![]() ![]() | ![]() ![]() |
1 | Controleer dat het netsnoer is aangesloten. | ||||||
2 | Zet de machine aan en wacht tot de machine gereed is. | ||||||
3 | Zet de Macintosh aan. | ||||||
4 | Plaats de meegeleverde cd-rom in het cd-romstation. Dubbelklik op uw bureaublad op het pictogram van de HL5300. Dubbelklik op het pictogram Start Here. Selecteer het printermodel en de gewenste taal. | ||||||
5 | Klik in het menuscherm op De printerdriver installeren. | ||||||
6 | Klik op Bij gebruik van een draadloos netwerk. | ||||||
7 | Selecteer Draadloze installatie en driver installeren (aanbevolen) of Alleen draadloze installatie, en klik op Volgende. | ||||||
8 | Selecteer Stapsgewijze installatie (aanbevolen) en klik op Volgende. | ||||||
9 | Selecteer Zonder kabel (geavanceerd) en klik op Volgende. | ||||||
10 | Lees de Belangrijke boodschap om de draadloze interface te activeren. Houd de knop Go 10 seconden ingedrukt en laat dan de knop Go los wanneer de printer een netwerkconfiguratiepagina afdrukt. Activeer het vakje wanneer u heeft gecontroleerd dat de draadloze instelling is geactiveerd en klik dan op Volgende. De tekst rechts van IEEE 802.11b/g in het gedeelte Node Type op de netwerkconfiguratiepagina vertelt u of de draadloze instelling is geactiveerd. Active betekent dat de draadloze instelling is ingeschakeld en Inactive betekent dat de draadloze instelling is uitgeschakeld. Als de draadloze instelling is uitgeschakeld, moet u de toets Go 10 seconden lang ingedrukt houden. | ||||||
11 | U moet de draadloze instellingen van de computer tijdelijk wijzigen. Volg de instructies op uw computerscherm. Vergeet niet om alle instellingen te noteren, zoals SSID, kanaal, verificatie en versleuteling van de computer. (Raadpleeg uw aantekening op Alvorens de draadloze instellingen te configureren.) U heeft deze gegevens nodig om de oorspronkelijke draadloze instellingen van de computer te herstellen. Klik daarna op Volgende. | ||||||
12 | Om te kunnen communiceren met de niet-geconfigureerde draadloze machine, moet u de draadloze instellingen van deze computer tijdelijk wijzigen in de standaardinstellingen van de machine die op dit scherm verschijnen. Selecteer het vakje nadat u deze instellingen heeft gecontroleerd en klik daarna op Volgende. | ||||||
13 | Selecteer de machine die u wilt configureren en klik op Volgende. Is de lijst leeg, controleer dan dat de machine aanstaat en klik op Vernieuwen.
| ||||||
14 | De wizard zoekt naar draadloze netwerken die voor de machine beschikbaar zijn. Selecteer het ad-hocnetwerk waaraan u de machine wilt koppelen en klik op Volgende. | ||||||
15 | Als uw netwerk niet is geconfigureerd voor verificatie en versleuteling, dan wordt het volgende scherm weergegeven. Klik op OK om de configuratie voort te zetten en ga naar 17. | ||||||
16 | Als uw netwerk is geconfigureerd voor verificatie en versleuteling, dan wordt het volgende scherm weergegeven. Tijdens het configureren van uw draadloze machine van Brother, dient u uw machine zodanig te configureren dat deze aan de Verificatie- en Versleutelingsinstellingen voldoet welke u op Alvorens de draadloze instellingen te configureren heeft opgeschreven voor uw bestaande draadloze netwerk. Kies de Verificatiemethode en de Versleutelingsmodus uit de contextmenu's in ieder instelvak. Voer nu de Netwerksleutel en Netwerksleutel bevestigen in en klik op Volgende.
| ||||||
17 | Klik op Volgende. De instellingen worden naar de machine gestuurd. De instellingen blijven ongewijzigd als u op Annuleren klikt. De printer drukt de pagina voor de netwerkconfiguratie af. | ||||||
18 | Controleer de pagina Netwerkconfiguratie. Selecteer de status zoals weergegeven voor de Draadloze Linkstatus op de Netwerkconfiguratiepagina. Klik op Volgende. Wanneer uw status "Link OK." is, gaat u naar 20. Wanneer uw status "Failed To Associate" is, gaat u naar 19. | ||||||
19 | Klik op Voltooien. De draadloze installatie was niet in staat om verbinding te maken met een draadloos netwerk. Misschien komt dat door onjuiste beveiligingsinstellingen. Controleer de beveiligingsinstellingen van uw draadloze netwerk en probeer het nogmaals door vanaf 6 te beginnen. | ||||||
20 | Om te communiceren met het geconfigureerde draadloze apparaat, moet u de computer met dezelfde draadloze instellingen configureren. Wijzig de instellingen op de computer, zodat deze hetzelfde zijn als de draadloze instellingen op dit scherm. Selecteer het vakje nadat u deze instellingen heeft gecontroleerd en klik daarna op Volgende of Voltooien. (De instellingen in dit scherm zijn slechts een voorbeeld. Uw eigen instellingen zullen anders zijn.)
|
![]() ![]() | ![]() ![]() |