Home > Printerinstellingen > De printerinstellingen op de printer wijzigen > Instellingstabellen
Instellingstabellen
De instellingstabellen helpen u bij het begrijpen van de menuselecties en -opties.
Sommige instellingen kunnen verschillen, afhankelijk van de firmware (printersoftware).
[Instellingen]
Niveau 1 | Niveau 2 | Beschrijvingen |
|---|---|---|
Afdrukdichtheid | - | Hiermee wijzigt u de afdrukdichtheid van de printer. |
Auto Snijden | - | De afsnijmethode instellen als er meerdere labels worden afgedrukt. |
Afdruk aanpassen (X) | - | De afdrukstand wijzigen. |
Afdruk aanpassen (Y) | - | De afdrukstand wijzigen. |
Uitgangsstand | - | Hiermee bepaalt u de uitvoerlocatie voor media. |
Afscheurpositie | - | De afsnijpositie wijzigen. |
Afdruksnelheid | - | Selecteer de afdruksnelheid van de printer. |
Tekstrichting | - | De afdrukstand selecteren. |
Auto uitschakelen | - | De duur van inactiviteit opgeven waarna de printer automatisch wordt uitgeschakeld. |
Automatische slaapstand | - | De duur van inactiviteit opgeven waarna de printer automatisch in slaapstand wordt geschakeld. |
LCD-contrast | - | Het contrast voor het LCD-scherm instellen. Hoe hoger de waarde, hoe hoger het contrast. |
Achterg. verlicht. | - | De achtergrondverlichting in- of uitschakelen. |
Sensor (transmissie) | Detectiegevoeligheid | De gevoeligheid van de sensor wijzigen die de opening (de lege ruimte) voor gestanste labels detecteert. |
Luminescentie | Aanpassen van de hoeveelheid licht die wordt uitgestraald door de sensor Transmissief/opening. | |
Sensor (reflectief) | Markeerdetectie | Aanpassen van de precisie van de sensor die de zwarte markeringen detecteert. |
Luminescentie | Aanpassen van de hoeveelheid licht die wordt uitgestraald door de sensor reflectief/zwarte markering. | |
Oplaadinstelling | - | |
Sjabloonmodus | - | Het scherm selecteren dat in standby-modus wordt weergegeven. |
Instelling klep | - | De handeling na het sluiten van de klep van het rollencompartiment selecteren. |
[Sjablooninstellingen]
Niveau 1 | Niveau 2 | Beschrijvingen |
|---|---|---|
Afdr. bevest. | - | Selecteren of een melding wordt weergegeven vóór het afdrukken, zodat het aantal afdrukken kan worden gecontroleerd. |
Serialis.modus | Vanaf laatste | Selecteer deze optie als u serialiseren wilt starten vanaf het laatst afgedrukte nummer. |
Van startnr. | Selecteer deze optie als serialiseren telkens vanaf het standaardnummer moet worden uitgevoerd. | |
Nummering resetten | - | Reset het volgnummer naar het standaardnummer. |
Standaardafdrukaantal | - | Specificeer de standaardwaarde voor de afdrukhoeveelheid. |
Tijdelijke datum | - | Voer de datum rechtstreeks in het sjabloon in. |
Tijdelijk tijdstip | - | Voer de tijd rechtstreeks in het sjabloon in. |
Standaardsjablonen | - | Kiezen of preset-sjablonen al dan niet worden weergegeven. |
[Informatie]
Niveau 1 | Niveau 2 | Beschrijvingen |
|---|---|---|
Informatie | - | Informatie weergeven wanneer het informatiepictogram wordt weergegeven. |
Configuratie | - | De printer-informatie weergeven. |
Configuratie afdrukken | Alles | De instellingsgegevens van de printer (testpatroon ontbrekende punten, verbruikslog, printerinstellingen, informatie over de draadloze instellingen en overdrachtsgegevens) afdrukken. |
Verbruikslog | Het verbruikslog van de printer afdrukken. | |
Printerinstellingen | De printerinstellingen afdrukken. | |
Overdrachtsgegevens | De overdrachtsgegevens afdrukken. | |
[Beheer]
Om te voorkomen dat de datum en tijd wijzigen als gevolg van printerbewerkingen moet u een wachtwoord instellen voor het menu [Beheer] om de beveiliging te activeren.
Niveau 1 | Niveau 2 | Beschrijvingen |
|---|---|---|
Opdrachtmodus | - | Het type instructiemodus selecteren. |
Datum notatie | - | De datumnotatie selecteren. |
Tijd notatie | - | De tijdnotatie voor de klok selecteren. |
 Taal | - | De taal voor het LCD-scherm instellen. |
Eenheid | - | De maateenheden voor de weergegeven instellingen selecteren. |
Resetten | Fabrieksinstellingen | Alle printerinstellingen, inclusief de communicatie-instellingen en de apparaatinstellingen, naar de standaardwaarden terugzetten. Sjablonen en databases die in de printer zijn opgeslagen, worden ook verwijderd. |
Gebruikersgeg. resetten | Alle apparaatinstellingen terugzetten naar de standaardwaarden. Sjablonen en databases die in de printer zijn opgeslagen, worden ook verwijderd. | |
Netwerk resetten | Alle communicatie-instellingen terugzetten naar de standaardwaarden. | |
Vliegtuigstand | - | Vliegtuigmodus in- of uitschakelen. Indien ingesteld op aan, worden de functies WLAN en Bluetooth gedeactiveerd. |
Tijd en datum | Tijd AutoSync | |
Tijd instellen | Datum, tijd en opmaak (12-uur- of 24-uur-formaat) instellen. | |
Klok (Aan/Uit) | Aangeven of de datum en tijd op het LCD-scherm moeten worden weergegeven. | |
Printkopcontrole | - | De status van de printkop controleren. |
Menuvergrendeling | - | Schakel op het LCD-scherm van de printer de selectievakjes in voor de instellingen die niet mogen worden gewijzigd. Nadat u de selectievakjes hebt ingeschakeld, drukt u op Als de Menuvergrendeling is ingesteld, wordt een slot-pictogram weergegeven bij de parameters die niet kunnen worden geselecteerd. |
Menubeveiliging | - | Geef aan of een wachtwoord nodig is om de beheermodus te kunnen openen. Als u deze optie inschakelt, moet u een viercijferig wachtwoord opgeven. |
Dumpmodus | - | Informatie afdrukken over gegevens die actueel zijn ontvangen. |
Beheer via webbrowser | - | Selecteren of Beheer via een webbrowser al dan niet moet worden gebruikt. |
Firmware updaten | Update controleren | Op bijgewerkte firmware controleren en de update implementeren. |
Update-melding | Periodieke controles op firmware-updates instellen en meldingen ontvangen als er updates beschikbaar zijn. | |
[Update op afstand] (Netwerk)
Niveau 1 | Niveau 2 | Beschrijvingen |
|---|---|---|
Update op afstand | - | Deze optie is alleen beschikbaar als de printer met een FTP-server is verbonden en als de sjablonen, databases of andere bestanden moeten worden bijgewerkt. |
Als u de informatie betreffende de FTP-server wilt instellen, moet u eerst naar Communicatie-instellingen in de Printer Instelling Tool gaan.
[Updaten] (USB-flashstation)
Niveau 1 | Niveau 2 | Beschrijvingen |
|---|---|---|
Updaten | - | Alleen beschikbaar als er een USB-flashstation op de printer is aangesloten waarop opgeslagen sjablonen, databases of andere bestanden staan, die moeten worden bijgewerkt. |
[Bedraad LAN]
Niveau 1 | Niveau 2 | Beschrijvingen |
|---|---|---|
TCP/IP-instellingen | - | TCP/IP-instellingen opgeven. |
Status vast LAN | - | De status van bedraad LAN weergeven. |
[WLAN]
Niveau 1 | Niveau 2 | Beschrijvingen |
|---|---|---|
WLAN (Aan/Uit) | - | De WLAN-functie in- of uitschakelen. |
Netwerkmodus | Infrastructuurmodus | De netwerkmodus selecteren als de WLAN-functie wordt ingeschakeld. |
Modus Direct | ||
Infra/modus Directe | ||
WPS-knop drukken | - | Verbinding proberen te maken met een draadloos toegangspunt/router in de omgeving. |
PIN-code WPS | - | De achtcijferige PIN-code van de printer weergeven. |
Infr. handmatig instellen | - | Een WLAN-verbinding handmatig tot stand brengen in de Infrastructuurmodus. De SSID weergeven van een nabij gelegen draadloos toegangspunt/router. Nadat u de SSID hebt geselecteerd en op OK hebt gedrukt, wordt het wachtwoord-invoerscherm weergegeven. |
Direct handm. instell. | - | Een WLAN-verbinding handmatig tot stand brengen in WirelessDirect-modus. De SSID en het wachtwoord van een draadloos apparaat handmatig invoeren. |
TCP/IP-instellingen | Auto | TCP/IP-instellingen opgeven. |
Statisch | ||
WLAN-assistent | - | De WLAN-verbindingsassistent gebruiken om de draadloze netwerkinstellingen te configureren. |
WLAN-status | Infrastructuurmodus | De WLAN-status weergeven. |
Modus Direct | ||
[Bluetooth]
Niveau 1 | Niveau 2 | Beschrijvingen |
|---|---|---|
Bluetooth (Aan/Uit) | - | De Bluetooth-functie in- of uitschakelen. |
Modus | Klassiek en LE | Bluetooth-modus selecteren. |
Klassiek | ||
Laag energieverbruik | ||
Barcode afdrukken | - | Het Bluetooth-adres en de bijbehorende barcode afdrukken. |
Autom. opn. Verbinden | - | Schakel over naar de modus Automatisch opnieuw verbinden (alleen voor Apple apparaten: iPad, iPhone of iPod touch). |
Geschiedenis wissen | - | Automatisch de in de printer geregistreerde gekoppelde apparaten verwijderen. |
Verif.code weerg. | - | Selecteren of bevestiging tijdens Bluetooth-koppeling al dan niet moet worden uitgevoerd. |
Bluetooth Secure Connect | Standaardmodus | De beveiligingsmodus voor Bluetooth-verbindingen selecteren. |
Veilige modus | ||
Bluetooth-status | - | De status van de Bluetooth-functie weergeven. |
[Media]
Niveau 1 | Niveau 2 | Beschrijvingen |
|---|---|---|
Selectie | - | Het papierformaat en papiersoort selecteren. |
Kalibratie | - | Het formaat van het geplaatste papier detecteren. |
Detectie | - | De breedte van het geplaatste papier detecteren. De papierinstellingen bij de optie Selectie weergeven die overeenkomen met de zoekresultaten uit de printerinstellingen die met Printer Instelling Tool zijn vastgelegd. |
[QR-code aangepast]
De aangepaste QR-code weergeven die is ingesteld met Printer Instelling Tool.
Was deze pagina behulpzaam?