lay-out Scanresultaat
    Inbinden aan de lange kant
    image
    image
    Inbinden aan de korte kant
    image
    image
  6. Geavanceerde instellingen
    Configureer geavanceerde instellingen door op de koppeling Geavanceerde instellingen in het dialoogvenster voor het instellen van de scanner te klikken.
    • Documentcorrectie
      • Bijsnijden
        • Autom. rechtmaken

          Het apparaat corrigeert scheve afbeeldingen automatisch.

          image
          • De functie Autom. rechtmaken wordt automatisch ingeschakeld als u Automatisch selecteert bij Documentgrootte.

        • Detecteer pagina-einde (ADF)

          Hiermee wordt het pagina-einde gedetecteerd en wordt de lengte van de pagina automatisch bijgesteld als het document korter is dan de geselecteerde Documentgrootte.

        • Margeinstellingen

          Met deze functie kunt u een marge toevoegen of verwijderen (van -3 mm tot 3 mm) aan de rand van de afbeelding. Bij een positieve waarde wordt het formaat van de gescande afbeelding bij het uitvoeren vergroot en bij een negatieve waarde wordt het formaat van de gescande afbeelding bij het uitvoeren juist verkleind.

          image
          Margeinstellingen is alleen beschikbaar als Documentgrootte is ingesteld op Automatisch.

      • Beeld draaien

        Hiermee kunt u de stand van het document wijzigen op basis van de afdrukstand van de tekst.

      • Vullen met kleur
        • Vullen van scheuren

          Detecteert en vult afsnijmarkeringen op de gescande afbeelding op basis van de geselecteerde kleur en het geselecteerde bereik.

        • Opvullen van randen

          Hiermee vult u de vier randen van de gescande afbeelding met de geselecteerde kleur en breedte in.

      • Verwijderen van ponsgaten

        De functie verwijdert perforatorgaten door deze op te vullen met wit of de omringende kleur.

      • Aanpassen Automatische kleurdetectie

        Als kleurinstelling Automatisch is geselecteerd, kunt u het detectieniveau voor kleur aanpassen. Als u de schuifregelaar op een hogere waarde instelt, is de kans groter dat het apparaat vaststelt dat het document een kleurendocument is.

      • Lege pagina overslaan

        Verwijder de lege pagina’s van het document uit de scanresultaten.

    • Verbetering
      • Aanpassen van de diffusie-grijs

        Met deze functie kunt u de helderheid en het contrast aanpassen voor het creëren van afbeeldingen met grijswaarden.

        image
        Deze functie werkt alleen als Kleureninstelling is ingesteld op Grijs (Foutdiffusie).
        Helderheid
        Stel het niveau van de Helderheid in door de schuifknop naar rechts of naar links te verplaatsen om het beeld lichter of donkerder te maken. Als het gescande beeld te licht is, moet u voor de helderheid een lagere waarde opgeven en het document nogmaals scannen. Als het gescande beeld te donker is, geeft u een hogere waarde op voor helderheid en scant u het document nogmaals. U kunt ook een waarde in het veld invoeren om de helderheid in te stellen.
        Contrast
        Verhoog of verlaag het Contrast-niveau door de schuifbalk naar rechts of links te schuiven. Als u het contrast verhoogt, worden de donkere en lichte delen van de afbeelding benadrukt, terwijl de grijze gebieden meer details krijgen als u het contrast verlaagt. U kunt ook een waarde in het veld invoeren om het contrast in te stellen.

      • Aanpassen van kleurtint

        Hiermee kunt u de helderheid, het contrast, de schaduw, markeringen en de gammawaarde aanpassen tijdens het scannen van zowel zwart/wit- als kleurenafbeeldingen.

      • Verwerking op de achtergrond
        • Verwijder doorlopers/Patronen

          Hiermee voorkomt u doordrukken van de inkt.

        • Verwijder achtergrondkleur

          Verwijder de basiskleur van documenten om de gescande gegevens beter leesbaar te maken.

      • Kleur verwijderen

        Hiermee selecteert u een kleur die u uit de gescande afbeelding wilt verwijderen.

      • Randen benadrukken

        Hiermee maakt u de tekens van het origineel scherper.

      • Moiréreductie

        Het moirépatroon of diagonale arceringen in een gescande afbeelding verminderen.

      • Reductie van verticale strepen

        Verticale strepen in een gescande afbeelding verminderen.

      image
      De volgende opties kunnen worden geselecteerd bij het scannen van kleurenafbeeldingen of afbeeldingen met grijstinten:
      • Aanpassen van kleurtint
      • Randen benadrukken
    • Zwart-wit afbeeldingskwaliteit
      • Aanpassen van z/w-drempel

        Met deze instelling kunt u de beeldkwaliteit aanpassen bij scannen in de modus Zwart-wit. Bij hogere waarden neemt de hoeveelheid zwart in de gescande afbeelding toe en bij lagere waarden neemt de hoeveelheid wit toe.

      • Correctie van tekens

        Hiermee corrigeert u onderbroken of onvolledige tekens in het origineel om ze beter leesbaar te maken.

        image
        De functie Correctie van tekens kan alleen worden geselecteerd bij het scannen van zwart/wit-afbeeldingen.
      • Zwart-Wit-inversie

        Met deze functie kunt u een geïnverteerde versie van de gescande zwart/wit-afbeelding maken.

      • Ruisonderdrukking

        Hiermee kunt u de kwaliteit van uw gescande afbeeldingen verbeteren. De instelling Ruisonderdrukking is beschikbaar als er een andere documentgrootte dan Lang papier is geselecteerd in de modus Zwart-wit.

      • Schrijflijnen verwijderen

        Met deze functie kunt u lijnen in het document verwijderen. U kunt het lijntype selecteren dat moet worden verwijderd (Verticaal, Horizontaal, Verticaal en Horizontaal).

        • Minimale lijnlengte

          Lijnen die langer zijn dan of gelijk zijn aan de gespecificeerde lengte worden verwijderd.

        • Maximale vrije ruimte

          Als lijnen onderbroken zijn, bijvoorbeeld door een vervaging in de afbeelding, zullen lijnen met een onderbreking van minder dan of gelijk aan de gespecificeerde afstand voor onderbroken lijnen worden gedetecteerd en verwijderd.

          Oorspronkelijk document
          Scanresultaat
          Beschrijving

          Er zijn horizontale en verticale lijnen.

          image

          image
          Als u Verticaal selecteert, wordt de verticale lijn verwijderd.
          image
          Als u Horizontaal selecteert, wordt de horizontale lijn verwijderd.
          image
          Als u Verticaal en Horizontaal selecteert, worden alle lijnen verwijderd.

    • Toevoercontrole
      • Indeling

        Met deze functie kunt u een document van twee pagina’s samenbrengen naar één pagina, of een document van één pagina over twee pagina’s verdelen.

        Kies een van de volgende opties:

        Optie Beschrijving
        2 in 1: Lange rand Een document van twee pagina’s samenbrengen op één pagina in de afdrukstand liggend.
        image
        2 in 1: Korte rand Een document van twee pagina’s samenbrengen op één pagina in de afdrukstand staand.
        image
        1 op 2: Lange rand Een document van één pagina verdelen over twee pagina’s in de afdrukstand staand.
        image
        1 op 2: Korte rand Een document van één pagina verdelen over twee pagina’s in de afdrukstand liggend.
        image

      • Modus hulpblad

        Gebruik het hulpblad om de volgende typen documenten te scannen:

        • Belangrijke documenten (foto’s, contracten)
        • Dun papier (bonnen)
        • Papier met een onregelmatige vorm (knipsels)

      • Scannen van één pagina

        Er wordt steeds één pagina gescand, ongeacht het aantal pagina’s in de ADF (automatische documentinvoer).

      • Doorlopend scannen

        Selecteer deze functie als u meer documenten wilt scannen met dezelfde instellingen nadat de huidige scan is voltooid. Dat is handig wanneer u meer documenten wilt scannen dan de capaciteit van de ADF toelaat of wanneer u meerdere documenten tegelijkertijd scant.

        image
        (ADS-4300N) Automatisch is alleen beschikbaar als u gebruikmaakt van de USB-verbinding.
      • Detectie multi-invoer

        Als het apparaat multi-invoer detecteert, moet u controleren of de gegevens die al zijn gescand, zijn opgeslagen. Ga dan verder met scannen vanaf de volgende pagina of vanaf het begin van het document.

        image
        • Schakel deze instelling uit bij het scannen van dik papier. Anders detecteert het apparaat wellicht per abuis multi-invoer.
        • Als u Modus hulpblad inschakelt, kunt u Detectie multi-invoer niet inschakelen.
    • Overige functies
      • Streepjescodedetectie

        Het apparaat leest de streepjescode die op de gescande afbeelding is afgedrukt. Geef het type streepjescode op en het gebied waar gezocht moet worden.

        image
        • Streepjescodedetectie is beschikbaar als Indeling is ingesteld op Uit.
        • Gebruik voor het scannen en lezen van barcodes een toepassing van derden. Het stuurprogramma voor TWAIN kan geen streepjesbarcodes omzetten in gegevens.
      • JPEG-compressie

        De kwaliteit instellen voor de JPEG-afbeelding die moet worden opgeslagen.

        image
        Deze functie is alleen beschikbaar bij het gebruik van een toepassing van derden met schijfbestand-modus.
      • Digitale imprinter

        De datum, tijd, documententelling en eigen tekst op de gescande afbeeldingen afdrukken.

      • Overig
        • Optimaliseer gegevensoverdracht

          De gegevensoverdrachtsnelheid aanpassen.

Was deze pagina behulpzaam?