Home > Problemen oplossen > Fout- en onderhoudsmeldingen (LED)
Fout- en onderhoudsmeldingen (LED)
Zoals bij alle geavanceerde kantoorproducten, kunnen fouten voorvallen en moeten verbruiksartikelen mogelijk worden vervangen. Als dit gebeurt, identificeert uw apparaat de fout die is opgetreden of wat voor routineonderhoud nodig is. De fout of het vereiste onderhoud wordt aangegeven met de leds op het bedieningspaneel. De meest voorkomende fout- en onderhoudsaanduidingen vindt u in de tabel.
Als u het EcoPro-printabonnement gebruikt, controleer dan de aanvullende betekenissen van de LED's op support.brother.com/g/d/a4f28/Sm00659.
Volg de instructies in de Acties om de status te verbeteren.
LED-lampje | Status | Oorzaak | Wat te doen |
---|
![]() De foutindicator ( | Kan niet detect. | Uw apparaat kan de tonercartridge niet detecteren. | Verwijder de module met de tonercartridge en drumeenheid. Verwijder de tonercartridge uit de drumeenheid en plaats de tonercartridge terug in de drumeenheid. Plaats de module met de tonercartridge en drumeenheid terug in het apparaat.
|
Cartridgefout | De tonercartridge is niet juist geïnstalleerd. | Verwijder de module met de tonercartridge en drumeenheid uit het apparaat. Verwijder de tonercartridge en plaats deze opnieuw in de drumeenheid. Plaats de module met de tonercartridge en drumeenheid terug in het apparaat. Als u het probleem niet kunt verhelpen, neemt u contact op met de klantenservice van Brother of met uw lokale Brother-reseller. |
Onjuiste toner | De geïnstalleerde tonercartridge is niet de juiste voor uw apparaat. | Verwijder de tonercartridge uit de drumeenheid en plaats een tonercartridge met de juiste productcode. |
![]() De foutindicator ( | Geen toner | De tonercartridge of de module met de tonercartridge en drumeenheid is niet correct geïnstalleerd. | Verwijder de module met de tonercartridge en drumeenheid. Verwijder de tonercartridge uit de drumeenheid en plaats de tonercartridge terug in de drumeenheid. Plaats de module met de tonercartridge en drumeenheid terug in het apparaat. Als het probleem zich blijft voordoen, vervangt u de tonercartridge door een nieuwe.
|
Toner vervangen | De tonercartridge is aan het einde van zijn gebruiksduur. | Vervang de tonercartridge door een nieuwe.
|
Toner is op (Continumodus) | De tonercartridge moet worden vervangen. | Vervang de tonercartridge door een nieuwe.
|
![]() Zowel de gereedindicator ( | Vervang toner | Als op het bedieningspaneel van het apparaat Vervang toner wordt aangegeven, kunt u nog steeds afdrukken. Het betekent echter dat de tonercartridge het einde van de gebruiksduur nadert. | Bestel nu een nieuwe tonercartridge zodat u een reservecartridge bij de hand hebt wanneer Toner vervangen weergegeven wordt op het bedieningspaneel van het apparaat. |
Toner vervangen (Continumodus) | De tonercartridge is aan het einde van zijn gebruiksduur. | Vervang de tonercartridge door een nieuwe.
|
![]() De foutindicator ( | Drum ! | De primaire corona op de drumeenheid moet worden schoongemaakt. | Maak de primaire corona van de drumeenheid schoon.
Als het probleem zich blijft voordoen, vervangt u de drumeenheid door een nieuwe. |
De drumeenheid of de module met de drumeenheid en tonercartridge is niet correct geïnstalleerd. | Verwijder de module met de tonercartridge en drumeenheid. Verwijder de tonercartridge uit de drumeenheid en plaats de tonercartridge terug in de drumeenheid. Plaats de module met de drumeenheid en tonercartridge terug in het apparaat. Als het probleem zich blijft voordoen, vervangt u de drumeenheid door een nieuwe. |
![]() De foutindicator ( | Drum bijna op | De drumeenheid is aan het einde van zijn gebruiksduur. | Bestel een nieuwe drumeenheid voor het apparaat aangeeft dat de drum moet worden vervangen. |
![]() De foutindicator ( | Drum vervangen | De drumeenheid moet worden vervangen. | Vervang de drumeenheid door een nieuwe.
|
Als dit bericht verschijnt nadat de drumeenheid is vervangen, is de teller van de drumeenheid niet gereset. | Reset de drumteller.
|
![]() De foutindicator ( | Vast intern | Het papier is vastgelopen in het apparaat. | Open de bovenklep, verwijder de drum en toner en verwijder het vastgelopen papier. |
Vast achter | Het papier is vastgelopen aan de achterkant van het apparaat. | Open de bovenklep en verwijder al het vastgelopen papier. |
Geen papier T1 | Het apparaat heeft geen papier meer of het papier is niet correct in de papierlade geplaatst. |
|
Ongeldig formaat | Het papier in de lade heeft niet het juiste formaat. | Plaats papier met het juiste formaat in de lade en pas het papierformaat aan de lade aan. en druk vervolgens op |
De papierlade ondersteunt het in de printerdriver opgegeven papierformaat niet. | Wijzig de instelling in de printerdriver of de instelling van de lade van het apparaat zodat het in de printerdriver geselecteerde papierformaat overeenstemt met het in de lade geplaatste papierformaat. en druk vervolgens op |
![]() De foutindicator ( | Klep is open | Het bovendeksel is niet volledig gesloten. | Sluit het bovendeksel van het apparaat. |
Geheugen vol | Het geheugen van het apparaat is vol. | Ga op een van de volgende manieren te werk:
Maak uw document minder complex of gebruik een lagere afdrukkwaliteit. |
![]() | Kan niet afdrukken | Het apparaat heeft een mechanisch probleem. | Houd |
![]() De foutindicator ( | Zelfdiagnose | De fuseereenheid werkt niet goed. | Houd |
De fusereenheid is te heet. |
Kan niet afdrukken | Het apparaat heeft een mechanisch probleem. |
|