De machine voor een draadloos netwerk configureren

VOORZICHTIG BELANGRIJK
Als u de machine van Brother wilt aansluiten op het netwerk, raden wij u aan contact op te nemen met de systeembeheerder voordat u aan de installatie begint. U dient de instellingen van het draadloze netwerk te weten om de installatie te kunnen uitvoeren.
Als u de draadloze instellingen van de machine reeds eerder hebt geconfigureerd, moet u eerst de LAN-instellingen herstellen, pas dan kunt u de draadloze instellingen opnieuw configureren. Gebruik Menu, Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om Netwerk, Factory Reset of Fabrieksinst. te selecteren en selecteer Ja om de wijziging te accepteren. Druk voor Touchscreen modellen op MENU, Netwerk, Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om Factory Reset weer te geven. Druk vervolgens op Factory Reset en kies Ja om de wijziging te accepteren voor Nederland, of Druk voor Touchscreen modellen op MENU, Netwerk, Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om Fabrieksinst weer te geven. Druk vervolgens op Fabrieksinst en kies Ja om de wijziging te accepteren voor België. De machine wordt automatisch opnieuw opgestart.

De installatiewizard van het bedieningspaneel gebruiken

U kunt de afdrukserver configureren met de functie Inst. Wizard. Dit is een van de opties van het menu Netwerk op het bedieningspaneel van de machine. Volg de onderstaande stappen.
1
Noteer de draadloze netwerkinstellingen van de toegangspoort of draadloze router.
Item
Voorbeeld
Noteer de huidige instellingen van het draadloos netwerk
Communicatiemodus: (infrastructuur)
Infrastructuur
Netwerknaam: (SSID, ESSID)
HELLO
Verificatiemethode: (open systeem, gedeelde sleutel, WPA-PSK, WPA2-PSK)
WPA2-PSK
Versleutelingsmodus: (geen, WEP, TKIP, AES)
AES
Netwerksleutel: (versleutelingscode, WEP-sleutel, passphrase (wachtzin))
12345678
2
Zet de machine aan door de stekker in het stopcontact te steken.
3
Druk op Menu.
4
Druk op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om Netwerk te selecteren.
Druk op OK.
5
Druk op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om WLAN te selecteren.
Druk op OK.
6
Druk op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om Inst. Wizard te selecteren.
Druk op OK.
7
De machine zoekt uw netwerk en toont een lijst van beschikbare SSID’s. In de lijst behoort de SSID die u zojuist hebt genoteerd te staan. Als de machine meer dan een netwerk vindt, gebruikt u Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om het netwerk te kiezen en drukt u op OK. Ga naar 11.
Als de toegangspoort de SSID niet doorgeeft, dient u de SSID-naam handmatig in te voeren. Ga naar 8.
8
Kies <Nieuwe SSID> met behulp van de toetsen Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri.
Druk op OK. Ga naar 9.
9
Voer de SSID-naam in. (Zie Tekst invoeren voor informatie over het invoeren van tekst.)
Druk op OK. Ga naar 10.
10
Kies Infrastructuur wanneer u daarom wordt gevraagd met behulp van Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri.
Druk op OK. Ga naar 11.
Als u Ad-hoc hebt gekozen, gaat u naar 12.
11
Selecteer de verificatiemethode met gebruik van Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri en druk op OK.
Als u Open systeem hebt gekozen, gaat u naar 12.
Als u Gedeelde sleutel hebt gekozen, gaat u naar 13.
Als u WPA/WPA2-PSK hebt gekozen, gaat u naar 16.
12
Kies het versleutelingstype Geen of WEP met Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri en druk op OK.
Als u Geen hebt gekozen, gaat u naar 18.
Als u WEP hebt gekozen, gaat u naar 13.
13
Kies de sleuteloptie KEY1, KEY2, KEY3, KEY4 met Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri en druk op OK.
Als u de sleutel waar ********** bij staat selecteert, gaat u naar 14.
Als u een lege sleutel selecteert, gaat u naar 15.
14
Als u de sleutel die u in 13 hebt geselecteerd wilt wijzigen, drukt u op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om Wijzig instell te selecteren. Druk op OK. Ga naar 15.
Als u de sleutel die u in 13 hebt geselecteerd wilt behouden, drukt u op Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri om Bewaar te selecteren. Druk op OK. Ga naar 18.
15
Geef een nieuwe WEP-sleutel op. Druk op OK. Ga naar 18. (Zie Tekst invoeren voor informatie over het invoeren van tekst.)
16
Kies het versleutelingstype, TKIP of AES met Bsymbol.utri of Bsymbol.dtri. Druk op OK. Ga naar 17.
17
Voer het wachtwoord in en druk op OK. Ga naar 18. (Zie Tekst invoeren voor informatie over het invoeren van tekst.)
18
Selecteer Ja om de instellingen toe te passen. Selecteer Nee om te annuleren.
Als u Ja hebt gekozen, gaat u naar 19.
Als u Nee selecteert, gaat u naar 7.
19
De machine maakt verbinding met het draadloze apparaat dat u hebt geselecteerd.
20
Als er verbinding met het draadloze apparaat is gemaakt, wordt 60 seconden lang Verbonden weergegeven en is de configuratie voltooid.
Als de verbinding is mislukt, wordt 60 seconden lang Verbinding mislukt weergegeven. (Zie Problemen met draadloze netwerken oplossen.)
21
Druk op OK.
OK!
(Voor Windows®)
De installatie van het draadloze netwerk is nu voltooid. Als u wilt doorgaan met het installeren van stuurprogramma’s en software voor het apparaat, selecteert u MFL-Pro Suite installeren of Voorbereidende installatie / MFL-Pro Suite installeren in het menu van de cd-rom.
(Voor Macintosh)
De installatie van het draadloze netwerk is nu voltooid. Als u wilt doorgaan met het installeren van drivers en software voor het apparaat, selecteert u Start Here OS X in het menu van de cd-rom.