1.Standaardinst. |
1.Tijdklokstand | — | 0 Sec. 30 Sec. 1 Min 5 Min. Uit | Hiermee stelt u in na hoeveel tijd de machine terugkeert naar de faxmodus. | |
2.Papiersoort |
1.MP-bak | Dun Dik Extra dik Gerecycl.papier | Hiermee kunt u de papiersoort in de MP-lade instellen. | |
2.Bovenlade |
Dun Gerecycl.papier | Hiermee kunt u de papiersoort in de papierlade instellen. | |
3.Onderlade (Dit menu wordt alleen weergegeven als u de optionele lade #2 heeft) |
Dun Gerecycl.papier | Hiermee kunt u de papiersoort in de optionele papierlade #2 instellen. | |
|
3.Papierformaat | 1.MP-bak | A4* Letter Legal Executive A5 A6 B5 B6 Folio Ieder | Hiermee kunt u het papierformaat in de MP-lade instellen. | |
1.Standaardinst. (vervolg) |
3.Papierformaat (vervolg) | 2.Bovenlade | A4* Letter Legal Executive A5 A6 B5 B6 Folio | Hiermee kunt u het papierformaat in de papierlade instellen. | |
|
| 3.Onderlade (Dit menu wordt alleen weergegeven als u de optionele lade #2 heeft) | A4* Letter Legal Executive A5 B5 B6 Folio | Hiermee kunt u het formaat van het papier in de optionele papierlade #2 instellen. | |
|
4.Volume | 1.Belvolume | Uit Laag Hoog | Hiermee kunt u het belvolume aanpassen. | |
|
2.Waarsch.toon | Uit Laag Hoog | Hiermee kunt u het volume van het geluidssignaal aanpassen. | |
|
3.Luidspreker | Uit Laag Hoog | Hiermee kunt u het volume van de luidspreker aanpassen. | |
|
5.Aut. zomertijd | — | Uit | De zomertijd wordt automatisch ingesteld. | |
|
6.Bespaarstand | 1.Toner sparen | Aan | Verhoogt het aantal geprinte pagina’s van de tonercartridge. | |
|
| 2.Slaapstand | (000-240) | Bespaart stroom. | |
1.Standaardinst. (vervolg) |
7.Lade gebruiken | 1.Kopie | Alleen lade 1 Alleen lade 2 Alleen MP-lade T1>T2>MP (Lade#2 of T2 verschijnt alleen als de optionele papierlade is geïnstalleerd.) | Selecteert welke lade wordt gebruikt voor de kopieermodus. | |
|
2.Fax | Alleen lade 1 Alleen lade 2 Alleen MP-lade MP>T1>T2 (Lade#2 of T2 verschijnt alleen als de optionele papierlade is geïnstalleerd.) | Selecteert welke lade wordt gebruikt voor de faxmodus. | |
|
3.Afdrukken | Alleen lade 1 Alleen lade 2 Alleen MP-lade T1>T2>MP (Lade#2 of T2 verschijnt alleen als de optionele papierlade is geïnstalleerd.) | Hiermee selecteert u welke lade wordt gebruikt voor PC-printen. | |
|
8.LCD Contrast | — | | Hiermee stelt u het contrast van het LCD-scherm af. | |
|
9.Beveiliging | 1.Beveiligd geh. | — | Hiermee maakt u de meeste functies ontoegankelijk voor onbevoegde gebruikers, behalve faxontvangst in het geheugen. | |
|
2.Instelslot | — | Zorgt ervoor dat onbevoegde gebruikers de huidige instellingen van de machine niet veranderen. | |
2.Fax |
1.Ontvangstmenu (uitsluitend in faxmodus) | 1.Bel Vertraging | (00-06) (voor Nederland) (00-10) (voor België) | De belvertraging bepaalt hoe vaak de telefoon overgaat voordat de machine opneemt in de stand alleen fax of Fax/Tel. | |
|
| 2.F/T Beltijd | 20 Sec. 40 Sec. 70 Sec. | Instelling van het dubbele belsignaal in de stand Fax/Tel, om een normaal telefoontje te signaleren. | |
|
| 3.Fax Waarnemen | Uit | Hiermee kunt u faxberichten ontvangen zonder op Mono Start of Kleur Start te drukken. | |
|
| 4.Afstandscode | Aan (  51, #51) | U kunt alle telefoontjes op een tweede of een extern toestel aannemen en deze codes gebruiken om de machine te activeren of deactiveren. U kunt deze codes wijzigen. | |
|
| 5.Autoreductie | Uit | Verkleint het formaat van inkomende faxen. | |
|
| 6.Geheugen ontv. | Uit | Hiermee worden alle inkomende faxen automatisch in het geheugen opgeslagen, als het papier op is. | |
|
| 7.Printdichtheid | | Maakt afdrukken donkerder of lichter. | |
|
| 8.Ontvang Pollen | Beveilig Tijdklok | Hiermee stelt u uw machine in om faxberichten van een andere faxmachine op te vragen (pollen). | |
|
| 9.Fax Rx Stempel (alleen zwart-wit) | Aan | Drukt de tijd en datum van ontvangst af aan de bovenkant van de ontvangen faxen. | |
2.Fax (vervolg) |
2.Verzendmenu (uitsluitend in faxmodus) | 1.Contrast | Licht Donker | Hiermee kunt u de faxen die u verzendt lichter of donkerder maken. | |
|
| 2.Faxresolutie | Fijn Superfijn (alleen zwart-wit) Foto (alleen zwart-wit) | Hiermee kunt u de standaardresolutie voor uitgaande faxen instellen. | |
|
| 3.Tijdklok (alleen zwart-wit) | — | Het tijdstip waarop de uitgestelde faxberichten moeten worden verzonden, in 24-uursformaat instellen. | |
|
| 4.Verzamelen (alleen zwart-wit) | Aan | Hiermee worden de uitgestelde faxen tegelijkertijd in één transmissie naar hetzelfde faxnummer verzonden. | |
|
| 5.Direct Verzend | Volgende Fax:Aan Volgende Fax:Uit Aan | Verzendt een fax zonder het geheugen te gebruiken. | |
|
| 6.Verzend Pollen | Beveilig | Hiermee stelt u een document op uw machine in, zodat een andere faxmachine dit kan opvragen. | |
|
| 7.Voorblad inst. (alleen zwart-wit) | Volgende Fax:Aan Volgende Fax:Uit Aan Print voorbeeld | Deze functie verzendt automatisch een voorblad dat u hebt geprogrammeerd. | |
|
| 8.Voorblad Opm. (alleen zwart-wit) | — | Voor het instellen van uw eigen opmerkingen op het faxvoorblad. | |
|
| 9.Internationaal | Aan | Als u problemen hebt met het internationaal verzenden van faxen, zet deze functie dan op aan. | |
2.Fax (vervolg) |
3.Kiesgeheugen | 1.Directkies | — | Hiermee kunt u max. 16 ééntoetsnummers opslaan, zodat u kunt kiezen door slechts op één toets (en Mono Start of Kleur Start) te drukken. | |
|
| 2.Snelkies | — | Hiermee kunt u max. 300 snelkiesnummers opslaan, zodat u kunt kiezen door slechts op een paar toetsen (en Mono Start of Kleur Start) te drukken. | |
|
| 3.Groep instell. | — | Hiermee kunt u max. 20 groepsnummers instellen voor het groepsverzenden. | |
|
4.Kies rapport | 1.Verzendrapp. | Aan Aan+Beeld Uit+Beeld | Hier stelt u in wanneer het verzendrapport en het faxjournaal worden afgedrukt. | |
|
| 2.Journaal tijd | Uit Elke 6 uur Elke 12 uur Elke 24 uur Elke 2 dagen Elke 7 dagen | Hiermee stelt u de tijdsinterval in voor het afdrukken van het faxjournaal. | |
|
5.Afstandsopties | 1.Drzenden/Opsln (reserveafdruk) | Fax Doorzenden Fax Opslaan Ontvang PC Fax | Hiermee kunt u de machine instellen om faxberichten door te zenden, binnenkomende faxen in het geheugen op te slaan (zodat u ze op kunt opvragen wanneer u niet bij uw machine bent) of faxen naar uw PC te sturen. Als u Fax doorzenden of PC-Fax Ontvangen kiest, kunt u voor de zekerheid Reserveafdruk activeren. | |
|
| 2.Afst.bediening | ---  | Voor het instellen van uw eigen code voor de afstandsbediening. | |
|
| 3.Print document | — | Hiermee worden inkomende faxen die in het geheugen zijn opgeslagen, geprint. | |
2.Fax (vervolg) |
6.Rest. jobs | — | — | U kunt controleren welke taken er in het geheugen zitten en geprogrammeerde taken annuleren. | |
|
0.Diversen | 1.Compatibel | Normaal Basic(voorVoIP) | Synchronisatie voor verzendproblemen aanpassen. VoIP-aanbieders leveren faxondersteuning via verschillende standaards. Als u regelmatig foutmeldingen ontvangt bij het verzenden van faxen, kiest u Basic(voorVoIP). | |
3.Kopie |
1.Kwaliteit | — | Tekst Foto | U kunt de kopieerresolutie voor uw type document selecteren. | |
|
2.Helderheid | — | | Hiermee past u de helderheid voor kopieën aan. | |
|
3.Contrast | — | | Hiermee kunt het contrast voor de kopieën aanpassen. | |
|
4.Kleuren aanp. | 1.Rood | | Hiermee past u de kleur rood voor kopieën aan. | |
|
| 2.Groen | | Hiermee past u de kleur groen voor kopieën aan. |
|
| 3.Blauw | | Hiermee past u de kleur blauw voor kopieën aan. |
4.Printer |
1.Emulatie | — | HP LaserJet BR-Script 3 | Selecteert de emulatiemodus. |
Raadpleeg de softwarehandleiding op de cd-rom.
|
|
2.Printopties | 1.Intern font | — | Print een lijst met de interne lettertypen van de machine. |
|
| 2.Configuratie | — | Print een lijst met de printerinstellingen van de machine. |
|
| 3.Testafdruk
| — | Hiermee drukt u een testpagina af. |
|
3.Kleur uitvoer | — | Kleur Z&W | Hiermee kiest u kleur of zwart-witdocumenten. Als u Auto kiest, selecteert de machine een geschikte optie voor het document (kleur of zwart-wit). |
|
4.Reset printer | 1.Herstel
| — | Stelt de PCL-instelling opnieuw in op de standaardinstellingen. |
|
2.Stop
| — |
|
5.Calibratie | — | Calibreren Reset | Hiermee past u de kleurdichtheid aan of stelt u de kleurkalibratie opnieuw in op de fabrieksinstelling. |
|
6.Auto regist. | 1.Registratie | 1.Start
| Hiermee past u de afdrukpositie van elke kleur automatisch aan. |
|
| 2.Exit
|
|
2.Frequency | Laag Hoog Uit | Hiermee stelt u de tijdsinterval in voor de automatische registratie. |
|
7.Handm. regist. | 1.Afdruk. kaart | — | Hiermee drukt u de kaart af waarmee u de registratie van de kleuren handmatig kunt controleren. |
|
| 2.Regist. inst. | 1 Magenta Links 2 Cyaan Links 3 Geel Links 4 Magenta Midden 5 Cyaan Midden 6 Geel Midden 7 Magenta Rechts 8 Cyaan Rechts 9 Geel Rechts | Hiermee stelt u de correctiewaarde in van de kaart die u hebt afgedrukt via Afdruk. kaart. |
5.USB Direct I/F |
1.Dir. afdrukken | 1.Papierformaat | Letter Legal Executive A5 A6 B5 B6 Folio | Hiermee stelt u het papierformaat in als u rechtstreeks afdrukt van de USB-flashdrive. | |
|
| 2.Mediatype | Dun Dik Extra dik Gerecycl.papier | Hiermee stelt u het mediatype in als u rechtstreeks afdrukt vanaf de USB-flashdrive. | |
|
| 3.Meerdere pag. | 2op1 4op1 9op1 16op1 25op1 1 op 2x2 pag. 1 op 3x3 pag. 1 op 4x4 pag. 1 op 5x5 pag. | Hiermee stelt u de paginastijl in als u rechtstreeks meerdere pagina's afdrukt vanaf de USB-flashdrive. | |
|
| 4.Afdrukstand | Landschap | Hiermee stelt u de afdrukrichting in als u rechtstreeks afdrukt vanaf de USB-flashdrive. | |
|
| 5.Sorteren | Uit | Hiermee schakelt u sorteren in of uit als u rechtstreeks afdrukt vanaf de USB-flashdrive. | |
|
| 6.Printkwaliteit | Fijn | Hiermee stelt u de afdrukkwaliteit in als u rechtstreeks afdrukt vanaf de USB-flashdrive. | |
|
| 7.Pdf-optie | Document&Markup Doc.&Postzegels | Hiermee stelt u voor de PDF-optie in of u opmerkingen (Markup) of stempels bij de tekst wilt afdrukken. | |
|
| 8.Index afdr. | Details | Hiermee stelt u in hoe het indexvel moet worden afgedrukt: simpel of met details. | |
5.USB Direct I/F (vervolg) |
2.Scannen n. USB | 1.Resolutie | 300 dpi 16kl 600 dpi 16kl 200 dpi Z&W 200x100 dpi Z&W | Hiermee stelt u de resolutie in voor het verzenden van de gescande gegevens naar de USB-flashdrive. |
Raadpleeg de softwarehandleiding op de cd-rom.
|
|
| 2.Bestandsnaam | — | Voer de bestandsnaam voor de gescande gegevens in. |
|
3.PictBridge | 1.Papierformaat | Letter B5 A5 B6 A6 | Hiermee stelt u het papierformaat in voor het afdrukken van gegevens vanaf een camera via PictBridge. | |
|
| 2.Afdrukstand | Letter A4 B5 A5 B6 A6 Vervolgens kiest u: Portret Landschap | Hiermee stelt u de afdrukrichting in voor het afdrukken van gegevens vanaf een camera via PictBridge. Als u Letter-, A4- of B5-formaat kiest, wordt Portret geselecteerd. Als u A5-, B6- of A6-formaat kiest, wordt Liggend geselecteerd. | |
|
| 3.Datum & tijd | Aan | Hiermee drukt u de datum en tijd van opname op de foto af. | |
|
| 4.Bestandsnaam | Aan | Hiermee drukt u de bestandsnaam op de foto af. | |
|
| 5.Printkwaliteit | Fijn | Hiermee stelt u de afdrukkwaliteit in voor het afdrukken van gegevens vanaf een camera via PictBridge. | |
6.Print lijsten |
1.Verzendrapport | 1.Bekijk op LCD
| — | Hiermee drukt u een verzendrapport voor de laatste verzending af. | |
|
2.Print rapport
| — |
|
2.Help | — | — | Drukt de helplijst af, zodat u in een oogopslag kunt zien hoe u de machine kunt programmeren. | |
6.Print rapport (vervolg) |
3.LijstTel-Index | 1.Numeriek | — | Een lijst van namen en nummers die zijn opgeslagen in het geheugen voor ééntoetsnummers en snelkiesnummers. De nummers staan in numerieke of alfabetische volgorde in de lijst. | |
2.Alfabetisch |
— |
|
4.Fax Journaal | — | — | In het journaal staat informatie over de laatste 200 faxberichten die u hebt ontvangen en verzonden. (TX betekent verzonden. RX betekent ontvangen.) | |
|
5.Gebruikersinst | — | — | Drukt een lijst met uw instellingen af. | |
|
6.Netwerk Conf. | — | — | Drukt een lijst met uw netwerkinstellingen af. | |
|
7.Besteldocument | — | — | U kunt een bestelformulier voor accessoires afdrukken. Wanneer u het formulier hebt ingevuld, verzendt u het naar uw Brother-dealer. | |
7.LAN |
1.TCP/IP | 1.BOOT Method | Statisch RARP BOOTP DHCP | Selecteert de opstartmethode die het beste aan uw eisen voldoet. |
Raadpleeg de netwerkhandleiding op de cd-rom.
|
|
| 2.IP Address | [000-255]. [000-255]. [000-255]. [000-255] | Voer het IP-adres in. |
|
| 3.Subnet Mask | [000-255]. [000-255]. [000-255]. [000-255] | Voer het subnetmasker in. |
|
| 4.Gateway | [000-255]. [000-255]. [000-255]. [000-255] | Voer het adres van de gateway in. |
|
| 5.Knooppunt naam | BRNXXXXXX | Voer de naam van het knooppunt in. |
|
| 6.WINS Config | Statisch | Selecteert de W INS-configuratiemodus. |
|
| 7.WINS Server | (Primary) 000.000.000.000 (Secondary) 000.000.000.000 | Specificeert het IP-adres van de primaire of secundaire WINS-server. |
7.LAN (vervolg) |
1.TCP/IP (vervolg) | 8.DNS Server | (Primary) 000.000.000.000 (Secondary) 000.000.000.000 | Specificeert het IP-adres van de primaire of secundaire DNS-server. |
Raadpleeg de netwerkhandleiding op de cd-rom.
|
|
| 9.APIPA | Uit | Wijst automatisch het IP-adres toe van het link-local adresbereik. |
|
| 0.IPv6 | Aan | Hiermee schakelt u het IPv6-protocol in. |
|
2.Ethernet | — | 100B-FD 100B-HD 10B-FD 10B-HD | Selecteert de Ethernet-linkmodus. |
|
3.Scan naar FTP | — | 300 dpi 16kl 600 dpi 16kl 200 dpi Z&W 200x100 dpi Z&W | Hiermee stelt u de resolutie in voor het verzenden van de gescande gegevens via de FTP-server. |
|
0.Factory Reset | 1.Herstel | 1.Ja | Hiermee stelt u de netwerkinstellingen weer in op de fabrieksinstellingen. |
2.Nee |
2.Stop
|
— |
8.Machine-info |
1.Serienummer | — | — | U kunt het serienummer van uw machine controleren. | |
|
2.Paginateller | — | Totaal Fax/Lijst Kopie Print | U kunt controleren hoeveel pagina’s de machine tijdens haar gebruiksduur in totaal heeft afgedrukt. | |
|
3.DuurOnderdelen | 1.Drumeenheid 2.Riemeenheid 3.PF-kit MP 4.PF-kit 1 5.PF-kit 2 6.Fuser 7.Laser | — | U kunt controleren hoe lang een machine-onderdeel nog meegaat (in %). PF-kit 2 verschijnt alleen als de optionele LT-100CL-lade is geïnstalleerd. | |
|
4.Reset Menu | — | Drumeenheid Riemeenheid PF-kit MP PF-kit 1 PF-kit 2 | Hiermee stelt u de teller voor de levensduur van het onderdeel opnieuw in. Deze optie verschijnt wanneer u een onderdeel vervangt. PF-kit 2 verschijnt alleen als de optionele LT-100CL-lade is geïnstalleerd. | |
0.Stand.instel. |
1.Ontvangstmodus | — | Fax/Telefoon Telefoon/Beantw. Handmatig | Selecteert de ontvangststand die het beste in uw behoeften voorziet. | |
|
2.Datum&Tijd | — | — | De datum en de tijd komen op het LCD-scherm en op de kopteksten van de verzonden faxen te staan. |
Raadpleeg de installatiehandleiding.
|
|
3.Stations-ID | — | Fax: Tel: Naam: | Stelt de naam en het faxnummer in die op elke faxpagina moeten worden afgedrukt. |
|
4.Toon/Puls (voor Nederland) | — | Puls | Selecteert de kiesmodus. |
|
4.Kiestoon (voor België) 5.Kiestoon (voor Nederland) | — | Detectie | U kunt de tijd voor het waarnemen van een kiestoon verkorten. | |
|
5.Tel lijn inst (voor België) 6.Tel lijn inst (voor Nederland) | — | PBX ISDN | Hiermee selecteert u het type telefoonlijn. | |
|
0.Taalkeuze | — | Frans Engels | Met deze functie kunt u de taal voor het LCD-scherm instellen. |
Raadpleeg de installatiehandleiding.
|