![]() ![]() | ![]() ![]() |
1 | Laad uw document. | ||||||||
2 | Klik op het pictogram ![]() Het venster van ControlCenter4 wordt weergegeven. | ||||||||
3 | Selecteer het tabblad Scan. ![]() | ||||||||
4 | Selecteer Aangepast onder Type document en klik vervolgens op de knop Aangepaste instellingen. Het dialoogvenster Aangepaste scaninstellingen wordt weergegeven. ![]() | ||||||||
5 | Selecteer Automatisch in de keuzelijst Type Scan. | ||||||||
6 | Klik op OK. | ||||||||
7 | Wijzig zo nodig het scanformaat (zie Het scanformaat wijzigen). | ||||||||
8 | Klik op de knop ![]() | ||||||||
9 | Klik op de pijl naar links of naar rechts om een voorbeeld te bekijken van elk gescand document. | ||||||||
10 | Ga op een van de volgende manieren te werk:
|
![]() ![]() | ![]() ![]() |