Zoeken

Home > Printerinstellingen > De printerinstellingen wijzigen met Printer Instelling Tool (Windows) > Instelling papierformaat in Printer Instelling Tool (Windows)

Instelling papierformaat in Printer Instelling Tool (Windows)

Gebruik de functie Instelling papierformaat in Printer Instelling Tool om papierformaten toe te voegen die niet aanwezig zijn in de lijst Papierformaat van het printerstuurprogramma.

Voordat u gaat afdrukken op papier met een formaat dat niet in de printer beschikbaar is, moet u het nieuwe papierformaat registreren door dat naar de printer te verzenden.

Als u afdrukt op een papierformaat dat niet bij de printer is geregistreerd, levert dat wellicht ongewenste resultaten op.

image
  1. Huidige instellingen
    Weergave van de huidige instellingen voor het geselecteerde papierformaat.
  2. Nieuw
    Klik op deze knop om het dialoogvenster Nieuw te openen en een nieuw papierformaat te registreren.
    OPMERKING
    Registreer geen papierformaat toe dat al is geregistreerd. Dat kan resulteren in onjuiste afdrukresultaten. Als u papier wilt gebruiken met hetzelfde formaat als het huidige geregistreerde type papier, selecteert u het gewenste formaat in de lijst Geregistreerde papierformaten in het dialoogvenster Instelling papierformaat en past u de instellingen aan in het dialoogvenster Bewerken.
  3. Bewerken
    Hiermee kunnen de instellingen voor het geselecteerde papierformaat worden bewerkt.

    Klik op Overschrijven om het geselecteerde papierformaat met de nieuwe instellingen op te slaan. Als u het papierformaat met de nieuwe instellingen wilt toevoegen, wijzigt u de naam in het venster Naam papierformaat en klikt u vervolgens op Toevoegen.

  4. Verwijderen
    Hiermee kunt u het geselecteerde papierformaat verwijderen. Als u een papierformaat hebt verwijderd, kunt u dit niet herstellen.
  5. Importeren
    Het tekstbestand met de instellingen voor het papierformaat wordt gelezen en de inhoud van de lijst Geregistreerde papierformaten wordt aangepast.
    OPMERKING
    Als de lijst wordt geïmporteerd, wordt de volledige inhoud van de lijst Geregistreerde papierformaten vervangen door de geïmporteerde papierformaten.
  6. Exporteren
    De papierformaten in de lijst Geregistreerde papierformaten worden naar een bestand geëxporteerd. De geëxporteerde formaten kunnen vervolgens worden gedistribueerd naar andere computers.
  7. Sluiten
    Het venster Instelling papierformaat sluiten en terugkeren naar het hoofdvenster van Printer Instelling Tool.
  8. Optie
    Klik op image en selecteer een bewerking.

    Klik op Meld het papierformaat aan bij de printer om de instellingen voor het geselecteerde papierformaat op de printer te registreren.

    Klik op Opslaan in opdrachtbestand om de instellingen voor het papierformaat te exporteren als opdrachtbestand. (De bestandsextensie is BIN.)

OPMERKING
Als u, nadat het papierformaat op de printer is geregistreerd, op Sluiten klikt, wordt het dialoogvenster Instelling papierformaat weergegeven en staat het toegevoegde papierformaat in de lijst Geregistreerde papierformaten. De software moet worden afgesloten en opnieuw worden opgestart voordat het nieuwe papierformaat in de lijst wordt weergegeven.
image
  • Met de volgende functies kunt u de instellingen snel en eenvoudig op de printer toepassen:
    • Functie voor massaopslag
  • Deze opdrachten zijn alleen bedoeld voor het toepassen van de instellingen op een printer. U kunt deze opdrachten niet importeren in het dialoogvenster Instelling papierformaat.

Dialoogvenster Nieuw

image
  1. Naam papierformaat
    Geef hier de naam op voor het toe te voegen papierformaat.
  2. Automatische mediaconfiguratie
    Informatie over het papier dat in de printer is geplaatst ophalen en weergeven. Raadpleeg voor meer informatie imageimage Verwante informatie
    image
    Zet de printer op stand-by als u deze optie gebruikt. Er kan een storing optreden in de printer als u het apparaat probeert te configureren tijdens het verwerken of afdrukken van een afdruktaak.
  3. Papiertypen
    Selecteer een soort papier.
  4. Gedetailleerde instellingen
    Geef details op voor het toe te voegen papierformaat.
  5. Geavanceerde afdrukinstellingen
    Klik op deze knop om het dialoogvenster Geavanceerde afdrukinstellingen te openen en geavanceerde instellingen op te geven voor de papierformaten.
  6. Annuleren
    De instellingen worden geannuleerd en het dialoogvenster wordt gesloten. De instellingen blijven ongewijzigd.
  7. Toevoegen
    Klik op deze knop om het papierformaat toe te voegen en de instellingen toe te passen.

Dialoogvenster Geavanceerde afdrukinstellingen

image
  1. Aanpassen referentiepunt voor afdrukken
    U kunt het referentiepunt bijstellen (het nulpunt bij het afdrukken). Hiermee kunt u een verkeerde uitlijning corrigeren, die het gevolg is van een verschil in het model printer of vaste marges in bepaalde software.
  2. Afscheur aanpassing
    Pas de afsnijpositie aan wanneer het papier wordt afgesneden met de afscheurbalk.
  3. Energieverbruik
    Pas de hoeveelheid warmte (energie) van de printkop aan, bijvoorbeeld voor speciaal papier.
    image
    Mogelijk ontstaan er verschillen in contrast in het afdrukresultaat als gevolg van omgevingsfactoren en het gebruikte papier. Pas de vereiste instellingen aan.
  4. Mediasensor (Transmissie/opening)
    Pas de precisie aan waarmee de sensor Transmissie/opening de opening (de lege ruimte) tussen gestanste labels en de hoeveelheid licht die wordt uitgestraald door de sensor, detecteert.

    De instellingen kunnen worden opgegeven als Papiertypen is ingesteld op Print && Knip-label.

    image
    De instellingen voor Mediasensor (Transmissie/opening) in het dialoogvenster Apparaatinstellingen kunnen de detectie- en kalibratieresultaten beïnvloeden. Zorg ervoor dat u de juiste waarden opgeeft.

    Voorbeeldinstellingen:

    Instelling EX1 Instelling EX2
    Apparaatinstellingen +2 -2
    Instelling papierformaat +2 +2
    Daadwerkelijk effect 4 0

  5. Mediasensor (Reflectief/Balk)
    Pas de precisie aan waarmee de sensor reflectief/zwarte markering zwarte markeringen en de hoeveelheid licht die wordt uitgestraald door de sensor, detecteert.

    De instellingen kunnen worden opgegeven als Papiertypen is ingesteld op Media met markeringen.

    image
    De instellingen voor Mediasensor (Reflectief/Balk) in het dialoogvenster Apparaatinstellingen kunnen de detectie- en kalibratieresultaten beïnvloeden. Zorg ervoor dat u de juiste waarden opgeeft.

    Voorbeeldinstellingen:

    Instelling EX1 Instelling EX2
    Apparaatinstellingen +2 -2
    Instelling papierformaat +2 +2
    Daadwerkelijk effect 4 0

  6. Annuleren
    De instellingen worden geannuleerd en het dialoogvenster wordt gesloten. De instellingen blijven ongewijzigd.
  7. OK
    Slaat de instellingen op en keert terug naar het vorige dialoogvenster.
Was deze pagina behulpzaam?