3 Scannen vanaf uw computer

De gebruikersinterface van ControlCenter4 wijzigen (Windows®)

ControlCenter4 heeft twee bewerkingsmodi: de Startmodus en de Geavanceerde modus. U kunt de modus op elk gewenst moment wijzigen.
Startmodus
In deze modus hebt u snel toegang tot de hoofdfuncties van de machine.
Scherm
1.
Optie Type document
Hiermee kunt u een type document selecteren.
2.
Knop Aangepaste instellingen
Hiermee kunt u scaninstellingen configureren.
3.
Keuzelijst Scanformaat
Hierin kunt u een scanformaat selecteren.
4.
Knop Scan
Hiermee kunt u een scanbewerking starten.
5.
Viewer
Hiermee wordt een gescande afbeelding weergegeven.
6.
Knop Opslaan
Hiermee kunt u een gescande afbeelding opslaan in een map op uw harde schijf, in een van de bestandstypen uit de lijst met bestandstypen.
7.
Knop Openen met toepassing
Hiermee kunt u een afbeelding rechtstreeks in een grafische toepassing scannen om deze te bewerken.
8.
Knop E-mail verzenden
Hiermee kunt u een document naar uw standaard e-mailprogramma scannen.
9.
Knop OCR
Hiermee kunt u een document scannen en het omzetten in tekst.
Geavanceerde modus
In deze modus hebt u meer controle over de details van de functies van uw machine. Bovendien kunt u hier scanacties configureren.
Scherm
1.
Knop Afbeelding
Hiermee kunt u documenten rechtstreeks naar een grafische viewer of bewerkingstoepassing scannen.
2.
Knop OCR
Hiermee kunt u een document scannen en het omzetten in tekst.
3.
Knop E-mail
Hiermee kunt u een document naar uw standaard e-mailprogramma scannen.
4.
Knop Bestand
Hiermee kunt u een gescande afbeelding opslaan in een map op uw harde schijf, in een van de bestandstypen uit de lijst met bestandstypen.
Voer de volgende stappen uit om over te schakelen naar een andere modus:
1
Klik op het pictogram Figuur (ControlCenter4) in het systeemvak van de taakbalk en kies vervolgens Open in het menu.
Het venster van ControlCenter4 wordt weergegeven.
Scherm
Opmerking Opmerking
U kunt ControlCenter4 ook op een van de volgende manieren starten:
(Windows® XP, Windows Vista®)
Dubbelklik op het pictogram Figuur (ControlCenter4) in het systeemvak van de taakbalk.
Klik in het menu start op Alle programma’s/Brother/ADS-XXXX (waarbij XXXX uw modelnaam is) en klik op ControlCenter4.
2
Klik op Configuratie en kies dan Modus selecteren.
3
Selecteer Startmodus of Geavanceerde modus in het dialoogvenster.
Scherm