Documenten scannen (andere bestandstypen)

1
Laad uw document.
2
Klik op het pictogram Figuur (ControlCenter4) in het systeemvak van de taakbalk en kies vervolgens Open in het menu.
Het venster van ControlCenter4 wordt weergegeven.
Opmerking Opmerking
U kunt ControlCenter4 ook op een van de volgende manieren starten:
(Windows® XP, Windows Vista®)
Dubbelklik op het pictogram Figuur (ControlCenter4) in het systeemvak van de taakbalk.
Klik in het menu start op Alle programma’s/Brother/ADS-XXXX (waarbij XXXX uw modelnaam is) en klik op ControlCenter4.
3
Selecteer het tabblad Scan.
Scherm
4
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Selecteer Foto, Tekst en figuren of Tekst zwart-wit onder Type document om het type van het document aan te geven.
Foto: 600 × 600 dpi, 24bit Kleur
Tekst en figuren: 300 × 300 dpi, 24bit Kleur
Tekst zwart-wit: 200 × 200 dpi, Zwart-wit
Selecteer Aangepast onder Type document en geef vervolgens uitgebreide scaninstellingen op. Zie Aangepaste scaninstellingen.
5
Wijzig zo nodig het scanformaat (zie Het scanformaat wijzigen).
6
Klik op de knop Figuur (Scan).
Het scannen wordt gestart en het dialoogvenster Scannen voltooid wordt geopend waarin het aantal gescande pagina's wordt weergegeven. De gescande afbeelding wordt weergegeven in de viewer.
Opmerking Opmerking
Als het dialoogvenster Scannen voltooid niet verschijnt en u het aantal gescande pagina's wilt weergegeven, schakelt u het selectievakje Scanresultaten weergeven in.
7
Klik op de pijl naar links of naar rechts om een voorbeeld te bekijken van elk gescand document.
8
Klik op de knop Figuur (Opslaan).
Het dialoogvenster Opslaan wordt weergegeven.
Scherm
9
Selecteer een bestandstype in de keuzelijst Type Bestand.
10
Voer in het veld Bestandsnaam zo nodig een voorvoegsel in voor de bestandsnaam.
11
Klik in het veld Doelmap op het mappictogram en blader naar de map waarin u het gescande document wilt opslaan.
12
Klik op OK.
Het gescande document wordt opgeslagen in de doelmap.