Home > Problemen oplossen > Afdrukproblemen
Afdrukproblemen
Wanneer u de informatie in deze tabel hebt gelezen en toch assistentie nodig hebt, raadpleegt u de meest recente tips op support.brother.com/faqs.
Probleem | Suggesties |
---|
Er kan niet worden afgedrukt | Controleer of het apparaat zich niet in Stroom uit-modus bevindt. Als het apparaat zich in Stroom uit-modus bevindt, druk dan op en verzend de afdrukgegevens daarna opnieuw. |
Controleer of de correcte printerdriver is geïnstalleerd en geselecteerd. |
Controleer of de Status Monitor of het bedieningspaneel van het apparaat een foutmelding weergeeft. |
Controleer of het apparaat online is: Windows:
|
Mac: Klik op het menu Systeemvoorkeuren of Systeeminstellingen en selecteer vervolgens de optie Printers en scanners. Wanneer het apparaat offline is, verwijdert u het en voegt u het vervolgens opnieuw toe. |
Het apparaat drukt niet af of is gestopt met afdrukken. | Annuleer de afdruktaak en wis deze uit het geheugen van het apparaat. De afdruk kan onvolledig zijn. Verzend de afdrukgegevens opnieuw. Verwante informatie:Een afdruktaak annuleren |
De kop- en voettekst van mijn document verschijnt wel op het scherm, maar wordt niet afgedrukt. | Er is een onbedrukbaar gebied boven en onder aan de pagina. Pas de boven- en ondermarge van uw document navenant aan. |
Het apparaat drukt onverwachts af of drukt zinloze tekst af. | Annuleer de afdruktaak en wis deze uit het geheugen van het apparaat. De afdruk kan onvolledig zijn. Verzend de afdrukgegevens opnieuw. Verwante informatie:Een afdruktaak annuleren |
Controleer de instellingen in uw toepassingen om er zeker van te zijn dat ze zijn ingesteld om met uw apparaat te werken. |
Controleer of de Brother-printerdriver is geselecteerd in het afdrukvenster van uw toepassing. |
Het apparaat drukt de eerste pagina's correct af, vervolgens ontbreekt er tekst op enkele pagina's. | Controleer de instellingen in uw toepassingen om er zeker van te zijn dat ze zijn ingesteld om met uw apparaat te werken. |
Uw apparaat ontvangt niet alle gegevens die vanaf de computer zijn verzonden. Zorg ervoor dat de interfacekabel goed is aangesloten. |
Kan niet enkelzijdig of tweezijdig afdrukken.
| (Windows) Wijzig de optie voor tweezijdig afdrukken in de printerdriver.
|
Het apparaat drukt niet op beide zijden van het papier af, zelfs als de printerdriver op tweezijdig ingesteld is en het apparaat automatisch tweezijdig afdrukken ondersteunt. | Controleer de instelling voor het papierformaat in de printerdriver. U moet A4-papier selecteren. Het ondersteunde papiergewicht is 60 tot 105 g/m². |
Afdruksnelheid is te laag. | Verlaag de resolutie in de printerdriver. |
Als u de Stille modus hebt ingeschakeld, schakel deze dan uit in de printerdriver of het menu van het apparaat. |
Wanneer u achter elkaar blijft afdrukken, kan de afdruksnelheid automatisch worden verlaagd om de temperatuur in het apparaat niet te hoog te laten worden. |
Het apparaat voert geen papier in. | Als er papier in de lade zit, moet u nagaan of het correct is geplaatst. Wanneer het papier gekruld is, moet u het plat maken. Soms moet u het papier uit de lade halen, de stapel omdraaien en weer in de papierlade plaatsen. |
Waaier de stapel papier en plaats deze terug in de papierlade. |
Plaats minder papier in de lade en probeer het opnieuw. |
(Voor modellen met een sleuf voor handmatige invoer) Zorg ervoor dat Handmatig in de printerdriver niet is geselecteerd voor Papierbron. |
Maak de papierdoorvoerrollen schoon. |
Het apparaat voert geen papier in uit de sleuf voor handmatige invoer. (Voor modellen met een sleuf voor handmatige invoer) | Gebruik beide handen om een vel papier stevig in de sleuf voor handmatige invoer te duwen tot de bovenkant van het papier op de papierinvoerrollen drukt. Blijf het papier tegen de rollen drukken tot het apparaat het papier grijpt en verder naar binnen trekt. |
Plaats slechts één vel papier in de sleuf voor handmatige invoer. |
Zorg ervoor dat Handmatig in de printerdriver is geselecteerd voor Papierbron. |
Het apparaat voert geen enveloppen in. | Plaats een enveloppe tegelijkertijd in de sleuf voor handmatige invoer. Uw toepassing moet ingesteld zijn om op een enveloppe van de door u gebruikte grootte af te drukken. Dit wordt doorgaans gedaan in het menu Pagina-instelling of Documentinstelling van uw toepassing. |
Afdrukpositie is foutief uitgelijnd met voorbedrukte objecten. | Pas de afdrukpositie met behulp van de instelling Afdrukpositie aan voor elke papierlade. |