![]() ![]() | ![]() ![]() |
1 | Zet papiersteun 1 (1) omhoog om te voorkomen dat het papier van de face-down uitvoerlade valt, of neem elk vel van de uitvoerlade zodra dit wordt uitgeworpen. ![]() | ||||||||
2 | Maak het deksel van de sleuf voor handinvoer open. ![]() | ||||||||
3 | Stel de papiergeleiders voor handinvoer met beide handen af op de breedte van het gebruikte papier. ![]() | ||||||||
4 | Houd een vel papier of een transparant met beide handen vast en plaats deze zo in de handinvoer, dat de voorste rand van het papier of de transparant de papierdoorvoerrol raakt. Laat het vel los als u voelt dat de machine het papier invoert. ![]()
| ||||||||
5 | Selecteer het volgende in de printerdriver:
![]() ![]() ![]() ![]() | ||||||||
6 | Stuur de afdrukgegevens naar de printer. | ||||||||
7 | Nadat de printer de afgedrukte pagina heeft uitgeworpen, plaatst u het volgende vel op dezelfde wijze als in stap 4 hierboven beschreven wordt. Herhaal dit voor elke pagina die u wilt afdrukken.
|
![]() ![]() | ![]() ![]() |