Als u een WLAN-toegangspunt/-router met ondersteuning voor SecureEasySetup™, WPS (Wi-Fi Protected Setup) of AOSS™ (AirStation One-Touch Secure System) hebt, kunt u heel gemakkelijk een verbinding tot stand brengen tussen het Brother-apparaat en uw draadloze netwerk. Dit wordt hieronder beschreven.

Als u SecureEasySetup™, WPS of AOSS™ wilt gebruiken, moet SecureEasySetup™, WPS of AOSS™ worden ondersteund door uw WLAN-toegangspunt/-router. Controleer of het symbool voor SecureEasySetup™, WPS of AOSS™ aanwezig is op uw WLAN-toegangspunt/-router (zie hieronder). Raadpleeg voor meer informatie de aanwijzingen die u bij uw toegangspunt of router hebt gekregen.

Stap I: De draadloze instellingen configureren

1. Zet het Brother-apparaat ergens binnen het bereik van uw toegangspunt/-router dat/die SecureEasySetup™, WPS of AOSS™ ondersteunt.
   
   

   Hoe groot het bereik in werkelijkheid is, hangt af van uw omgeving. Raadpleeg de aanwijzingen die u bij uw toegangspunt of router hebt gekregen.
2. Zorg ervoor dat de stekker van het Brother-apparaat in het stopcontact zit.
   
   
3. Schakel het apparaat in en wacht tot het apparaat Gereed aangeeft.
   
   
4. Houd de SecureEasySetup™-, WPS- of AOSS™-knop op uw WLAN-toegangspunt/-router een paar seconden ingedrukt.
   
   
   
   
   

   Hoe lang u de knop precies ingedrukt moet houden, kan per WLAN-toegangspunt/-router verschillen. Raadpleeg de aanwijzingen die u bij uw toegangspunt of router hebt gekregen als u wilt weten wanneer uw WLAN-toegangspunt/-router gebruiksklaar is.
5. Druk op de knop voor de draadloze instellingen achter op de printer (niet langer dan twee seconden ingedrukt houden). Zie figuur hierna.
   
   
   
   
   
   

   - Gebruik een puntig voorwerp (een pen bijvoorbeeld) om de knop in te drukken.
   
   - Als u de knop langer dan drie seconden ingedrukt houdt, wordt de pincodemethode van de Wi-Fi Protected Setup-modus geactiveerd.
6. Het apparaat detecteert automatisch welke modus (SecureEasySetup™, WPS of AOSS™) uw toegangspunt/-router gebruikt om uw apparaat te configureren.
   
   
7. De lampjes geven het resultaat van de verbinding aan.
   
   

   [Lampje: Verbonden]
   Het lampje bij Status is aan. (groen)
   Het lampje blijft vijf minuten branden.
   
   
   
   Als het lampje Verbonden aangeeft, is het apparaat goed verbonden met uw router of toegangspunt. Als dit de eerste keer is dat u het Brother-apparaat wilt verbinden met een draadloos netwerk, ga dan naar stap II: De driver voor het netwerk installeren. Anders is het instellen van de draadloze verbinding nu voltooid.

   
   

   [Lampje: Verbinding mislukt]
   Het lampje bij Status knippert. (rood)
   Het lampje knippert gedurende dertig seconden (0,1 seconde aan en 0,1 seconde uit).
   
   
   
   Als het lampje Verbinding mislukt aangeeft, is het apparaat niet goed verbonden met uw router of toegangspunt. Probeer het opnieuw vanaf stap 4. Als dezelfde melding opnieuw wordt weergegeven, zet u het apparaat terug op de standaardinstellingen en probeert u het opnieuw. Klik hier om weer te geven hoe u de fabrieksinstellingen terughaalt.

   
   

   [Lampje: Geen toegangspunt]
   Het lampje bij Papier en dat bij Status knippert.
   Het lampje knippert gedurende dertig seconden (0,1 seconde aan en 0,1 seconde uit).
   
   
   
   Als Geen toegangspunt op het display komt, is uw toegangspunt of router niet gedetecteerd met SecureEasySetup™, Wi-Fi Protected Setup of AOSS™. Zet het Brother-apparaat zo dicht mogelijk bij uw toegangspunt/-router (met zo min mogelijk obstakels ertussen) en probeer het opnieuw vanaf stap 4. Als dezelfde melding opnieuw wordt weergegeven, zet u het apparaat terug op de standaardinstellingen en probeert u het opnieuw. Klik hier om weer te geven hoe u de fabrieksinstellingen terughaalt.

   
   

   [Lampje: Verbindingsfout]
   Het lampje bij Status knippert. (rood)
   Het lampje knippert tien keer en blijft vervolgens een halve seconde uit. Dit patroon wordt twintig keer herhaald.
   
   
   
   Als het lampje Verbindingsfout aangeeft, zijn overlappende sessies aangetroffen. Het apparaat heeft gedetecteerd dat er meerdere toegangspunten of routers in uw netwerk zijn met SecureEasySetup™, Wi-Fi Protected Setup of AOSS™ ingeschakeld. Zorg ervoor dat er maar op één router of toegangspunt SecureEasySetup™, Wi-Fi Protected Setup of AOSS™ actief is en probeer het opnieuw vanaf stap 4.

Ga nu door met de volgende stappen om de printerdriver voor een netwerkverbinding te installeren. Ook al hebt u al via een USB-verbinding afgedrukt, dan nog moet u de printerdriver voor een netwerkverbinding installeren.

Opmerking: De precieze vensters kunnen per besturingssysteem en Brother-apparaat verschillen.

1. Zorg ervoor dat de computer aan is en dat u met beheerdersrechten bent aangemeld.
   
   

   Sluit eventueel geopende programma's.
2. Plaats de installatie-cd in het cd-rom-station.
   
   

   Voor Windows-gebruikers:
   

   Als u geen cd-rom hebt, ga dan naar het gedeelte Downloads van deze website en download het Volledig driver- en softwarepakket. De installatieprocedure vindt u op de downloadpagina.
   
   

   Voor Macintosh-gebruikers:
   Als u geen cd-rom hebt, ga dan naar het gedeelte Downloads van deze website en download de printerdriver. De installatieprocedure vindt u op de downloadpagina.
3. Start het installatieprogramma.
   
   Voor Windows-gebruikers:
   Het openingsvenster wordt automatisch weergegeven. Kies desgevraagd uw model en taal.
   
   

   Opmerking: Als het installatiescherm niet automatisch wordt weergegeven, klik hier om weer te geven hoe u het installatiescherm opent.

   
   
   Voor Macintosh-gebruikers:
   Dubbelklik op het pictogram HL5300 op het bureaublad. Dubbelklik op het pictogram Start Here. Kies desgevraagd uw model en taal.
   
   
   
   
   
4. Het hoofdmenu van de cd-rom wordt weergegeven. Klik op De printerdriver installeren.
   
   
   
   
   
   Voor Windows-gebruikers: kies het pictogram De printerdriver installeren voor uw regio.
5. Klik op Bij gebruik van een draadloos netwerk.
   
   
   
   
   

   Als Gebruikersaccountbeheer wordt weergegeven, klikt u op Toestaan of Ja.
6. Kies Alleen driver installeren en klik op Volgende.
   
   
   
   
   
7. Volg de aanwijzingen op het scherm om de software te installeren.