Configureren in infrastructuurmodus
Opmerking
Als u de printer op een netwerk wilt aansluiten, raden wij u aan om eerst contact met uw systeembeheerder op te nemen.
Alvorens de draadloze instellingen te configureren
BELANGRIJK
Als u de draadloze instellingen van de printer reeds hebt geconfigureerd, moet u de fabrieksinstellingen van de afdrukserver herstellen (raadpleeg
De netwerkinstellingen terugstellen op de fabrieksinstellingen
) en de instelling
WLAN
van het bedieningspaneel activeren. Raadpleeg
Het draadloze netwerk via het bedieningspaneel activeren
op deze pagina.
Het draadloze netwerk via het bedieningspaneel activeren
1
Controleer dat het netsnoer is aangesloten.
2
Zet de printer aan en wacht totdat de printer in de status Gereed staat.
3
Druk op het bedieningspaneel op een van de menutoetsen (
+
,
-
,
OK
of
Back
) om de printer offline te zetten.
Gereed
Kies
of OK
Machine-info
4
Druk op de toets
+
of
-
om
LAN
te selecteren.
Kies
of OK
LAN
5
Druk op
OK
om naar het volgende menuniveau te gaan.
LAN
Bedraad
6
Druk op de toets
+
of
-
om
WLAN
te selecteren.
LAN
WLAN
7
Druk op
OK
om naar het volgende niveau te gaan.
WLAN
TCP/IP
8
Druk op de toets
+
of
-
om
WLAN Activeren
te selecteren.
WLAN
WLAN Activeren
9
Druk op
OK
om naar het volgende niveau te gaan.
WLAN Activeren
Uit
10
Druk op de toets
+
of
–
om
Aan
te selecteren.
WLAN Activeren
Aan
11
Druk op
OK
.
Op de tweede regel van het LCD wordt de melding
Geaccepteerd
weergegeven.
WLAN Activeren
Geaccepteerd
De WLAN-instelling is geactiveerd.
Begin pagina