Home > Problemen oplossen > Problemen met de papierverwerking en afdrukproblemen > Problemen met de afdrukkwaliteit
Problemen met de afdrukkwaliteit
Wanneer u de informatie in deze tabel hebt gelezen en toch assistentie nodig hebt, raadpleegt u de meest recente tips op support.brother.com/faqs.
Probleem | Suggesties |
---|
Slechte afdrukkwaliteit | Controleer de afdrukkwaliteit. |
Zorg ervoor dat de instellingen voor het type media in de printerdrivers, uw toepassing of de instelling Type Papier in het menu van het apparaat overeenkomen met het soort papier dat u gebruikt. |
Zorg ervoor dat uw inktcartridges vol zijn. In de volgende omstandigheden kan de inkt klonteren:
|
Zorg dat u een van de aanbevolen papiersoorten gebruikt. |
De aanbevolen omgeving voor uw apparaat is tussen 20 °C tot 33 °C. |
Witte lijnen in tekst of grafische afbeeldingen. ![]() | Reinig de printkop. |
Controleer en wijzig de afdrukuitlijning.
|
Gebruik het aanbevolen type papier. |
Om te zorgen dat de printkop en inktcartridges zo lang mogelijk meegaan en de afdrukkwaliteit op peil blijft, kunt u het apparaat het best zo min mogelijk loskoppelen van het stopcontact. Wacht na loskoppeling niet te lang voordat u het apparaat weer aansluit op het stopcontact. Gebruik bij voorkeur |
Er verschijnen regelmatig donkere lijnen. ![]() | Controleer en wijzig de afdrukuitlijning. |
Het apparaat drukt blanco pagina's af. | Controleer de afdrukkwaliteit. |
Om te zorgen dat de printkop en inktcartridges zo lang mogelijk meegaan en de afdrukkwaliteit op peil blijft, kunt u het apparaat het best zo min mogelijk loskoppelen van het stopcontact. Wacht na loskoppeling niet te lang voordat u het apparaat weer aansluit op het stopcontact. Gebruik bij voorkeur |
Tekens en regels zijn vlekkerig. ![]() | Controleer de uitlijning. |
Verander de afdrukopties. |
Afgedrukte tekst of afbeeldingen staan scheef. | Zorg ervoor dat het papier correct in de papierlade is geplaatst en dat de papiergeleiders goed zijn afgesteld. |
Controleer of de klep ter verwijdering van vastgelopen papier goed gesloten is. |
Er zitten vlekken of vegen middenboven op de afgedrukte pagina. | Controleer of het papier niet te dik is en niet krult. |
Op de afdruk zitten vlekken of het lijkt of de inkt vlekt. | Zorg dat u het aanbevolen type papier gebruikt. Raak het papier pas aan als de inkt droog is. |
Zorg dat het papier met de bedrukbare zijde naar beneden in de papierlade ligt. |
Zorg er bij gebruik van fotopapier voor dat het papier met de glanzende zijde naar beneden in de lade ligt en dat u de juiste papiersoort hebt ingesteld. Wanneer u een foto wilt afdrukken vanaf de computer, moet u de instellingen voor het type media opgeven in de printerdriver of in de toepassing waarmee u wilt afdrukken. |
De inkt vlekt of is vochtig bij het gebruik van glanzend fotopapier. | Controleer beide zijden van het papier. Leg het papier met het glanzende (bedrukbare) oppervlak naar beneden. |
Zorg bij gebruik van glanzend papier dat de papiersoort correct is ingesteld. |
Er zitten vlekken op de achterkant of onder aan de pagina. | Controleer of er inkt op de geleiderol zit. |
Zorg dat de papiersteunklep wordt gebruikt. |
Controleer of er inkt op de papierinvoerrollen zit. |
De afdrukken zijn gekreukeld. | Windows: Selecteer het tabblad Geavanceerd in de printerdriver, klik op Andere afdrukopties en vervolgens op Geavanceerde kleurinstellingen. Vink het selectievakje Bi-directioneel afdrukken uit. |