Scannen naar FTP (voor MFC-6890CDW)

Wanneer u Scannen naar FTP selecteert, kunt u een document in zwart-wit of kleur rechtstreeks verzenden naar een FTP-server in uw lokale netwerk of het internet.
U kunt de vereiste gegevens voor het gebruik van Scannen naar FTP handmatig invoeren op het bedieningspaneel en opslaan in een vooraf geconfigureerd FTP-profiel. U kunt maximaal vijf profielen voor de FTP-server configureren.

FTP-profielen vooraf configureren

1
Druk op MENU.
2
Druk op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om Netwerk te selecteren.
3
Druk op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om Scan nr FTP te selecteren.
4
Druk op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om Inst.profiel te selecteren.
5
Druk op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om Niet toegewezen te selecteren.
6
Voer een naam in voor het profiel van de FTP-server. Deze naam wordt weergegeven op het LCD-scherm van het apparaat en kan uit maximaal 30 tekens bestaan.
Druk op OK.
7
Kies Naam (de naam van uw FTP-server) of IP Address.
8
Voer de naam van de FTP-server (bijvoorbeeld ftp.voorbeeld.com) (maximaal 60 tekens) of het IP-adres (bijvoorbeeld 192.23.56.189) in.
Druk op OK.
9
Druk op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om Opslagmap te selecteren.
10
Geef de map op waarin u het document op de FTP-server wilt opslaan (bijvoorbeeld /brother/abc/) (maximaal 60 tekens).
Druk op OK.
11
Druk op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om Gebruikersnaam te selecteren.
12
Voer de gebruikersnaam in die op de FTP-server is geregistreerd voor het apparaat (maximaal 32 tekens).
Druk op OK.
13
Druk op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om Wachtwoord te selecteren.
14
Voer het wachtwoord voor de FTP-server in (maximaal 32 tekens).
Druk op OK.
15
Druk op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om Kwaliteit te selecteren.
16
Druk op 150 dpi 16kl, 300 dpi 16kl, 600 dpi 16kl, 200x100 dpi Z&W of 200 dpi Z&W.
17
Selecteer het bestandstype voor het document. Druk op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om Bestandstype te selecteren.
18
Druk op PDF of JPEG voor documenten in kleur of grijstintenen op PDF of TIFF voor documenten in zwart-wit.
Opmerking Opmerking
Selecteer de documentgrootte als u de glasplaat gebruikt.
Druk op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om Scanformaat glas te selecteren.
Kies de gewenste documentgrootte.
19
Druk op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om Passieve modus te selecteren.
Schakel de passieve modus in of uit, afhankelijk van uw ftp-server en configuratie van de netwerkfirewall. Deze instelling is standaard ingeschakeld.
20
Druk op Aan of Uit.
21
Druk op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om Poortnummer te selecteren.
U kunt het poortnummer wijzigen dat wordt gebruikt om de FTP server te benaderen. De standaardinstelling is poort 21. In de meeste gevallen kunt u deze twee instellingen als standaard aanhouden.
22
Voer het poortnummer in.
Druk op OK.
23
Selecteer de bestandsnaam die u wilt gebruiken voor het gescande document. U kunt kiezen uit zeven vooraf gedefinieerde en twee door de gebruiker gedefinieerde bestandsnamen. De bestandsnaam die voor uw document wordt gebruikt, is de bestandsnaam die u hebt geselecteerd, plus de laatste 6 cijfers van de teller van de flatbed/ADF-scanner, plus de bestandsextensie (bijvoorbeeld: BRNxxxxxxxxxxxx098765.pdf). U kunt ook handmatig een bestandsnaam van maximaal 15 tekens invoeren.
Druk op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om Bestandsnaam te selecteren.
24
Druk op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om de gewenste bestandsnaam te selecteren.
Druk op OK.