Afdrukken vanaf een Macintosh® met gebruikmaking van de eenvoudige netwerkconfiguratie

Met Mac OS® X 10.2 introduceerde Apple® de eenvoudige netwerkconfiguratie.
Met de eenvoudige netwerkconfiguratie van Mac OS® X kunt u in een handomdraai een netwerk van computers en slimme apparaten maken, door deze gewoon op elkaar aan te sluiten. De slimme apparaten configureren zichzelf automatisch voor compatibiliteit met uw netwerk. U dient eerst de printerdriver te installeren, pas dan kunt u de eenvoudige netwerkconfiguratie gebruiken. Raadpleeg de meegeleverde installatiehandleiding voor informatie over het installeren van de printerdriver.
Het is niet nodig om handmatig een IP-adres of netwerkinstellingen in de printer te configureren, daar de printer dit zelf zal doen.

De printerdriver selecteren

1
Selecteer Programma’s in het menu Ga.
2
Open de map Utilities.
3
Dubbelklik op het pictogram van het hulpprogramma Printerconfiguratie.(Bij gebruik van Mac OS® X 10.2.x klikt u op het Print Center.)
4
Klik op Voeg toe.
Voor Mac OS® X 10.2.4 t/m 10.3.x : ga naar de volgende stap.
Voor Mac OS® X 10.4: ga naar stap 6.
5
Selecteer het volgende.
Scherm
6
Selecteer uw printer en klik op Voeg toe. De printer is klaar voor gebruik.
(Mac OS® X 10.2.x)
Scherm
(Mac OS® X 10.3.x)
Scherm
(Mac OS® X 10.4.x)
Scherm