![]() ![]() | ![]() ![]() |
1 | Controleer of de faxmodus is ingeschakeld ![]() | |||||
2 | Plaats het document. | |||||
3 | Druk op Menu, 2, 2, 6.
| |||||
4 | Druk op ![]() ![]() Druk op OK. | |||||
5 | Druk op 2 om 2.Nee te selecteren als u geen instellingen meer op wilt geven als de volgende melding wordt weergegeven:
| |||||
6 | Druk op Mono Start. | |||||
7 | Als u de glasplaat gebruikt, wordt u gevraagd één van de onderstaande opties te kiezen:
| |||||
8 |
| |||||
9 | Uw machine verzendt de fax automatisch. |
Het document wordt opgeslagen en kan vanaf elk ander faxapparaat worden opgehaald totdat u de fax uit het geheugen verwijderd. Druk op Menu, 2, 6 om de fax uit het geheugen te verwijderen. (Zie Taken in de wachtrij controleren en annuleren.) |
![]() ![]() | ![]() ![]() |